15 april 1999 - 7 - jaar zitten in het zgn. ISV-fonds, investeringsfonds stedelijke vernieu wing. En we zullen dus na deze globale notitie met elkaar samen moeten gaan verder denken en werken aan een investeringsvisie stedelijke vernieuwing. En natuurlijk zullen er plaatsen zijn, waarin de politieke verschillen volstrekt helder worden. Een manier van invullen waarvan een bepaalde fractie zegt: we vinden het teveel van dit en te weinig van dat. Of een plek waarvan een andere fractie zal zeggen: dit was een open plek en die moet u open laten. Natuurlijk zal de uitwerking van stedelijke vernieuwing en herstructurering leiden tot diezelfde verschillen van mening op bepaalde terreinen. Maar de koers in de richting van, we vinden dat het moet worden opgelost in de komende collegeperiode met herstructurering binnen de bebouwde kom, dat is een koers waarvan ik mag constateren dat die eigenlijk door de hele raad wordt gedragen, waarbij ik niet uitsluit dat we inderdaad in de detaillering daar best wel weer discussie over krijgen, toch wat meer huurwoningen, toch wat meer koopwoningen, wordt het niet te duur. Die discussies zullen we altijd houden. Maar het is denk ik belangrijk om met elkaar vanavond te constateren, het is een belangrijke nota, het is een belangrijke koerswijziging die wij met elkaar inzetten, dat we dat eigen lijk, en daarom even nog in de richting van de heer Witte, met een hele grote groep in deze raad, met elkaar eens zijn. Een paar opmerkingen over de kernvoorraad, zonder te herhalen wat we daar afgelopen dinsdag over gezegd hebben. Natuurlijk wil ook dit college dat de kernvoorraad, want hij is te klein in onze gemeente, constateert de nota, dat die in stand blijft. Natuurlijk wil het college, en dat wil deze hele gemeenteraad dat aan die kernvoorraad niet geknabbeld wordt. En natuurlijk wil ook dit college dat ook daar waar maar enigszins mogelijk uitbreiding van de kernvoorraad plaatsvindt. Maar wel eerlijk, met elkaar eerlijk constateren dat met de huidige grondprijzen en zeker binnen het stedelijk gebied waar je duur verwerft, de heer Krijger noemde het al, is de kans onvoorstelbaar klein dat je daar goedkope huurwoningen kunt bouwen. Dus het is leuk om het met elkaar te belijden dat we het belangrijk vinden dat het gebeurt, maar de realiteit gebiedt ons ook om te zeggen: de kansen die wij daar de komende jaren binnen dat stedelijke gebied krijgen voor huurwonin gen is klein. U mag van dit college, van deze wethouder aannemen, dat we niet gaan bouwen wat de vrije markt bouwt, want dat kunnen ze prima zelf, de overheid moet iets anders doen op het gebied van de volkshuisvesting. We moeten er ook eerlijk bij zeggen dat de goedkopere huurwoningen dan wel de categorieën zijn die wat grondprijs betreft de meeste moeite zullen kosten. Een paar andere opmerkingen daarover. Ik denk aan de opmerking die de heer Witte gemaakt heeft over de Spoorstraat, hij zei het correct, dit college wenst op dit moment niet te discussiëren over de Spoorstraat. Er is discussie in Soesterberg daarover, de corporatie neemt daar het voortouw in, overlegt met de bewoners, en komt uiteindelijk na die discussie bij ons, raad en college, en zegt: we hebben iets besproken, we hebben iets bedacht, dit zijn onze planologische vragen, dit zijn onze volkshuisveste- lijke conseguentiesen dat is het moment waarop deze gemeenteraad en dit college daar denk ik met z'n allen de discussie over moeten voeren. U mag wat mij betreft daar best een voorschotje op nemen, zoals u dat gedaan heeft. Dat wou ik op dit moment nog liever niet doen. Richting D66: een woonbehoefteonderzoek; ik heb u eerder aangegeven dat we onvoorstelbaar veel onderzoek doen, u heeft gelijk, we kunnen nog veel meer doen, we kiezen er op dit moment niet voor om nog verder te onderzoeken. Dit stuk, ook in de richting van mevrouw Koster, zal een stuk zijn dat de komende jaren, niet alleen in 2000, maar ook de jaren daarna, de basis voor het beleid zal zijn op het gebied van de volkshuisvesting. Dat accorderen wij met elkaar vanavond. Daar gaan we niet alleen in het jaar 2000, maar ook in de jaren daarna mee aan de slag. En we kunnen natuurlijk nog best meer gegevens op papier zetten. Voor het ISV in de richting van de heer Roest, zullen we ook nog nader onderzoek moeten doen, maar laten we nu met dit beleid, met deze richting aan de gang gaan en dan pas kijken of er nog meer gegevens nodig zijn. De dure volkshuisvestingsrapportage van de heer Roest, als u vindt dat die te duur is, kunt u inderdaad bij de begroting

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 72