21 september 2000
VOORZITTER: Er hebben ons geen vragen bereikt.
4. Beschikbaarstelling van een krediet voor onderzoek naar de situatie van het openbaar onderwijs
met het oog op nadere besluitvorming daarover in samenhang met aanpak segregatieproblema-
tiek
Mevrouw HUBERTS (WD): Voorzitter, ik beperk mij in mijn reactie tot het voorliggende voorstel.
Wij hebben in de commissie de afgelopen keren heel uitgebreid met elkaar van gedachten gewisseld
over het openbaar onderwijs, over de toekomst van het openbaar onderwijs. Hoe we daarmee om
zouden kunnen gaan. Hoe we daarmee om zouden moeten gaan. Hoe we de expertise kunnen handha
ven. Heel veel ideeën zijn ons aangedragen door betrokkenen, door docenten, en nogmaals, mijn
fractie denkt dat het dus nu tijd is om het onderzoek te starten. U krijgt van ons ook het krediet, dat is
geen probleem. U vraagt of wij akkoord kunnen gaan met het plan van aanpak zoals Unia dat presen
teert. Wij hebben daar nog eens met elkaar van gedachten gewisseld en wij denken dat dat als vertrek
punt heel goed kan. En de wethouder heeft immers ook toegezegd dat er een startbijeenkomst plaats
vindt. Ik denk dat het een hele goede zaak is om met elkaar vanuit een open situatie te vertrekken. Alle
onderzoeksgegevens naast elkaar te leggen en dan met elkaar te komen tot een zo goed mogelijk
resultaat waar het openbaar onderwijs mee gebaat is, waar de integratie beter tot zijn recht komt en dat
we zo met elkaar een goede besluitvorming kunnen maken. Dus wat ons betreft akkoord met het
voorstel.
Heer KONING (CDA): Voorzitter, ik kan wat dat betreft ook kort zijn. We hebben de afgelopen dagen
ons nogal bezig gehouden met het onderwijs in onze gemeente. Er zijn heel wat woorden over gespro
ken. Ik verwijs naar de beraadslagingen van eergisteren en van een commissievergadering, ik dacht
zelfs twee daarvoor en ik verwijs ook naar de inbreng van mevrouw De Waard in dat verband. Wij
kunnen instemmen met het voorstel zoals nu voor ons ligt, zoals het college dat opgesteld heeft. Ik wil
nog wel een opmerking maken bij de offerte van Unia. Er wordt gesproken over een gezonde normale
exploitatiebasis. Ook eergisteren hebben we al gezegd dat het ons ook gaat, in het bijzonder gaat zelfs
om de kwaliteit van het onderwijs en niet alleen om de normale gezonde exploitatiebasis. Dus het
moet gecombineerd zijn met kwaliteit van het openbaar onderwijs. Wij verwachten, wij hopen dat
door dit onderzoek, dat wat ons betreft morgen kan starten, het is wel op een vrijdag, maar goed, je
kunt morgen starten, je moet er snel bij zijn denk ik en je moet het ook snel afwikkelen. Wat ons
betreft kan dat en wij houden het college ook aan alle toezeggingen die gedaan zijn als het gaat om de
betrokkenheid van de commissie, betrokkenheid van anderen. Wij willen graag daarover meedenken,
meepraten en ja, er is maar één conclusie mogelijk, de offerte, het plan van aanpak is dermate ruim dat
wij ons er best in kunnen vinden. Dus ga uw gang.
Heer ROEST (D66): Ik zal aanmerkelijk minder kort zijn voorzitter, want ik wil niet alleen vooruit
kijken, wat in het belang van het openbaar onderwijs bijzonder belangrijk is, maar ik wil toch ook kort
achteruit kijken. Vanavond bespreken we het derde voorstel over het onderwijs binnen één maand.
Van het besluit tot sluiten in 2001, genomen door het college in de vorige samenstelling, tot het
voornemen tot sluiting in 2002, waarbij de invloed van de nieuwe wethouder gelukkig al een beetje te
zien was, tot een krediet om te onderzoeken wat er gedaan moet worden. Kortom: van een besluit
zonder nadenken naar nadenken alvorens een besluit te nemen, hetgeen toch gebruikelijk is.
Naar mijn mening is hier sprake van driemaal o: ondoordacht, onzorgvuldig en onrustzaaiend. On
doordacht om er geen koers, geen visie was. Het is hap-snap-beleid. Vorig jaar vroeg ik aan de
wethouder bij de begroting naar een visie van het college als belangenbehartiger van het hele onder
wijs om de koers van de diverse smaldelen, daar had ik het toen over, op elkaar af te stemmen. De
smaldelen waren het openbaar onderwijs en de andere vormen van het onderwijs. Mijn vraag aan het
college is: waarom is er na één jaar nog steeds geen fatsoenlijke visie op het onderwijs, geen analyse
- 2 -