31 augustus 2000 De eerste, en die is al op verschillende manieren hier ter sprake gekomen, is de urgentie die samen hangt met de vervulling van de lege stoel op dit moment aan de collegetafel. In de portefeuille SOV/M zitten op dit moment belangrijke aangelegenheden. Aangelegenheden die vragen om veel aandacht, teveel aandacht voor het college met zijn huidige omvang, en die ook nadrukkelijk een bestuurlijk goede invulling vereisen om tot een einde te worden gebracht op een manier die recht doet aan Soest. Dat is een uitdaging, die is bijna op ons lijf geschreven. Dus dat is de eerste overweging om ja te zeggen. De tweede overweging gaat verder terug. Na de verkiezingen in 1998 was GGS van mening dat als het mogelijk zou zijn om op programmatische basis tot overeenstemming te komen met de andere partijen in de raad, wij ook verantwoordelijkheid zouden willen dragen voor het bestuur van deze gemeente. 8 Jaar oppositie is mooi, 10 jaar oppositie is misschien nog wel mooier, maar op een gegeven moment heb je als groepering een achterban en heb je ook een zekere geschiedenis in zo'n raad die naar je eigen idee toch zou moeten rechtvaardigen en ook noodzakelijk maakt misschien wel om die verant woordelijkheid die met het besturen samengaat, te dragen. Wij waren 2 jaar geleden niet in de gele genheid om dat met succesvolle onderhandelingen af te ronden, maar inmiddels lijken de omstandig heden wat dat betreft ten goede gekeerd. GGS voelt die verantwoordelijkheid en zal die verantwoorde lijkheid graag nemen. De derde overweging is de mogelijkheid die daartoe gecreëerd is door de fracties van de WD en het CDA. Ook dat is even al eerder ter sprake gekomen. Als je zo lang oppositie voert en soms ook met de kritische toon zoals GGS die misschien wel tot zijn handelsmerk heeft gemaakt naar het idee van sommigen in deze raad, dan kun je in situaties komen waarbij je elkaar niet meer altijd even vriende lijk, in ieder geval hier aan dit hoefijzer, tegemoet treedt. Dat lijkt dan barrières op te werpen die wellicht bijna onoverkomelijk zijn. De afgelopen dagen hebben aangetoond dat gezond verstand kan zegevieren. Dat het mogelijk is om die verschillen duidelijk te maken, erover te praten en daar op een goede manier uit te komen. En dat is een gebaar dat wij hebben ervaren, wat het voor ons in ieder geval vanavond mogelijk maakt om te zeggen van: dit is een moment waarop wij denken dat die bestuursverantwoordelijkheid vorm zou kunnen krijgen. Het vierde en laatste punt dat ik zou willen noemen is dat GGS in die eerste drie punten nog eens extra is gesterkt door het gegroeide vertrouwen zoals dat is voortgekomen uit de onderhandelingen die we de afgelopen dagen hebben gevoerd. Dat is in een sfeer gegaan die constructief was, waarbij we over en weer konden zeggen wat we wilden zeggen, waar het mogelijk was om daarover na te denken en wij denken dat dat een goede basis is om collegeverantwoordelijkheid aan te gaan. Voorzitter, GGS heeft 10 jaar lang een eigen stijl gehad. Die stijl hing samen, in belangrijke mate met natuurlijk de ideeën die wij hebben, met onze rol als oppositiepartij, met de cultuur van de mensen, de samenstel van mensen in onze fractie en onze achterban. Dat is een stijl die in sommige gevallen erg confronterend was. In ieder geval hier binnen deze raad. Wij denken dat wij als GGS op basis van goede argumenten, op basis van kritisch denkvermogen en een gezonde kritische inbreng in het college en in de diverse onderdelen van deze raad, op een constructieve wijze de komende tijd bij zullen kunnen dragen aan het functioneren van het college en de raad. Dat betekent dat daar waar noodzakelijk wij zullen zoeken naar mogelijkheden voor compromissen. Dat wij daar waar het noodzakelijk is, onze toon zullen laten horen, en wij hopen dat, zeker in het begin als we dan nog eventjes vergeten dat dat hele scherpe er dan misschien af moest, u dat ons zou willen vergeven. Ik zou willen besluiten voorzitter, met de heer Harry Witte kandidaat te willen stellen voor het wethouderschap van de gemeente Soest. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, burgemeester Jansen, voordat ik mijn betoog begin wil ik u persoonlijk heel hartelijk bedanken voor de tijd die u heeft vrijgemaakt en de steun die u ons vorige week maandag bij het aftreden van wethouder Ten Hove heeft geboden. Het heeft Pieter en mij heel veel goed gedaan. Dank daarvoor. Betrouwbaarheid, fatsoen, geloofwaardigheid en zorgvuldigheid. Die vier elementen, daar draait het wat PvdA betreft om in de politiek. In het kort wil ik schetsen hoe zo'n proces verloopt. - 7 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 196