18 maart 1999
- 14 -
kunstaankopen? Wat zou dat betekenen op basis van de gegevens die wij
hebben van de historische cijfers, maar ook misschien op basis van de
prognoses van wat we aan werken doen. En ik denk dat het ook goed is dat we
ons realiseren dat naar aanleiding van de discussie in de commissie er door
de adviescommissie beeldende kunst een nadere invulling - en dan krijgt u
ook een beter beeld van wat kan er wel en wat kan er niet van dat geld -
weer naar de commissie zal komen. Dus om samen te vatten: ik denk niet dat
wij behoefte hebben aan de motie van de PvdA, maar ik ben erg dankbaar voor
de wijze waarop meegedacht wordt dat we de middelen die we hebben om kunst
te stimuleren in deze gemeente, dat we die allemaal op een rijtje moeten
hebben om te kijken hoe je die wil inzetten.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dank voor de woorden van de wethouder. Eén van
de redenen waarom wij toch deze motie aan u hebben voorgelegd is dat wij
verwijzen naar art. 1630 van het Burgerlijk Wetboek, dat heeft alles te
maken met het voorstel.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, heeft u dat Wetboek een beetje in uw hoofd,
want u wordt geacht de wet te hanteren en u weet dat vast. Ik ook trouwens,
maar
VOORZITTER: Nee, er wordt geacht dat iedere burger de wet kent, dat is wat
anders dan
Heer ROEST (D66)Mag ik mevrouw Stekelenburg dan even om de inhoud ervan
vragen?
VOORZITTER: Wilt u, mevrouw Stekelenburg, dat wetsartikel voorlezen voor de
heer Roest?
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Ja, want wij hebben ons natuurlijk wel even
bedacht via een advocaat van wat zijn de consequenties. Geen goedkeuring
voor huur van twee jaar of korter, artikel 1630, zonder goedkeuring van de
rechter is geldig door overeenkomst voor een duur van 2 jaar of korter. De
artikelen 1625 tot 1629 zijn op die overeenkomst niet van toepassing. Dat
betekent dat als u een contract aangaat voor 4 jaar dat dat dus niet kan,
want dan is er dus huurbescherming, dus zit u er aan. Dus je gaat of een
contract aan voor bepaalde tijd en dan is het dus korter dan 2 jaar, of
voor onbepaalde tijd en dat heeft specifiek te maken en dat is in afwijking
van woningen, kantoren, bedrijven, speciaal in dit specifieke geval bij dit
soort atelierruimtes.
VOORZITTER: Omdat het een nieuw element is geef ik eerst het woord aan de
wethouder om daar op te reageren.
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, ik moet zeggen dat mevrouw Stekelenburg
dermate creatief dit voorstel heeft voorbereid. Inderdaad met gebruikmaking
van wetsartikelen waarvan ik denk dat mijn informatie luidt dat wij dit
niet verhuren als een atelierruimte, maar als een ruimte die wij ter
beschikking stellen aan een kunstenaar en dat is iets anders dan een
atelierruimte. Maar goed, daar wil ik best over praten. Wij hebben 4 jaar
afgesproken om niet de 5 jaar te hebben die je normaal hebt bij een
bedrijfsruimte, waar bij een bedrijfsruimte altijd automatisch de ver
lenging aan zit. Het is bij wederzijds goedvinden, maar als blijkt dat het
inderdaad niet zorgvuldig is en dat we beter een termijn van 2 jaar kunnen
uitzetten, dan kan ik me nog altijd voorstellen dat wij een termijn van 2
jaar met een optie voor de volgende 2 jaar doen. Ik wil daar best over
nadenken, want ik voel er niet voor om een contract te sluiten dat niet
helemaal zorgvuldig is, maar ik had het op prijs gesteld als me dit soort
technische informatie vóór de raad was meegedeeld.