11 oktober 1999
- 37 -
Heer KRIJGER (VVD)Het zou kunnen zijn als de lijn van de PvdA weer één lijn
is geworden, dat scheelt ook al een stuk, en dat we dan misschien kunnen gaan
zeggen: laten we maar niet gaan bouwen in het SpoordalJuist om de discussie
zakelijk te willen houden hebben wij gezegd, als college het niet door kan
gaan, als de detailleringen met betrekking tot de volkshuisvestingsnotitie,
de nota, wat er precies nodig is, willen we toch vervangende gegevens hebben
om te kunnen beoordelen in welke samenhang alle bouwplannen die er nog kunnen
komen zullen worden gebouwd. En als wordt aangegeven door de demografische
veranderingen: meer woningen voor kleinere huishoudens, hoe die daar komen,
die zijn misschien wat goedkoper, maar we gaan absoluut niet, a priori ervan
uit dat we maar gewoon, wat vaak genoemd wordt, bouw maar goedkoop, bouw maar
goedkoop. Als daar de markt niet meer is en wel goedkope woningen, moet je ze
beter verdelen. En dat is ook een middel dat je kunt bedienen met betrekking
tot de Volkshuisvestingsnotitie.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, dat wil ik ondersteunen. Het klemt des temeer
dat er een woonbehoefteonderzoek komt, want ik sluit niet uit dat als er een
woonbehoefteonderzoek komt, wat ik al een tijd lang denk, maar graag bevestigd
wil zien, dat het bouwen in een iets duurder segment voor de doorstroming een
heel groot effect kan hebben en dat er dan woningen vrij komen die in de
sociale sfeer liggen die nu eigenlijk ten onrechte worden gebruikt en daarom
klemt dat woonbehoefteonderzoek en ik zal daarvoor dan ook met een motie
komen
cht
die
het
ers
is-
die
is
ct
j ke
zou
Wethouder KROL: Voorzitter, het voordeel van deze ronde is dat er in ieder
geval gediscussieerd wordt, als u dan maar niet naar de tijd kijkt en zegt:
de wethouder heeft zo lang gepraat, want dat is niet het geval.
Wat betreft de opmerkingen van de PvdA-fractie voel ik me toch geroepen om
daar één opmerking over te maken. Ik heb gezegd, voorzitter, en ik zeg het
over het algemeen heel duidelijk, dat stedelijke vernieuwing en bouwen op
stedelijke lokaties extra inspanning vraagt. En voornamelijk financiële
inspanning. En ik heb daar als voorbeeld de wijk Spoordal genoemd. U, als
raad, gaat straks niet in een ro-discussie, maar in een volkshuisvestings
discussie keuzes maken over wat daar moet gebeuren. Als u dat doet met
inachtneming van de volkshuisvestingsrapportage, zou u duurdere woningen voor
één- en tweepersoonshuishoudens moeten bouwen. Dat was de conclusie van de
volkshuisvestingsrapportage en ik ken hem goed. En als u met die discussie in
de hand straks de volkshuisvestingsdiscussie over onze binnenstedelijke
lokatie wil voeren, vind ik dat prima, maar ik heb alleen maar aan willen
geven, en dat moet u ook weten, dat er in binnenstedelijke lokaties, waar de
grondverwerving heel duur is, dat het heel erg moeilijk is om zonder offers
daar te komen tot een vorm van sociale woningbouw. En ik begrijp best dat dat
het sociale hart van een enkeling in deze raad raakt en daar heb ik ook best
respect voor, maar u moet wel weten dat dat voor het college één van de
problemen is geweest en zal zijn bij de ontwikkeling van binnenstedelijke
lokatie zoals Spoordal.
Onderdeel ruimtelijke ordening, voorzitter. Er zijn een aantal opmerkingen
gemaakt over toekomstvisie. De toekomstvisie die we zouden moeten ontwikkelen
voor Soesterberg. PvdA en CDA hebben daar opmerkingen over gemaakt en ik wilde
daar het volgende over zeggen. Twee dingen eigenlijk. Wat we heel erg graag
willen in Soesterberg hebben we meerdere malen met elkaar in verschillende
commissies en zelfs bij het collegeprogramma bediscussieerd. We zouden zo
graag in Soesterberg een aantal ontwikkelingen zien. En u weet dat de
ontwikkelingsmogelijkheden van Soesterberg en dan vooral de ruimtelijke
ontwikkelingsmogelijkheden in Soesterberg zeer duidelijk begrensd worden door
de geluidszonering. En daarom hebben we met elkaar afgesproken dat we een
discussie daarover voeren op het moment dat er beweging in de geluidszonering
komt. Mijn collega Ten Hove is daar, ik zal niet zeggen dagelijks, maar toch
wel zeer intensief mee bezig om tot op ministerieel niveau voor elkaar te
krijgen dat er iets gebeurt aan de geluidszonering. Als u in uw algemene
beschouwingen praat over grote ruimtelijke ordeningsmogelijkheden, dan zeg ik
u als portefeuillehouder r.o., die zijn er grotendeels niet, totdat er ruimte