11 oktober 1999 - 48 - ter of milieugroen, of CDA-groen of VVD-oranje is, maar dan bedoel ik met dat oranje ook dat dat toch een zekere relatie met ander oranje zou moeten hebben. Wij zijn van het GPV/RPF/SGP, dus die kleurbepaling vind ik niet geheel onbelangrijk, om dat toch te noemen. Ik wil een tweede opmerking maken dat er drie burgers of burgergroeperingen iets hebben toegevoegd en dat ik dat wel van waarde vind en tegelijkertijd daar twee signalen van uitgaan. Het ene signaal is: op het moment dat wij nu in de fase zouden zijn van de gekozen burgemeester, zouden er denk ik wel zes burgers op gekomen zijn om te gaan stemmen, dus dat zou op zichzelf al een hele aardige opkomst geweest zijn. Want drie hebben het in ieder geval schriftelijk gedaan. En een tweede opmerking die ik daarbij wil maken is dat één van de insprekers vergeten is iets over de kleur van de ogen in te brengen. Ik wil in ieder geval daarmee aangeven dat het best wat gerelativeerd mag worden, wat er op dat niveau staat. Dat het heel erg gericht is op het beeld van een bepaalde persoon. In die zin wordt er terecht, vind ik door de fractievoorzitter van de VVD die dat op papier geschreven heeft, een breed plaatje neergelegd van de burgemeester. En dat dat brede plaatje, hoop ik, dat u verder iets kunt vinden. Ik hoop ook dat bijvoorbeeld de voorkeur voor een vrouw, zoals u noemt niet bij voorbaat al betekent dat gelijkwaardige mannen weggeselecteerd worden. Dus met andere woorden: dat ze niet meer in de procedure komen. Ik geloof eerlijk gezegd niet helemaal in gelijkwaardigheid, maar soms kan in zo'n voorprocedure zoiets gebeuren en dat zou ik heel teleurstellend vinden. Omdat ik echt graag hier voor ons passend de beste burgemeester wil hebben. Dank u. VOORZITTER: Anderen? Dan geef ik graag het woord aan de heer Staal om te reageren op de opmerkingen uit de raad. Heer STAAL: Wat ik opvallend vind, is dat de heer Krijger namens uw raad twee dingen er heel nadrukkelijk uitlicht. Dat wat hij zegt over de uitdaging die het zou moeten zijn en de betrokkenheid. Dat zegt naar mijn gevoel veel over persoonlijkheid. Daar heb ik ook wat vragen over als dat mag. Kijkend naar de profielschets, heb ik heel goed begrepen de situatie die u van Soest schildert. En wellicht dat ik nog een vraag in uw richting zou mogen zenden als het gaat om aan wat voor een bestuurlijk handelen u denkt als u het hebt over een omvang van een gemeente die vraagt om consolidatie. De vraag is wat voor soort bestuur dat verlangt en als u daar een visie op zou hebben, dan zal het naar ik aanneem ook iets zeggen over de persoonlijkheid van de burgemeester. Ik heb goed kennis genomen van het feit dat, als het gaat om de politiek, u vooral de nadruk legt op de bindende eigenschappen. Wat mij nog wel even nieuwsgierig maakte is het algemeen leiderschap van de burgemeester, zoals dat door de staatscommissie Elzinga zou zijn verwoord. Ik zou graag nog wat toelichting daarop hebben, wat u daar precies onder verstaat. Als het gaat om de contactuele vaardigheden spreekt dat voor zich. Wat mij opviel in de profielschets en in de situatieschets eigenlijk, dat het niet zou moeten gaan om iemand die voor het eerst als burgemeester benoemd wordt. Als ik dat goed gelezen heb, lees ik dat letterlijk in uw profielschets. En de vraag rijst bij mijwaarom niet? Wat is daar op tegen dat iemand voor het eerst burgemeester wordt in Soest? Daarnaast zegt u ook: het hoeft ook niet iemand te zijn die zijn carrière afbouwt. Ook daar zou ik graag toch de vraag stellen: waarom en de vraag is uiteraard ook wat die twee eisen met elkaar te maken hebben. U verwijst dan verder wel naar niet zozeer het eerdere burgemeesterschap, maar dat wordt dan iets afgezwakt in de profielschets, dat het ook zou mogen gaan om een leidende functie in het lokale bestuur. Ik zou graag misschien ook wel met voorbeelden daar nog iets over terughoren. De eerste vraag die je je bijvoorbeeld zelf als commissaris stelt is: zegt dat iets over bijvoorbeeld een ervaren wethouder, ja of nee. Ik noem maar een voorbeeld en ook naar u als raad en andere toehoorders zeg ik: dat is een voorbeeld, het moet geen eigen leven gaan leiden, maar er zijn natuurlijk meer bestuurlijke functies in deze samenleving, of het nou gaat om waterschappen of andere vertegenwoordigende organen. Wellicht dat u daar nog iets op kunt toelichten. Dan heeft u het over de intergemeentelijke samenwerking. Ik denk dat u daar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 283