29 juni 2000
-3-
Vraag 4: Wilt u met Peters overleggen of hij bereid is zijn beslissing te heroverwegen omdat hij
ook collega's in gewetensmoeite kan brengen en zichzelf in een onzuivere concurrentie-positie
brengt met zijn besluit?
Wanneer betreffende makelaar zijn bedrijf een aantal zondagen openstelt, wordt er door dit bedrijf
een morele druk uitgeoefend op de huizenbezitters die hun huis te koop aanbieden hun huis open te
stellen voor bezichtiging. Voor velen is dit storend of ontoelaatbaar.
Vraag 5: Bent u bereid met makelaardij Peters in overleg te treden over de wijze waarop hij dit
invult in het geval dat hij handelt binnen de wettelijke ruimte, zonder daarmee mensen in hun
belangen en overtuiging te schaden?
Namens GPV/RPF/SGP,
Wiebe Meilof en Chris van Vuuren
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, het GPV/RPF/SGP was teleurgesteld toen zij in de
Amersfoortse Courant las dat een bedrijf zich open wil stellen op de zondag omwille van de klandizie.
Ten eerste wil ik het volgende opmerken. Als u ons papier leest staat er de eerste keer GPV/RPF/SGP,
de tweede keer GPV/SGP/RPF. Vanaf nu bent u verontschuldigd als u hier een fout in maakt.
VOORZITTER: Ja, maar dan komt u er wel erg makkelijk van af. Maar we zullen het in gedachten
meenemen.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Een tweede opmerking is dat ik eigenlijk iets te gespannen ben om
nog meer te zeggen omdat ik nog steeds de uitslag van de voetbalwedstrijd niet weet, maar goed, ik ga
toch een poging doen.
Ik wil even één klein dingetje toelichten. Het bedrijf Peters gaat iets doen om iets op te lossen
waarmee ze iets doen waarmee ze het probleem groter maken. En dat vind ik een probleem. Ik wil het
ook wel uitleggen hoor, en dat is het volgende. Zij constateren dat er echtparen zijn waarvan beide
exemplaren werken en dat zij op zaterdag moeten winkelen en dat ze zondag de enige dag hebben als
mogelijkheid om met elkaar een bezoek aan een makelaar te brengen om huizen te gaan bezichtigen.
Wat is zijn oplossing? Omdat er zulke klanten van hem zijn, zegt hij: "nou dan ga ik zondag werken",
oftewel dan ga ik zorgen dat er bedrijfsmatige activiteiten komen waardoor het voor deze mensen
makkelijker wordt. Maar hij vergeet helemaal dat hij daarmee in een branche, een trend gaat zetten,
mogelijk, en eventueel de financieringsbedrijven die daar achter zitten, waardoor er nog meer mensen
ook op diezelfde zondag zelfs allerlei dingen niet meer gezamenlijk kunnen doen, oftewel die
geweldige verworvenheid die wij in Nederland hebben, dat we een gezamenlijke dag hebben waarbij
iedereen een redelijke mate de mogelijkheid heeft om vrij te hebben om eigen activiteiten te hebben en
voor een Christen is dat een activiteit die ook daarmee strookt met bijvoorbeeld de kerkgang, die gaat
hij extra belasten. Belasten op een manier om juist iets op te lossen waar zij last van hebben. Dat
klanten niet bij hem kunnen komen. Dus het is een geweldig inconsequente daad die zij stellen. Dat is
even het gevoelen dat erachter zit, waarvan wij denken: dit is heel vreemd. Het zal u duidelijk zijn dat
wij van u vragen om nog even heel goed te kijken welke mogelijkheden we als gemeente hebben om
hier wel zelf actie op te plegen en ten tweede dat wij u vragen, als wij formeel geen ruimte hebben,
alsnog als gemeentebestuur met dit bedrijf in gesprek te komen om hem te vragen, te verzoeken om
misschien anders met deze materie om te gaan. Dank u.
VOORZITTER: Dank u wel voor uw toelichting. Ik denk dat het goed is de vragen langs te lopen en
ze namens het college van een antwoord te voorzien en ik zal die beantwoording voor mijn rekening
nemen. Uw vraag 1 is of dit het enige of belangrijke criterium in het kader van de openstelling op
zondag is en of het op de juiste wijze geïnterpreteerd is. En dan gaat het om openstelling vanwege al
dan niet handel in roerende goederen of lichamelijke zaken. En het antwoord daarop is heel helder.