29 juni 2000
Heer KONING (CDA): U wilt toch niet de heer Krol van onze fractie losweken, meneer Roest?
Heer ROEST (D66): Hij toont om de haverklap, meneer Koning, dat die fractie dus zijn eigen
afwegingen maakt en dat hij daar weinig deel aan heeft en soms wat moeite
Wethouder KROL: Nee, nee, voorzitter, dat gaat een stukje te ver. Ik ben een volwaardig lid van die
fractie die natuurlijk ook wel eens een keer zijn eigen afwegingen en bepaalde besluiten neemt waar
de wethouder anders over denkt. Als u dat duaal wilt noemen, prima, maar ik blijf wel volwaardig lid
van die fractie. Ik mag ook nog meepraten, dat scheelt.
Voorzitter, wat betreft het oude Molenschot het volgende. De discussie over het oude Molenschot is
ontstaan niet, niet, streep daaronder, als gevolg van deals, dat is een stap later. De oude Molenschot
discussie is gekomen toen deze gemeenteraad met toen nog acht fractievoorzitters, heel bewust loyaal
op een voortreffelijke wijze heeft gezegd: wij gaan in deze gemeente Soest met z'n allen een
asielzoekerscentrum op deze locatie toestaan. En wij dragen het college, het toenmalige college, op om
dat mogelijk te maken voor 3 jaar en om ervoor te zorgen dat aan het einde van die 3 jaar, en dat is in
2001, volgend jaar om deze tijd, er plannen liggen voor een andere invulling van dit terrein. En ik heb
keer op keer gezegd: die plannen hebben wat mij betreft maar twee grote randvoorwaarden, 1: omlaag,
en 2: kleiner in aantal. Op dit moment staan er 168 wooneenheden, ze gaan omlaag en ze gaan terug.
Ik heb nooit gezegd, en zo zijn de plannen dus ook niet, dat daarbij geen plaats meer zou zijn voor de
mensen die er nu wonen, laat staan dat er dwingende uitspraken uit de mond van het college of wie
dan ook uit deze raad zijn gekomen over prijspeil dan wel huurniveau van de woningen die op deze
locatie zouden kunnen verrijzen. Ik heb maar twee randvoorwaarden, omlaag, grondgebonden en veel
minder dan de 168 wooneenheden die er nu staan. Dat zijn de college-randvoorwaarden vanaf dag 1
voor dit project geweest, plus de opdracht van de gemeenteraad om ervoor te zorgen dat er op deze
locatie plannen ontwikkeld worden die aan die randvoorwaarden voldoen. Ik heb, en ik heb u volgens
mij daar al een exemplaar van ter inzage gelegd, als dat niet is gebeurd zal ik u dat met ingang van
morgenochtend doen, een brief geschreven aan de stichting Woonzorg en daar exact hetzelfde
aangegeven, omlaag, grondgebonden woningen en het probleem wat u als huisbaas, als verhuurder zou
kunnen krijgen, met een aantal van de mensen die huurbescherming genieten op uw terrein zult u op
het terrein of elders binnen uw woningbestand moeten kunnen oplossen. En daarmee is de suggestie
dat het woningen zijn waar de mensen niet meer in terecht zouden kunnen, misplaatst en ook in strijd
met datgene wat wij in de richting van stichting Woonzorg hebben aangegeven. Ik denk voorzitter, dat
ik het in eerste instantie hierbij zou willen laten.
VOORZITTER: Ik overleg even met u. Schorsen wij even of ronden wij eerst dit onderwerp af? Eerst
het onderwerp afronden? Dan geef ik de tweede termijn vrij.
Heer KRIJGER (VVD): Als we dan heel snel zijn, wij zijn blij met het antwoord van het college.
Vooral dat de VOS slimmer is dan wij uit de pers hadden begrepen. Het was echt werken aan een
goede uitwerking ervan, heel belangrijk. En het tweede dat wij ook geleerd hebben bij de hele
discussie over ISV en ook bij de eerste ronde bij de meeste fracties, is dat de politiek moet durven
terughoudend te zijn. Er wordt gevraagd door de heer Witte namens zijn fractie neem ik aan: leg eens
politiek uit watje allemaal wil. We hebben juist deze keer gekozen voor een procedure dat door een
objectieve derde met zeer veel belanghebbenden in Soest is gepraat en die meningen komen misschien
hier en daar wat minder uit, maar dan laatje de meningen wel overeind staan. En is anders dan wat
betreft GGS, als inspraak niet uitkomt, dan trapje het rapport maar onderuit. Vandaar ook dat wij
denken dat de bestuurlijke verantwoordelijkheid gelukkig heel breed wordt gedragen en wij steunen u
bij de komende reacties, rapportages over de gang van zaken.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, ik ben ook tevreden met het antwoord van de wethouder. Ik vond het
alleen niet volledig en ik wil hem nog wel even een aanvulling vragen. Hij zei ten aanzien van die
- 22 -
