15 april 1999
- 6 -
deze volkshuisvestingsnota op. Wij zijn er heel gelukkig mee dat in deze
nota in ieder geval sterk wordt gepleit voor het behoud van de kernvoor-
raad, maar dat er bovendien ook gestreefd wordt om in de toekomst heel
gevarieerd te gaan bouwen, om daarbij heel sterk na te denken over de
precieze behoefte die er is. Wat dat betreft wordt u wellicht daarin
geholpen door het feit dat er niet echt grote bouwlokaties meer zijn. De
laatste grote bouwlokatie die er op dit moment is, de Boerenstreek, vinden
we nog steeds wat eenzijdig. We vinden het nog steeds jammer dat daar
vrijwel geen bedrijvigheid is. Mensen die dat daar willen stuiten op een
pertinente onwil van bouwers om aanpassingen aan de woningen te verrichten.
En het wordt gewoon een dooie slaapwijk, waar je voor schoolvoorzieningen,
winkelvoorzieningen, bedrijvigheid, altijd eruit moet. En wat dat betreft
zijn we wel blij met de toekomst waarin die gevarieerdheid hopelijk terug
kan komen. Kortom wij stellen ons achter deze nota op.
Wethouder KROL: Voorzitter, de heer Krijger zei: het zal niet meer zijn
zoals het geweest is. En ik denk dat we dan toch moeten constateren met de
woorden van de heer Roest eraan toegevoegd, het gaat meer over kwaliteit.
Het is niet nodig om te herhalen wat we daarover in de afgelopen maanden in
de commissie r.o. en volkshuisvesting gezegd hebben, maar een paar piketpa
len zijn van belang. We kiezen er uitdrukkelijk voor als college en met
deze nota om de toekomstige groei in de bouw van woningen binnen de
bebouwde kom met elkaar op te lossen. Dat is heel wezenlijk. En daarom vond
ik de woorden van de heer Witte daarover toch op zich enigszins teleurstel
lend. Ik begrijp dat het moeilijk is om die ommezwaai te maken van niet
meer bouwen naar buiten, maar wat meer bouwen naar binnen, dat heeft ook
voor uw partij weer wat nadelen, in de sfeer van dat je dan toch ook her en
der wat zult bebouwen. Ik kan me voorstellen dat u geen voorstander bent,
dat heeft u ook aangegeven, van bouwen op open plekken in de gemeente, maar
u heeft dacht ik bij de collegeonderhandelingen heel duidelijk gezegd:
herstructurering, en daar gaat het over, herstructurering betekent dat je
binnen de bebouwde kom op plaatsen waar reeds van alles aan de hand is, op
plaatsen waar van alles staat, waarvan we met z'n allen vinden dat het op
andere plekken in onze gemeente zou kunnen, waarbij we met z'n allen vinden
dat het kwalitatief, als het gaat over de leefbaarheid van de wijk nou niet
direct een geweldige toevoeging aan de kwaliteit van deze wijk is geweest,
dat we met elkaar vinden dat op die plek best kwalitatief hoogwaardige
woningbouw zou kunnen terugkomen. Kwalitatief hoogwaardige woningbouw,
woningbouw inderdaad voor die 70% van onze gemeente die op dit moment
bestaat uit één- en tweepersoonshuishoudens. En die heel graag in het
stedelijk gebied willen wonen, die soms oud zijn en soms jong zijn, maar in
ieder geval het prima vinden om in het stedelijk gebied te wonen, dicht bij
de voorzieningen op plekken waar op dit moment al wat staat. En dat is
anders dan we tot nu toe altijd met elkaar gezegd hebben. En het zou heel
goed zijn als de raad vanavond, want dat was een onderwerp, de volkshuis
vesting in onze gemeente en de r.o., waarin de politieke scheidslijnen
dwars door dit huis liepen, zou ik haast willen zeggen. Waarbij er altijd
zoiets ontstond als van: de groepering in de raad zei: Soest moet nog
groeien, naar buiten en er moet van alles nog aan de buitenkant van Soest
gebeuren, en de politieke groeperingen in Soest zeiden: hou daar nou eens
mee op, met bouwen buiten de bebouwde kom. In het collegeprogramma voor
deze periode staat: deze periode doen we dat behoudens de Boerenstreek niet
meer, en dat is de reden voor het college geweest, en dat is ook het hele
rijksbeleid, dat zegt: probeer het binnen je stedelijk gebied op te lossen.
We zijn er ook niet. Dit is leuk, die volkshuisvestingsrapportage, want het
is de eerste zet op weg naar een aantal ontwikkelingen. Eén daarvan ziet u
in een sfeer van een actief ruimtelijk ordeningsbeleid binnen de bebouwde
kom. De wet voorkeursrecht is daar een van de voorbeelden van, dat komt
straks aan de orde. De tweede stap is dat, wil je meedoen aan die stedelij
ke vernieuwingen in onze gemeente, dan moeten wij met z'n allen een
investeringsplan maken voor stedelijke vernieuwing, want alle subsidies die
zich op het gebied van de volkshuisvesting begeven, zullen vanaf volgend