11 oktober 1999
- 38 -
11
ontstaat in de geluidszonering en dan moet je inderdaad nagedacht hebben over:
wat wil je met Soest en Soesterberg. En daarvoor zijn we met elkaar heel
intensief bezig om een ISV-notitie te maken. Belangrijk om dat hier ook te
noemen, want anders lijkt het of je hier visieloos door het leven gaat als
college en als wethouder. Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing wat door
sommige partijen als een bedreiging wordt ervaren, ik verwijs ook vooral naar
de opmerking die daarover door de fractie van GGS zijn gemaakt, is een kans,
is een uitdaging. Want het vraagt van het college, het zegt eigenlijk, raad
en college, u kunt middelen krijgen als u uw visie weet te ontwikkelen voor
Soesterberg en Soest, want daar maken wij geen onderscheid in, een visie maken
op Soesterberg en Soest waarbij je niet alleen kijkt naar de stenen, niet
alleen kijkt naar wat is er in de sfeer van stedelijke vernieuwing als ik het
zo mag noemen mogelijk, maar wat is ook de consequentie van dat stedelijke
vernieuwingsbeleid voor de sociale structuur van je gemeente. Dat is nou
precies wat we bedoelen, toekomstvisie. Stenen bouwen of niet bouwen, of
anders bouwen in relatie met de sociale structuur van je gemeenschap. We
hebben met u afgesproken dat we een bureau opdracht zullen geven een ISV-
notitie te schrijven, die moet in het begin van volgend jaar klaar zijn en dan
gaan we met u in de commissie in debat daarover en nemen we uiteindelijk
besluiten en daarbij bent u betrokken. Ik vind dat dat dè toekomstvisie voor
Soesterberg en ook voor Soest zou moeten zijn.
Heer KONING (CDA): Daar wil ik even op reageren, voorzitter.
De insteek van de CDA-fractie was ruimer. Het is zo dat ons voorstel om te
komen tot een visie voor Soesterberg nu in tweeën geknipt wordt, een antwoord
met betrekking tot de r.o. en straks via de andere wethouder een reactie op
de maatschappelijke voorzieningen en de maatschappelijke behoefte, of is dit
een antwoord in zijn totaliteit? Ik kan het me haast niet voorstellen.
Wethouder KROL: Wij zijn een heel collegiaal college, voorzitter, dus als ik
antwoorden geef, dan vindt de heer Ten Hove het goed, en als hij ze geeft,
vind ik het goed. Zo werkt het natuurlijk. Het komt erop neer dat stedelijke
vernieuwing, gekoppeld aan wijkbeheer en buurtbeheer bij elkaar hoort, en dat
heeft dus een relatie met maatschappelijke ontwikkeling. Als u aan het college
vraagt, eigenlijk maakt de toelichting van de heer Koning dat een beetje
duidelijk, om een soort globale toekomstvisie voor Soesterberg te gaan
ontwikkelen, verder gaand dan die verplichtingen die er al in het ISV zitten,
dan zeg ik u dat we dat niet een zinvolle operatie vinden.
Heer KONING (CDA)En wat is daarvan de reden?
Wethouder KROL: Omdat de gegevens die we nodig hebben, zowel op het gebied van
de r.o., als de volkshuisvesting, als op het gebied van alle maatschappelijke
verbanden, buurtbeheer en wijkbeheer eigenlijk in de ISV-discussie zitten, en
dat er dus nauwelijks onderwerpen te bedenken zijn, die daar niet door bedekt
worden, als ik het zo mag aangeven.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, mag ik ook een vraag stellen aan de
wethouder? En ik kijk dan ook even naar het verhaal van het CDA.
Wij maken voor Soest die visie, maar Soesterberg heeft natuurlijk ook een
duidelijke relatie met Zeist.
Wethouder KROL: Nee, nee, ter voorkoming van een misverstand, ISV strekt zich
uit over de hele gemeente binnen onze grenzen en dat is Soesterberg en Soest.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA) Ja, maar als ik zeg Soest, bedoel ik ook
Soesterberg. Maar ik heb het ook over Zeist, en daar heeft het CDA het ook
over. Wij hebben heel veel te maken met Zeist. En ik denk dat daar, met name
als het gaat om het gebied van, zeg maar even van Defensie, dan is het voor
een groot deel Zeist. Maar het ligt ongeveer wel op de grens, of sterker nog,
het ligt gewoon binnen Soesterberg. En ik denk dus dat die relatie gelegd moet
worden. Daarom wordt er ook door ons gevraagd: kunt u een ministructuurvisie,
Wet
bel
geb
gee
ond
maa
die
keu
van
Def
mag
hel
ied
gew