- 23 -
dat fonds, waarbij wij veronderstellen als GPV/RPF/SGP dat dat eenmalige
niet eenmalig zou kunnen zijn. Wij veronderstellen dat we bepaalde fondsen
weer hun kracht terug zullen moeten geven. Zo veronderstellen wij ook dat
het wel eens niet vreemd zou kunnen zijn als we, wat we ambtelijk hebben
ingekrompen, wat we ambtelijk hebben beknepen, dat we daar misschien voor
een heel klein stukje op terug zullen moeten komen. De brandbrief vanuit de
ambtenaren is ons inziens niet helemaal onterecht en ik denk dat we daar
heel goed over geïnformeerd moeten blijven. Dus in die zin zijn we helemaal
blij dat er geen beroep is gedaan op allerlei aardige cadeautjes, want
daarmee houden we ook iets over om een stuk herstel te plegen en datgene
waar we nogal hebben moeten inkrimpen.
Opmerking over drugs. U hebt erop gereageerd. De heer Boerkoel heeft als
enige op onze mogelijke motie gereageerd. Wij stellen voor dat wij gewoon
doen wat u voorstelt: drugspreventie gaan doen in voorlichting op scholen.
Het enige is dat wij verschillende types scholen hebben, verschillende
achtergronden en dat het goed is dat verschillende instellingen iemand, een
groepering kunnen uitnodigen die past bij hen, die ook past inhoudelijk bij
de wijze waarop het benaderd wordt en dat u even daarvoor drie of vier
organisaties naast elkaar legt die zich op dat niveau met de zaken bezig
houden en dat de school kan kiezen uit een dergelijke organisatie. Ik denk
dat het simpelweg te maken heeft met de pluriformiteit van onze samenleving
dat u daar rekening mee houdt ook in de wijze waarop dat te doen. GGD is
een bepaalde invalshoek, maar niet de invalshoek die iedereen zou willen
kiezen. Dat vinden wij dus belangrijk. Tegelijkertijd is het natuurlijk
heel duidelijk dat wat een CDA uitgesproken heeft dat wij überhaupt
voorstander zijn van de nuloptie enz., maar daar hoeven we niet dieper op
in te gaan.
Arbeidsplicht. Mevrouw Blommers is er even op ingegaan. Zij benoemde onze
denkwijze wat al te kort door de bocht, omdat wij hebben geopperd dat het
feit dat ouders de verplichting krijgen van met kinderen tot 6 jaar, dat
die plicht heel erg aangescherpt zou worden, dat dat de mogelijkheid in
zich heeft dat er nog meer opvoedkundige problemen ontstaan dan dat er nu
al zijn en dat er dus met andere woorden nog meer ruimte gecreëerd wordt
zoals in Amerika en dat soort landen al lang bewezen is, dat door een
gebrek aan warmte, een gebrek aan basisveiligheid enz., kinderen meer in
een niemandsland verkeren en dat die kinderen meer gevoelig zijn voor zaken
als criminaliteit in de toekomst. En u hebt dat een beetje weggeveegd als
kort door de bocht, ik vond dat wat kort door de bocht.
Ik heb ook expliciet vragen gesteld. Hoe is het met de 6+ groep, waarvan nu
ook de moeder de arbeidsplicht heeft. Hoe zijn die cijfers, hoe is op dit
moment het verloop van de souplesse die u toentertijd heeft benoemd, die er
zou zijn en moet zijn, in het een arbeidsplicht opleggen, hoe bent u daar
tot nog toe mee omgegaan, en heeft u daar getallen van? Ik heb ze niet van
u teruggehoord, dat zou ik graag willen weten. Wij zullen op dit moment
geen motie of iets dergelijks indienen omdat de wet nog in ontwikkeling is,
omdat de discussie nog gaande is, omdat wij al signalen hebben gehoord dat
er expliciet vanuit Den Haag zelf al is aangekaart, dat er met een grote
souplesse omgegaan moet worden. Ik denk dat het op zich niet vreemd zou
zijn als u op z'n minst hier hardop zou willen zeggen dat u ook vindt dat
we met een buitengewone souplesse met de uitvoering van deze wet om moeten
en dienen te gaan. Omdat we met mensen te maken hebben van vlees en bloed.
Omdat de ene moeder die makkelijk zoiets kan en graag met een driejarig
kind een baantje erbij wil hebben niet de andere moeder is die het absoluut
niet kan en die nu al bijna crazy wordt van alle druk die op haar ligt,
omdat ze ook al geen man naast haar heeft die haar helpt.
Wegenonderhoud. Wij denken dat het komend jaar als een structurele uitgave
zal terugkomen, maar daar willen we gewoon alert zijn. We hopen ook dat we
ambtelijk zo ingelicht worden dat we weten of dit nodig zal zijn of niet.
In het hele beleid rond het inklinken van uitgaven op alle niveaus hebben
wij onze adem voortdurend ingehouden als het gaat om milieu-uitgaven. Op
zichzelf spreekt het ons aan wat er neergelegd is als één van de moties om
te kijken naar groene energie voor bijvoorbeeld het gemeentehuis als een
13 oktober 1999