25 mei 2000
-12-
andere woorden: de verschillende vragen en opmerkingen zoals ze nu gesteld zijn, zijn al lang
opgelost. Ook vanuit de zijde van de heer Roest komen een heleboel opmerkingen waarvan ik denk: ja
die hebben met een hele andere discussie en andere hobby te maken, dat is dat hele belangrijke gebied
daar. Maar het gaat helemaal niet over deze probleemstelling. Ik vind het een vreemde discussie, ik
vind het erg jammer dat het op deze wijze plaatsvindt. Ik vind dat dit besluit gewoon genomen kan
worden.
VOORZITTER: Maar we zijn juist voor de beraadslagingen bijeen, dus het is goed dat we er als
zodanig over spreken.
Heer ROEST (D66): Ik wilde even interrumperen bij de heer Meilof. De heer Meilof schat ik altijd in
als een goed toehoorder die argumenten goed verzwelgt en daar dan met een redelijk oordeel uitkomt.
In dit geval vind ik zijn reactie wat teleurstellend. Misschien kan hij dan, want hij devalueert enigszins
het betoog, ik vond toch dat het, ja het is een beetje opschepperig, redelijk in elkaar zit. Kan hij ingaan
op de argumenten die ik heb aangevoerd als gemeente strategisch op te trekken. Is hij het eens met de
strategie die ik heb aangegeven van de gemeente én je positie op de Zandlaan versterken én de positie
die je daar al hebt, we hebben dat terrein ook goed geschoond, we vinden dat Eekhoorngebied heel
belangrijk, dat die strategie juist is. Als hij dat al zou kunnen zeggen dan kunnen we het over de
uitwerking later nog eens zijn.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, mijn reactie was vooral een reactie naar u op grond van
het gehele gebied om de Zandlaan, op Amersfoorts terrein enzovoorts waar u het hele terrein ging
bespreken. En dat ging mij een stap te ver. Maar op zichzelf het feit dat we over een belangrijk gebied
spreken, daar ben ik het mee eens. In die zin vind ik het helemaal niet slecht dat wij dat stukje grond
Zandlaan erbij krijgen en ik vind het ook niet slecht dat wij een ander stukje verkopen, dat gewoon
openbaar toegankelijk blijft, waar geen prikkeldraad mag komen, dient te komen etc. Dus met andere
woorden: wij verliezen daar niets aan. Het enige is dat om bepaalde technische redenen het voor de
eigenaar gunstig kan zijn dat hij daar iets heeft en het feit dat we het een terminologie, dat deed u dan
niet, maar als landgoed aan gaan verbinden, stel dat het waar is, landgoederen zijn soms grote winst
voor de omgeving, er zijn mensen die buitengewoon veel zorg aan hun omgeving besteden, dus ook
dat is niet ernstig, vooral als we geen prikkeldraad mogen gebruiken. En om die reden benoem ik de
discussie als redelijk onzuiver. Dank u wel.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, mag ik misschien als ik onduidelijk ben geweest
richting de heer Mei lof nog wat toelichten? Meneer Meilof het gaat mij niet om datgene wat er nu op
het allerlaatst met de wethouder is besproken, het gaat me er om dat het gebied nu van de eigenaar van
dit landgoed helemaal is afgezet met prikkeldraad. En dat in een stuk waar wij van zeggen: daar moet
iedere Soester, iedereen uit de regio, gebruik van kunnen maken. En als ik tegen een dicht hek
aanloop, met alle respect, ik schijn er dan wel in te mogen heb ik me vanmorgen laten vertellen door
de heer Tupker, dan doet mij dat niet het vertrouwen geven dat dat op termijn goed gaat. En dat is dus
mijn zorg.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, GGS verbaast zich een klein beetje over de emoties
waarmee dit raadsvoorstel door een deel van de raad wordt overladen. We denken dat de gemeenteraad
op dit moment in de gelegenheid is om een stuk grond te verwerven waar wij volkomen achter kunnen
staan. Bijzonder waardevol dat we dat kunnen toevoegen aan het gemeentelijk grondbezit. Ten aanzien
van de deal, de zakelijke grondslag op basis waarvan deze zaak tot stand komt denken wij dat het
college voldoende waarborgen heeft getroffen om datgene wat de raad maximaal kan bereiken, op dat
terrein ook zal bereiken. Er is een kwalitatieve verplichting gevestigd en een bevestiging daarvan in
een notariële acte is misschien voor de show nog heel erg mooi, maar de contractuele verplichting ligt
er al en daarmee heeft deze raad zich een voorziening laten treffen door het college die kan
waarborgen dat er inderdaad geen dingen gebeuren die we niet willen. Laten we daar ook heel