31 augustus 2000 moeten redeneren, dat spijt ons gewoon bijzonder, daar hebben we ook, na die bekendmaking, nog nader contact met hem over gehad, want het doet altijd pijn ook een lid van een team waar jaren mee is samengewerkt, in die zin te moeten zien gaan. Ik denk dat het goed is ook op dit moment de dingen te noemen zoals ik ze genoemd heb. Ik weet dat ik ook namens velen van u spreek en graag zullen we met hem overleggen over een goede vorm om ook in formele en officiële zin de wisseling van het wethouderschap ook naar hem toe de erkentelijkheid te laten blijken. Mag ik het bij die eerste medede ling laten? Dan wil ik graag een tweede mededeling doen en dat is de voorziening in de vacature van wethouder. De Gemeentewet schrijft voor dat de vacaturevervulling plaatsvindt door de raad in voltalligheid bijeen. En in die voltalligheid bijeen, wij zijn vanavond niet in voltalligheid bijeen en daarnaast is de raad ook niet voltallig omdat de heer Smeeing 29 augustus jl. heeft kenbaar gemaakt per heden, dus op 29 augustus, zijn raadslidmaatschap neer te leggen. Dat betekent dat we de komende tijd een procedu re krijgen ter vervulling van die vacature: geloofsbrieven, beëdiging of belofte, toelating tot een nieuw lid van de raad. Nou schrijft de Gemeentewet in principe die voltalligheid voor, maar de Gemeentewet geeft ook aan dat er omstandigheden te noemen zijn, bijzondere omstandigheden zijn aan te merken, maar die moeten dan erkend worden door de raad als bijzondere omstandigheid, datje dan toch, ondanks het ontbreken van voltalligheid tot benoeming van een nieuwe wethouder kunt overgaan. Het college is van mening, maar ik presenteer het ook om uw reactie daarop te horen, dat er van een bijzondere omstandigheid sprake is. En wel om verschillende redenen is in onze ogen van een bijzondere omstandigheid sprake, dat er een aantal grote maatschappelijk bestuurlijk politieke onderwerpen actueel zijn en ik hoef er geen enkele te noemen, want u kent ze, die veel aandacht vragen. Daarnaast zitten we aan de vooravond van de begrotingsbehandeling en dat vergt ook een voorbereidingstijd en inwerktijd en behandeling. Op de derde plaats is het zo, gelet op de omvang van de gemeente qua bemensing dat we in aantal een beperkte bemensing hebben in het college. Dus als je er dan één mist, telt het des te zwaarder, ook in normale omstandigheden. En die drie overwegingen zijn bij ons aanleiding om voor te stellen de omstandigheid als bijzonder aan te merken en daarbij toch vanavond al de voorziening in de vacature van wethouder aan de orde te hebben en te regelen in de raad. Het is aan de raad daarin een uitspraak te doen, vandaar dat ik eerst dit ordevoorstel aan de orde wil stellen en u wil vragen of u daarop wilt reageren om na te gaan of u de mening over die bijzondere karakter deelt. Heer KRIJGER (VVD): Voorzitter, een aantal jaren terug is in Soest, gezien de toenmalige financiële situatie en meer overwegingen gekozen voor een minimaal college qua omvang. Dat wil dus zeggen dat een aantal zaken worden verdeeld niet over vier of vijf, wat ook mogelijk zou zijn, maar over slechts drie personen. Dat is een zware belasting en waarschijnlijk ook één van de redenen geweest, wat wij betreuren, dat de heer Ten Hove die enorme omvang van zijn portefeuille, waar zeer veel overleg in zit, niet heeft kunnen afmaken. Zo'n zware portefeuille verdelen voor de langere termijn, dus langer praten over zus of zo, lijkt ons gezien de zaken die voor ons staan niet gewenst in het belang van Soest. De begroting komt eraan, belangrijke zaken die nogal wat overleg vragen met belanghebbenden, met ouders, met onderwijs, met sport. Wat allemaal gaat gebeuren, mag niet blijven liggen of stukje bij stukje worden verdeeld en uitgevoerd met waarschijnlijk te weinig aandacht als je dat slechts verdeelt over twee wethouders. U kunt bijspringen, maar het blijft datje dan in plaats van vier mensen met drie mensen, waarvan twee een politieke verantwoordelijkheid hebben, die moeilijke zaken moet gaan doen. Het is dus, denken wij, in het belang van Soest, dat wij op hele korte termijn voorzien in de ontstane vacature. Heer ROEST (D66): Ik kan kort zijn, voorzitter. Ik deel alle drie overwegingen die u genoemd heeft om hier te spreken van een bijzondere omstandigheid en ik stel dus ook voor vanavond in de vacature te voorzien. - 2 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 191