- 40 - graaf zoals wij ook een milieuparagraaf en een financiële paragraaf kennen, daar waar dat van toepassing is, dat we dat nog eens wat meer onder de aandacht moeten brengen. Kunt u verwachten van het college dat we daar volgend jaar voorstellen voor doen? Antwoord: ja. Ik hoop dat ik daarmee antwoord gegeven heb op de kritische grondtoon die ik proefde op het terrein van voorlichting en u mag ervan uitgaan dat ik met hetzelfde enthousiasme ook als andere beleidsterreinen het onderdeel voorlichting zal proberen te versterken en te verbeteren en ik denk dat ik ook de technische mogelijkheden die daarvoor zijn, u allen eigenlijk al antwoord heb gegeven. Ik heb gewezen op de mogelijkheden van Radio Soest, de teletekst, de internetmogelijkheden die we in het komend jaar nog voortvarender zullen uitbreiden en verbeteren in samenspraak met partners zoals bijvoorbeeld Radio Soest. Mevrouw KOSTER (GL/PS): Voorzitter, via u even naar de wethouder. De wethouder is hartstikke positief, zo hoor ik nu over dat rapport Voorlich ting Gewogen. Hij vindt ook dat hij alle, zoals hij letterlijk zegt: ik vind dat ik vreselijk mijn best doe om aan al die punten gehoor te geven. Wat is er dan op tegen om het een keer te evalueren in de commissie? Dat is mijn vraag. Wethouder KROL: Niks, maar ik heb denk ik maandagavond in een vrij emotio nele uitval, voorzitter, ook in de richting van andere fracties al eens aangegeven dat ik het niet zo zinvol vind om met elkaar te gaan evalueren om te evalueren. Net zo goed als ik het niet zo zinvol vind om notities te schrijven om notities te schrijven. Omdat je daarmee, voorzitter via u naar mevrouw Koster, de kwaliteit van de voorlichting niet verbetert. Mevrouw KOSTER (GL/PS): Dat ben ik volledig met u eens. Je moet niet discussiëren om te discussiëren, maar wij hebben naar mijn idee nog niet de kans gehad om hierover te discussiëren. Daar gaat het mij om. VOORZITTER: In de vorige raadsperiode is dit uitvoerig bediscussieerd, zowel in de commissie als in de raad. Wethouder KROL: En ik mag, voorzitter, mevrouw Koster erop wijzen dat wij bij elke begrotingsbehandeling, en dat is altijd in twee rondes, misschien wel in drie, zowel in de commissiegewijze behandeling van de begroting als nu bij de raadsbehandeling van de begroting, en dat zelfs nog in twee termijnen, want ik heb het maandagavond gedaan en ik doe het nu weer, over dit onderwerp discussiëren, en ik zou in vredesnaam niet weten hoe vaak je er nog meer en beter over kunt spreken en hoe u nog op een nog betere manier deze portefeuillehouder en dit college ervan kunt overtuigen dat het de aandacht krijgt die het ook verdient. En dat u mij daar ook voortdurend toe prikkelt dat ik daar ook die aandacht aan geef die het verdient. Meer kun je er niet voor doen. Voorzitter, het waren trouwens vragen van andere fracties ook, maar ik hoop dat ik die daarmee naar tevredenheid heb beantwoord. Het CDA daagt het college uit om een visie neer te leggen. Ik zie al van een aantal raadsleden, waaronder de geachte fractievoorzitter van de PvdA, het gezicht betrekken, van: voor je het weet begint Krol een verhaal en dan halen we het buffet niet. Ik zal mij dus ook beheersen in dat opzicht. Maar ik voel me natuurlijk wel een klein beetje uitgedaagd. Ik denk dat we nou juist op het gebied van r.o., volkshuisvesting, en ISV in het afgelopen jaar op een aantal cruciale momenten met elkaar hebben aangegeven waar dit college en deze portefeuillehouder naar toe wil. Contour om de gemeente, daarbinnen moet het gebeuren. En daarbuiten moet dus ook wat gebeuren. Daarbuiten moet je dus ook durven ingrijpen door lastig te verkopen soms, risicovolle operaties, binnen bouwen betekent ook buiten kwaliteitsverbete ring van groen, natuur en recreatie. Daar passen allerlei dingen als een groencompensatiefonds, als ISV ook prima tussen. Dus als u zegt heeft het college op het terrein van r.o., volkshuisvesting die o.a. dan tot mijn 13 oktober 1999

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 341