18 november 1999
- 24 -
citeert uit de nota voortreffelijk alle doelstellingen die daarin vermeld
staan. Ik zal ze niet herhalen. Het is alleen jammer dat hij niet de andere
afspraken die in die nota staan ook noemt, namelijk één van de conclusies
en aanbevelingen die gedaan wordt is dat wel degelijk, juist om de zaak
goed in de hand te houden in deze gemeente, het van belang is dat er één
coffeeshop is, zijnde de huidige, onder de stringente voorwaarden enz.
zoals dat nu ook wordt toegepast. Dat staat er ook in. En ik ben nog steeds
van mening, en ik denk ook de meerderheid van deze raad, dat dat de beste
oplossing is. Want zouden wij de weg kiezen die de heer Koning voor ogen
staat, dan biedt dat geen enkele garantie om het probleem op te lossen, wat
door hem en in de nota ook gesignaleerd is. In tegendeel, ik denk dat het
dan nog onoverzichtelijker wordt. Zijn beroep aan de voorzitter van de raad
om iets over te brengen aan de burgemeester. Dat zal ik graag doen. Ik zie
hem vanavond nog als ik thuis kom, dus ik zal dat graag overbrengen. Hoe u
mij in januari bij mijn afscheid wil toespreken wacht ik rustig af. Ik zou
zeggen: prijs de dag niet voor het avond is. Daar wilde ik het bij laten in
eerste termijn.
Heer KONING (CDA): Voorzitter, ik heb natuurlijk een aantal citaten uit de
beleidsnota voorgelezen die aansluiten bij het beleid dat het CDA wenst te
voeren, als het gaat om het drugsbeleid. Maar wij niet alleen, want u zult
ongetwijfeld kennis hebben genomen van de brief van de vier scholen die
gereageerd hebben op deze notitie, Baarnsch Lyceum, De Lasenberg, Waldheim
Mavo, Griftland College. Die brief liegt er ook niet om en wij hebben toch
het gevoel dat ons standpunt zoals we dat al meerdere keren, het is
vanavond niet voor de eerste keer, naar voren gebracht hebben, dat dat toch
wel aansluiting vindt bij het standpunt van deze vier scholen. Wij voelen
ons in ieder geval daardoor gesteund. Ik ben toch benieuwd wat uw reactie
is op een dergelijke brief van vier belangrijke instanties in onze gemeente
en daarbuiten.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, het is een goede zaak, ik wil daar ook op
ingaan. In eerste termijn heb ik geen inbreng gehad omdat in de loop der
tijd onze bijdrage wel duidelijk was geweest. Ik ben blij met uw heel
duidelijk antwoord. Ik vind het ook een goede zaak dat scholen hun verant
woordelijkheid nemen en zorg hebben voor hun leerlingen. Dat is een heel
belangrijke zaak. Niettemin, en we hebben dat natuurlijk ook in onze
afwegingen betrokken, zou uw stelling die u net heeft geponeerd, wel eens
waar kunnen zijn. Dat het probleem op die scholen zoals het wordt aangege
ven misschien wel groter zou kunnen worden als we een andere weg inslaan.
Mijn inschatting is dat dat een heel redelijk gevaar is. Dat is hetgeen ik
hier nog even aan toe wilde voegen.
Heer BOERKOEL (PvdA): Omdat gerefereerd werd aan de brief die de vier
scholen geschreven hebben, daar stond iets in wat volgens mij niet helemaal
juist is en ik zou graag willen dat u als voorzitter van deze raad daar op
reageerde, naar de vier scholen. Er wordt daarin gesuggereerd dat wij geen
extra geld zouden uittrekken voor voorlichting. Mijns inziens is dat niet
juist. Mijns inziens hebben wij bij de algemene beschouwingen afgesproken
dat we dat wel doen. En ik zou u dan ook willen vragen aan die vier scholen
en misschien ook publiekelijk kenbaar te maken dat we wel degelijk geld
uittrekken voor voorlichting en dat het dus niet juist is wat in die brief
staat
VOORZITTER: Als ik dan mag reageren. Ik was nog een antwoord verschuldigd
aan de heer Koning uit de eerste termijn. Mijn excuus daarvoor. U verwijst
naar het voorjaar 2.000 dat de regering met een ik weet nog niet wat komt,
maar een drugsbeleid, nieuw drugsbeleid of gewijzigd drugsbeleid en dat
riep bij u de vraag op of wij daar niet op moeten wachten. U weet hoelang
de weg kan zijn als de regering met een voorstel komt, voordat dat eenmaal
geëffectueerd is. Ik denk dat wij altijd het beleid nog weer kunnen
aanpassen nadat de regering tot gewijzigd inzicht is gekomen ten opzichte
van de huidige situatie. Ik vind niet dat wij als Soest ons beleid daarvoor
moeten uitstellen. Dan kom ik bij de scholen.
Heer KONING (CDA)Geldt dat ook, voorzitter, wanneer het regeringsbesluit
zal uitmonden in het verbieden van gedoogbeleid?
VOORZITTER: Ik wil daar niet op vooruitlopen. U weet hoe dat gaat. Het is