24 juni 1999
- 10 -
Heer KONING (CDA)Voorzitter, u mag best weten dat we daar gisteravond
even overleg over hadden. Ik zal het betoog van de heer Van Wuijckhuijse
niet herhalen. Het is ook onze insteek. Wij zouden het plezierig vinden als
we rechtstreeks in overleg met de commissie kunnen treden en dat zou in
onze commissie ABZ kunnen. Dat betekent wel dat we ons te houden hebben aan
bepaalde tijdlijnen, vandaar dus ook de optie om de eerste twee bezwaar
schriften van appellanten 1 en 2 onder besluit 3 te scharen, zodat je daar
geen problemen over krijgt. Kortom, eigenlijk het besluit aanhouden tot de
vergadering van 26 augustus en het besluit zoals dit voor ons ligt bij
agendapunt 8 op die manier ook aan te passen.
Heer KRIJGER (VVD)Met de laatste toevoeging van de heer Koning akkoord.
Het is helder. Het is jammer, het is niet in de commissievergadering
geweest, het is ook voor allen van belang, meestal volgt men het wel. Maar
gezien de beleidslijnen die zijn uitgesproken met betrekking tot dit gebied
lijkt het me goed om nader te overwegen of dit wel kan vervolgd worden. Dus
een uitstel van de behandeling in augustus met de commissie, uitstekend.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, wij zijn geen advocaten. Wij hebben dit
tot ons genomen. Het is een heel ingewikkeld verhaal. We zijn het met de
heer Krijger eens dat het jammer is dat het niet binnen de commissie is
besproken, dus we hebben dat niet uitgebreid kunnen bediscussiëren. Ons
voorstel is niet alleen in de commissie ABZ maar in een gecombineerde
commissie ABZ en r.o. dit te behandelen en verder dit raadsvoorstel te
verdagen
Heer ROEST (D66)Voorzitter, de argumenten van de heer Van Wuijckhuijse
hebben mij overtuigd. Het lijkt mij heel zinvol om dit besluit aan te
houden. Wij ondersteunen dat.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Wij sluiten ons aan bij de opmerkingen van het
CDA.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)De argumenten hebben mij niet echt overtuigd,
maar toen ik telefonisch, kwart voor zes tijdens het eten koken, de
argumentatie even hoorde, kon ik me daar niet echt goed over bezinnen, maar
daarom denk ik dat het dus nuttig is om ons er alsnog over te bezinnen of
dit een wijs besluit zal zijn. Dus om dit even te verdagen.
Wethouder BLOMMERSIk denk dat de wens van de raad zeer redelijk is.
VOORZITTER: Het college neemt het voorstel over en wij zullen in de
commissie ABZ van augustus de commissie voor beroeps- en bezwaarschriften
dus uitnodigen om deze discussie zoals die hier vanavond verwoord is met
hun te voeren. Het is jammer dat we moeten constateren dat er niemand van
de betreffende commissie aanwezig is, zodat ze deze discussie gehoord
hadden kunnen hebben.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, wij deden het voorstel om er een
gecombineerde vergadering van te maken.
VOORZITTER: Dat had ik begrepen, maar alle raadsleden zijn welkom bij de
openbare vergadering van de commissie ABZ en gelet op de opmerkingen die ik
in deze raad hoor, denk ik dat ik ermee kan volstaan de commissie ABZ en de
commissie en beroepsschriften uit te nodigen.
Heer KONING (CDA)Voorzitter, ik denk niet dat het voldoende is om het
zomaar te verdagen. Je zult toch rekening moeten houden met de tijdlijnen
die gelden.
VOORZITTER: Romeinse I en II komen te vervallen in het besluit en Romeinse
III wordt dus gewijzigd in die zin dat het woord overige eruit gehaald