31 augustus 2000 - 26 - vaststellen, een paar jaar later, dat is toch eigenlijk wel onhandig, misschien wel van twee kanten, hoewel ik toch zou verwachten dat ook vanuit dit huis men attent genoeg is om, en meer ervaring heeft misschien ook, die prijzen nauwlettend in de gaten te houden en zelf ook aan te geven van: hou er rekening mee, de bouwkosten gaan met 0,9% per maand omhoog. Ja, dus het is een goed lesje voor de volgende keer om al die projecten die voor langere tijd gepland zijn, veel beter in de gaten te houden. Ook voor ons als raad. En dit is het ongeveer. Heer KONING (CDA): Voorzitter, in de commissievergadering hebben wij uitvoerig over dit onder werp gesproken. Wij hebben onze gal gespuid om dat zo maar eens uit te drukken. We hebben toen ook gememoreerd aan het feit dat wij bij de algemene beschouwingen en daarna regelmatig de wethouder van de PvdA die dit in portefeuille heeft, achtervolgd hebben met de vraag: hoe zit het nu met de sportclustering, blijf je binnen het budget, komt er een overschrijding, komen er tegenvallers? En keer op keer, bijna maandelijks, kregen wij van deze wethouder te horen dat het allemaal wel goed zat. En helaas, het zat dus niet goed. En we hebben ook in de commissievergadering derhalve de schrijnende vraag moeten stellen: zijn wij in staat als gemeente, als grote gemeente, om een dergelijk project te managen? De burgemeester, namens de wethouder, heeft toen daarop gereageerd en gezegd dat dit in feite een incident is en datje niet een algemene lijn zou kunnen trekken. Je kunt niet de conclusie hieruit destilleren dat het in de toekomst ook fout zal gaan. Toch leeft bij ons ook de vraag welke maatregelen zijn genomen of worden genomen om voor de toekomst een dergelijke tegenvaller, een dergelijk mislukken van een stuk beleid wat toch een goed beleid is, te voorkomen. Wat zijn de gevolgen of de consequenties voor de toekomst. We kunnen natuurlijk wel weer maandelijks de vraag stellen: blijven we nu wel binnen de begroting. De heer Witte, de nieuwe wethouder, zal ongetwijfeld zeggen: ja, je blijft binnen het budget. Ik hoop dat dat inderdaad het geval is en ik zal hem nu alvast de waarschuwing mee willen geven dat elke overschrijding dramatische gevolgen zal hebben. Wij zouden dat niet meer kunnen accepteren. De heer Roest heeft het over moties van wantrouwen e.d., in eerste instantie richting de PvdA-wethou- der, maar hij betrekt het hele college daarin en hij vraagt zich af of het hele college eigenlijk verant woordelijk is voor het mislukken van dit deeltje van het beleid. Ik denk datje dat niet zo kunt stellen. Uiteindelijk is het de wethouder geweest die de ambtenaren aangestuurd heeft. Uiteindelijk is het de wethouder geweest die zijn collegeleden had moeten informeren. Het is de wethouder geweest die ons had moeten informeren. Het is de wethouder geweest die de onderhandelingen gevoerd heeft en die de gesprekken gevoerd heeft. Kortom, je kunt wel zeggen: het hele college is verantwoordelijk, dat lijkt mij niet juist. Dan kom je nog gauw bij de conclusie dat de hele raad verantwoordelijk is en dat er nog veel meer mensen verantwoordelijk zijn, want wij hebben het college weer op de plaats gezet zoals ze daar nu zitten. Kortom, dan is zo langzamerhand iedereen verantwoordelijk, en als iedereen verant woordelijk is, is dus niemand verantwoordelijk. Dus ik wou deze hele affaire toch laten liggen bij de betreffende vak-wethouder. Heer ROEST (D66): Voorzitter, dit verhaaltje heb ik wel vaker gehoord. Heer KONING (CDA): Maar niet van mij, het is de eerste keer dat ik het zeg. Heer ROEST (D66): Nee, maar het verbaasde mij dus, want u heeft meestal originele verhalen eigenlijk en dit is een gekauwd verhaal. Maar ik moet de heer Koning erop wijzen dat het naar mijn mening de kem van de democratie is. We hebben een stel uitvoerders van beleid aan die kant zitten en wij hebben als raad de taak om te controleren. Mijn vraag aan hem is: denkt hij bijvoorbeeld niet dat bij een besluit dat toch heel wat geld kost, dat de wethouder van financiën, ik geef maar even een voorbeeld, dit niet zou moeten "monitoren", het bekende begrip. Zou zij daar toch niet vooral bij dit hele moeilijke dossier, u heeft van mij gehoord toeters en bellen, zou zij dat niet continue moeten navragen van: hoe zit het ermee, hoe staat het ermee. Wat is uw antwoord daarop?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 215