11 oktober 1999 - 66 - vind je terug in regelgeving en in jurisprudentie. En wij hebben als college daar ook voorbeelden van en we zijn ook duidelijk belast met en hanteren ook de handhaving daarvan. Ik zei het al, voorlichting bij dit hele gebeuren en straks bij de drugsnota, de aanvaarding daarvan, is bijzonder belangrijk. Dat heeft u dacht ik raadsbreed voldoende kenbaar gemaakt en ik kan ook zeggen dat het college, gelet op de gewijzigde omstandigheden financieel, nu ook graag de middelen van fl. 20.000,- hiervoor beschikbaar stelt. Daarmee onderschrijf ik wat u al zei, dat dat een heel belangrijke zaak is. Het CDA had nog een opmerking gemaakt over het inburgeren en integreren en hoe bevalt de huidige subsidiëring daarvoor. Pagina 25 van de nota van aanbieding zegt daarover, althans wij zeggen daarover: op basis van de ervaringen met de wet Inburgering Nieuwkomers zal nagegaan worden of de organisatie en de uitvoering in Soest voldoet of dat aanpassingen wenselijk zijn. Nu is het zo dat die wet pas 1 januari 1999 van start is gegaan. Wij zijn van plan om inderdaad te gaan evalueren, maar dan zoeken we aansluiting bij de landelijke evaluatie die na een jaar functioneren van deze wet komt. Concreet verwachten wij in april c.q. mei a.s. met een korte notitie in uw richting te komen. Ik kan u wel zeggen dat op dit moment, want dat is in feite de achtergrond van uw vraag, ten aanzien van de uitvoeringspraktijk bij ons geen problemen bekend zijn. VVD-fractie heeft verwezen naar het initiatief in Delfzijl ten aanzien van integriteit van de overheid. Maatregelen en activiteiten ter voorkoming van eventueel onbetrouwbaar handelen. Ik denk dat het u bekend is dat wij voor Soest een gedragscode hebben, die zowel voor medewerkers als voor het bestuur van toepassing is. Maar ik zeg u graag toe dat wij de regeling, zoals Delfzijl die kent, ter inzage zullen leggen en in de commissie ABZ bespreken naast de regeling die wij hebben, die zullen we beide naast elkaar leggen en dan kunnen we zien wat goed voor ons is en wat u wilt overnemen. Daar zijn we graag toe bereid. Heer ROEST (D66)Voorzitter, mag ik via u vragen aan de fractie van de VVD om dit Delfzijl-initiatief aan ons bekend te maken. Mij is het eigenlijk niet echt goed bekend en dan kunnen we er ook beter over oordelen. VOORZITTER: Ik heb al toegezegd dat wij de regeling zullen opvragen en voor u allen is die regeling dan beschikbaar hier, zodat u daarvan kunt kennis nemen Heer KRIJGER (VVD)Maar een korte toelichting nog op uw antwoord. U zegt: er is een gedragscode voor medewerkers en bestuurders. Als ik zo de stukken lees is het bij veel bestuurders niet bekend. Het zou goed zijn om die betrouwbaar heid in je eigen informatie te kunnen betrekken bij de beoordeling van de regelingen VOORZITTER: Vandaar dat het goed is dat wij onze regeling nog weer eens een keer ter inzage leggen zodat iedereen kan kennis nemen. Algemeen maatschappelijk werk. Gelet op de presentatie die zij hier hebben gegeven in de commissie ABZ en de vervolgdiscussie daarop ben ik als portefeuillehouder in overleg met algemeen maatschappelijk werk. En ik zou eigenlijk het voorstel dat de PvdA daarop heeft gezegd van: hou de vinger aan de pols. Dat doen wij en wij zullen u van de ontwikkelingen op de hoogte houden. Op dit moment zijn wij er nog niet van overtuigd, anders had u wel een voorstel van ons gehad om daar nu extra geld voor uit te trekken. Maar ik sluit niet uit dat tegen de tijd dat de Voorjaarsnota u aangeboden wordt, dit wel het geval zal moeten zijn. Mochten er eerder ontwikkelingen zijn die het nodig maken dat wij aan de bel trekken, dan zullen wij dat zeker doen. Dat betekent dus dat op dit moment budget 1999 geacht wordt het budget voor 2000, dus het bedrag dat in de begroting staat, aanvaarden, mocht er meer geld nodig zijn, dan zullen we dat eerst nog eens wat duidelijker moeten aantonen en kijken of alle maatregelen zijn getroffen om het efficiënt te laten verlopen. Mij hebben ze verzekerd dat op dit moment er nog geen burgers hiervan het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 299