18 november 1999
- 3 -
Regentesselaan ligt. Ik denk dat bewoners van de Regentesselaan, en ik kan
de meeste van de feiten die we toegestuurd hebben gekregen onderschrijven,
dat die een goede zaak hebben om te zeggen: oké u situeert dat pand aan de
Regentesselaan, wij willen daar geen kantoorpanden hebben, want dat leidt
tot precedentwerking en daar hebben we grote moeite mee.
Het spoedeisende belang, daar is de Raad van State duidelijk op ingegaan.
Ik zie geen enkele reden waarom we hier weer energie aan zullen spenderen,
dus ik denk dat we het in dit stadium eigenlijk zullen kunnen affluiten.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, in de commissievergadering en ook in de
stukken die we gekregen hebben is er een heel goed feitenoverzicht door de
omwonenden op papier gesteld. Vanaf 1996 en ook in 1996 was onze fractie
GL/PS al tegen een voorbereidingsbesluit voor dit perceel. Wij vonden toen
en vinden nog steeds dat het pand dermate grenst aan de Regentesselaan dat
er absoluut geen kantoor zou moeten komen. Ondanks dat de heer De Swaan het
al jaren eigenlijk als kantoor in gebruik heeft. Ook zien wij niet het
spoedeisende belang voor de gemeente, misschien wel voor de heer De Swaan,
maar zeker niet voor de gemeente. Dus wij hebben er geen enkele behoefte
aan om nu een voorbereidingsbesluit te nemen want wij vinden gewoon dat dit
perceel een woonbestemming moet hebben en zeker geen kantoorbestemming. Dus
om nu een procedure te starten, daar zien wij geen enkel heil in en wij
zijn daar dan ook tegen.
Heer VAN VUUREN (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, zoals mijn fractiegenoot in de
commissie uitvoerig heeft verwoord is voor hem een heel zwaarwegend punt
dat de woonbestemming daadwerkelijk inhoud krijgt. Wij hebben daar eigen
lijk in de commissie onvoldoende duidelijkheid over kunnen krijgen of daar
nou werkelijk de hand aan gehouden gaat worden of niet. Of dat werkelijk
afgedwongen gaat worden of niet. Voor ons is dat toch een punt dat we
zeggen: als die woonbestemming niet daadwerkelijk inhoud krijgt en ik heb
daar nog niet werkelijk een antwoord op gekregen, onthouden wij ons van
instemming van dit voorbereidingsbesluit.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, u vraagt aan ons het nemen van een
voorbereidingsbesluit voor het perceel Vredehoffstraat 7. Daar zijn wij mee
akkoord en de argumenten hebben wij in de commissie gewisseld. Dank u.
Heer VAN DER WEIJ (VVD): Voorzitter, ook wij willen kort zijn in deze. Dit
verhaal heeft een hele lange historie en wij als WD-fractie gaan akkoord
met uw voorbereidingsbesluit.
VOORZITTER: Dank u wel, dan geef ik het woord aan wethouder Krol.
Wethouder KROL: Voorzitter, dank u wel. Het is een voorbereidingsbesluit en
de wet op de r.o. zegt dat de raad een voorbereidingsbesluit moet nemen
voordat je überhaupt vrijstelling kunt verlenen van een geldend bestem
mingsplan. Dat is dus de stand van zaken. En ik begrijp best dat een
enkeling van u de spoedeisendheid die bij die art. 19-procedure in de wet
heel uitdrukkelijk geformuleerd is, vanavond weer ter discussie stelt, maar
helemaal formeel is dat natuurlijk op dit moment nog niet aan de orde. Ik
begrijp de koppeling wel, want het komt natuurlijk wel aan de orde als het
voorbereidingsbesluit wordt genomen. De opmerkingen die daarover gemaakt
zijn als ingrijpend deel ik niet. Ik denk dat we zelfs in diezelfde
commissievergadering van de commissie r.o. voorbeelden aangeven waar u als
commissie zelf zegt: in dit geval, voorzitter, moet u fundamenteel afwijken
van het bestemmingsplan. In dezelfde commissievergadering zegt u vrijwel
unaniem dat ik dat zou moeten doen en in dit geval gaat het over een ander
gebruik. Het gaat om de benedenverdieping van een grote woning aan de
Vredehoffstraat, waar op dit moment een kantoor gevestigd is, toentertijd
in 1996 met instemming van de gemeenteraad, in meerderheid, op deze lokatie
gekomen. Ingrijpend, het gaat over een ander gebruik, natuurlijk is dat
ingrijpend in de zin van dat bestemmingsplan, natuurlijk moet daar een
planologische procedure voor gevoerd worden, ik deel het woord ingrijpend
niet
Met de fractie GPV hebben we inderdaad een stevige discussie gevoerd over
de woning die zich op de eerste verdieping bevindt. En ik heb daar vrij
intensief in de afgelopen week nog eens over nagedacht en met een aantal
deskundigen over gepraat, en gezegd: wat is de bedoeling van de wet op de
r.o. en in hoeverre zou je voor elkaar kunnen krijgen dat wat door u en