29 juni 2000
Heer ROEST (D66): Voorzitter, ik doe het ook niet over. Belangrijk is, en dat ben ik met de vorige
sprekers eens, dat we niet bouwen en daar wil ik ook mijn toestemming van laten afhangen, dat we
niet alleen maar bouwen in de allerhoogste categorie zoals in het voorstel ook staat vermeld. Daar is
mijn fractie en er zijn meer fracties geweest, heel erg strikt in. Wij roemen de manier waarop u de
kwaliteit van bebouwing wilt verbeteren, maar het is niet alleen maar ruimtelijke kwaliteit; in deze zin
sluit het aan op het vorige onderwerp, niet alleen maar kleiner en mooier, mooier is wel heel belangrijk
voor ons, maar vooral ook gedifferentieerd bouwen. En wij verwachten dus ook van een ander
segment van de markt iets in de plannen terug te zien. We hebben het in de commissie gehad over
rekenvoorbeelden, want misschien kost ons dat dan inderdaad iets meer, en mijn fractie is bereid om
daar dan inderdaad meer voor te betalen, want dat is natuurlijk de andere kant van de medaille.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, wij kunnen ook akkoord gaan met het voorstel, met
daarbij de kanttekening dat ook wat ons betreft er in het lager segment gebouwd moet gaan worden. Ik
heb gevraagd in de commissie: college wilt u nadenken in deze sfeer over een anti-speculatiebeding.
Ik heb daar wel een soort, zou ik haast zeggen, antwoord van de wethouder op gekregen, wat
overigens niet helemaal datgene was wat ik gehoopt had te horen. Ik verwacht van de wethouder dat
hij daar nu toch nog even concreet op ingaat. Ik heb toen het voorbeeld genoemd van Zeist, die zeggen
van: tot 4, 4'A ton gaan wij ook uit van een anti-speculatiebeding en wij hechten daar zeer aan, omdat
er hier waarschijnlijk in een pps-constructie gehandeld moet gaan worden, en ik denk dat dat dan ook
van wezenlijk belang is, om dat ook aan partijen kenbaar te maken.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, een goed plan dat voorligt. Het heeft al gezorgd voor
behoud van iets wat waardevol is. De heer Krijger noemde het al even. Het punt waar we allen op alert
zullen blijven is inderdaad de aard van de woning. De voorraad die er gaat komen, zicht op de
begraafplaats is eerder genoemd. Kritisch volgen we de ontsluiting van de parallelweg, dat er niet
2 parallelweggetjes ontstaan, wat jammer van de ruimte is, dat soort aspecten, maar die invulling
volgt, en die zullen wij volgen.
Heer STORIMANS (CDA): Ja voorzitter, ook ik zal de commissie niet overdoen, ons standpunt is
bekend, een goed plan, gedifferentieerd bouwen, u heeft alle antwoorden gegeven, dus ga door.
Wethouder KROL: Voorzitter, wat we vanavond voorleggen is de marsroute om tot een ontwikkeling
van Spoordal te komen en niet de ontwikkeling zelf. En dat betekent dat we met z'n allen straks, vijf
of zes goede, hopelijk hele goede plannen voor krijgen die allemaal getoetst zullen gaan worden door
u en door mij, door ons allen op kwaliteit, differentiatie en hoogte gemeentelijke bijdrage. En voor de
één van u zal differentiatie zwaarder wegen, voor de ander zal ruimtelijke kwaliteit zwaarder wegen,
en misschien voor een enkele van u, maar die hoor ik tegenwoordig steeds minder ook, de financiële
bijdrage nog wel. Het zal wel met de goede tijden te maken hebben die op Nederland zijn neergedaald
wat dat betreft.
Het anti-speculatiebeding, vraag van de PvdA-fractie, ik denk dat op het moment dat we tot een keuze
van een plan gaan komen, voorzitter, dan zou het moment er kunnen zijn dat de gemeenteraad zegt: we
kiezen voor plan A en we vinden dat plan A nog een stukje gedifferentieerder zou moeten worden, en
ik wijs u er nogmaals op dat dat een hele toer wordt. Het wordt een vrij stevige toer om in een
herontwikkelingsgebied voldoende gedifferentieerd te bouwen. Maar even voor het voorbeeld. De
gemeenteraad van Soest zegt: we kiezen met z'n allen voor plan A, en daar moet een stukje meer in
gedifferentieerd worden, ik verwijs even naar de woorden van de heer Roest in dat kader. We stoppen
er een bedrag Y bij, om tot die meer-differentiatie te komen. Op dat moment zullen er woningen gaan
komen die onder de markt liggen, onder de marktprijs komen. Onder de prijs die je normaal gesproken
voor zo'n product zou betalen. En op dat moment komt het woord anti-speculatiebeding pas aan de
orde. Want op dat moment kun je bepalen: wat is de normale door een makelaar vastgestelde vrije
verkoopprijs, wat is die geworden als gevolg van de gemeentelijke interventie? En het gat tussen die
twee is de grootte van een mogelijk anti-speculatiebedrag. Dus in de richting van mevrouw
- 27 -