11 oktober 1999
- 40 -
voor om dan in heel Soesterberg weer eens een heel circus op te zetten en te
zeggen: zouden we het leuk vinden om daar bedrijvigheid naar toe te brengen.
Nee, voorzitter, we willen daar graag bedrijvigheid naar toe brengen, we weten
ook met welke visie we dat ook doen, we hebben die visie in het streekplan
laten vaststellen. We onderhandelen ons blauw om dat voor elkaar te krijgen
en ik voel er niks voor om dat nog eens een keer op drie pakken papier te
zetten
VOORZITTER: Nou, als dit geen enthousiaste wethouder is, dan weet ik het ook
niet meer.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, mag ik één kleine opmerking maken. Ik
dacht dat de keer Krol wel die opmerking zou maken na de opmerking van de heer
Boerkoel. Dat boek waar hij op duidde dat leert juist onderscheiden. Hij dacht
dat je juist geen onderscheid zou kunnen maken door dat boek. Dat is wat
afwijkend. Dank u.
Wethouder KROL: We kunnen het toch nooit zo goed uitleggen als de heer Meilof.
Dus het is maar goed dat hij dat gedaan heeft, voorzitter.
VOORZITTER: Sommige raadsleden, merk ik, weten niet over welk boek het gaat.
Wethouder KROL: Zit er dan toch onderscheid in de kennis die u allemaal heeft?
Mevrouw MANN (GL/PS)We zijn er allemaal mee overgoten, volgens mij hoor.
Wethouder KROL: Zo is dat. Ik ga gewoon verder. Een vraag van de VVD-fractie
over aanpassing, rol en samenstelling welstandscommissie. U heeft in uw
algemene beschouwingen een aantal opmerkingen gemaakt over de welstandscommis
sie. Wij zijn al enige tijd, dat wil ik hier ook best zeggen, vrij intensief
in overleg met de huidige lokale welstandscommissieU weet ook dat we keuzes
gemaakt hebben om een lokale welstandscommissie in stand te hebben en te
houden. Wij zijn voornemens om in de eerste helft van 2000 de verordening op
ons welstandsadvies aan te passen en dat heeft ook consequenties voor de
welstandscommissie in deze huidige samenstelling. Ik heb een week of twee
geleden een vrij uitgebreid gesprek gehad met de welstandscommissie over hoe
ook zij zelf denken dat hun functioneren nog beter kan worden, en dan denk ik
vooral aan de rol van het beeldkwaliteitsplan daarbij, hoe kun je nou met dat
beeldkwaliteitsplan in de hand tot een nog beter functioneren komen en wij
zijn voornemens om de verordening op welstand zodanig aan te passen dat ook
dat in de verordening geregeld is. U weet, er wordt geen verordening in dit
huis vastgesteld, zonder dat u daarover mee mag discussiëren, dus ook dat komt
later in de commissie r.o. aan de orde.
Een vraag over de toekomst van de agrarische sector in de gemeente van het CDA
en wat doen we met het maïs op de Eng van diezelfde fractie.
Een korte samenvatting van uw vraag. U weet dat er geprobeerd is om van de
Eng, voorzitter, een relatienota-gebied te maken, waarbij boeren op basis van
vrijwilligheid beheersovereenkomsten konden afsluiten. U weet ook dat de
toenmalige agrariërs, als u tenminste dat dossier een beetje kent, er
uiteindelijk voor gekozen hebben om dat niet te doen. Ze weigerden daaraan
medewerking te verlenen. Uiteindelijk is er nu een nieuwe situatie aan het
ontstaan. Die nieuwe situatie is tweeërlei, ten eerste krimpt de agrarische
sector fors in, ook in onze gemeente, en ten tweede is de opbrengst van maïs
op dit moment zodanig dat het niet meer kostendekkend geproduceerd kan worden.
En u hoort mij al denken, dat heeft in ieder geval mogelijkheden om daar tot
een alternatieve invulling te komen. Er bestaan op dit moment al een aantal
regelingen op de Eng, bijvoorbeeld om in de winter een groenbemester toe te
passen, een wintergewas bedoeld om erosie tegen te gaan. U kunt zich
voorstellen dat ik dit voorlees. Die heb ik dus op schrift, als u die hebben
wil. En ik zou mij kunnen voorstellen, voorzitter, dat wij overleg starten,
het is even de vraag in het college geweest onder wiens verantwoordelijkheid
dit moet gebeuren, maar goed, ik ben uitgenodigd om de vragen te beantwoorden,