29 april 1999 - 8 - blz. 31 van de toelichting op het bestemmingsplan schrijft u: er zal gebouwd worden in gemiddeld drie bouwlagen. In dit geval is er zelfs als die bovenste vijfde laag wegvalt waar mijn fractie een groot voorstander van is, in dat gebied waar we behoorlijk ver in het knotwilgengebied komen, zelfs als die bovenste vijfde laag wegvalt, is het gemiddelde altijd nog meer dan drie. Daar heeft mijn fractie bezwaar tegen en daarom steunen wij dit voorbereidingsbesluit niet. Heer WITTE (GGS)Ik deel u alleen mede, ik heb dat al heel vaak bij de wethouder gezegd, dat wij tegen dit plan zijn. Wethouder KROL: Ook dit, voorzitter, is een discussie die zich eerder in de raadscommissie r.o. heeft afgespeeld. De commissie heeft in grote meerder heid geoordeeld dat dit plan en ook alle planologische randvoorwaarden die eraan zitten, op deze manier verder kan. Ik hoef hier niet toe te lichten dat het bestemmingsplan Soestdijk 1997 heeft aangegeven dat er op de plek gebouwd kan worden zoals er nu gebouwd gaat worden, dat je, omdat het een uitwerkingsplek betreft altijd met behulp van artikel 19, want dat was al voorzien, dit complex moet realiseren en dat het over het overgrote deel exact past in datgene wat we in algemene zin in 1997 in onze gedachten hebben, inclusief bouwhoogte, inclusief de lagen. De enige aanpassing die er gepleegd is om het complex dat toen nog als één blok, als één massieve wal - één van de burgers in de omgeving die het niet zo aardig vindt, noemde het een 'Atlantic Wall' - gedacht was, door u en het college samen in de afgelopen jaar is gewijzigd in een plan waar doorkijk in ontstaat, zodat het zicht vanuit de Stadhouderslaan verbeterd is. Ik denk dat daar verder alles mee gezegd is. Heer ROEST (D66)Het plan is aangepast, zeker in goede zin. Daar hebben wij ook steun aan gegeven, dat ook de architect van beide gebouwen, het andere gebouw is overigens ook te hoog, dat die een samenhang in het geheel aangaf, dat het doorzicht verbeterd is. Ik vind het jammer dat de wethouder niet ingaat op mijn expliciete stelling die ik nu pas later ook heb gevon den bij nalezing van het bestemmingsplan, dat de gemiddelde bouwhoogte overschreden is. Kunt u dat in ieder geval aangeven, van drie lagen? Wethouder KROL: In de bepaling van het bestemmingsplan staat: er wordt gestreefd naar een gemiddelde hoogte van drie lagen, terwijl de hoogte maximaal vijf bouwlagen mag zijn. Het allereerste stukje van het complex bedraagt vijf bouwlagen, alle andere zijn lager en het gemiddelde aantal bouwlagen komt daarmee op 3,28 en daarmee voldoet het exact aan datgene wat u in het bestemmingsplan gedacht had. VOORZITTER: Dank u wel. Mag ik constateren dat de raad met het voorstel kan instemmen met de aantekening dat de fracties van D66 en GGS tegen dit voorstel zijn. Het voorstel {RV 99-44) wordt zonder stemming aangenomen met de aantekening dat de fracties van D66 en GGS geacht willen worden tegen te zijn. Vaststellen van de voorjaarsnota 1999 Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)De fractie van GGS zou graag een punt van orde stellen. Tijdens de vergadering van de uitgebreide commissie vorige week is op initiatief van GGS besloten om de beantwoording van het college op schriftelijke wijze te laten plaatsvinden. Op dat moment hadden wij er alle vertrouwen in dat het college alle vragen die gesteld waren, zou beantwoor den in de gebruikelijke brief aan de raad. Nu moeten wij constateren, en wij hebben het alleen maar voor ons zelf geteld, dat in het beknopte verslag al een hele hoop ontbreekt, maar dat van minimaal acht van de door ons gestelde vragen überhaupt geen enkel antwoord is aan te treffen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 89