21 september 2000 van problemen, anders dan dat we een geldprobleem hebben, anders dan dat we moeten koersen, een soort rampkoers op 30-70 verdeling. Onzorgvuldig. Duurzame besluiten komen tot stand in overleg met betrokkenen. Mijn fractie hamert daar gedurende 5 jaar al op. U heeft uw lesje bij de sportclustering nog steeds niet geleerd. Het openbaar onderwijs heeft in tegenstelling tot het college wél nagedacht over een analyse van proble men en een mogelijke oplossing. Zij hebben een tussenbalans gemaakt. In de juniraad, dus voor de grote vakantie heb ik om een reactie van het college gevraagd op de tussenbalans. We zijn vervolgens verbijsterd over wat er gebeurd is. Op 24 augustus deelt mevrouw Blommers de scholen mee dat het college heeft besloten tot sluiting van drie locaties. Precies één week daarna, ik heb dat geverifieerd, op 31 augustus, komt de eerste reactie van het college op de tussenbalans pas bij de scholen terecht. In die reactie gaat u ook niet echt in op analyse en suggesties. Dat kan ook niet, want u heeft eigenlijk ook geen visie daarop, zoals ik net heb aangegeven. Bovendien gaat u voorbij aan het adviesrecht van de medezeggenschapsraad. Een wettelijke zaak. En wethouders worden geacht zich aan de wet te houden. Ik ben heel benieuwd of mijn collega's in de raad misschien ook in tweede termijn over dit aspect van onzorgvuldigheid hun mening kunnen uiten. Het moet kunnen, ook als het het eigen college is. Het derde punt was onrustzaaiend. Onrustzaaiend voor kinderen en hun ouders. Onrustzaaiend voor het personeel. Onrustzaaiend is ons bij de inspraak gebleken ook voor het bijzonder onderwijs. Maar vooral ook onrustzaaiend voor nieuwe ouders die hun kinderen wilden opgeven voor scholen. Het imago van het openbaar onderwijs heeft een grote deuk opgelopen en het probleem van te weinig leerlingen voor sommige scholen is daardoor verergerd. Als we deze bestuurlijke puinhoop eigenlijk overzien, kunnen we niet anders doen dan concluderen dat het bestuurlijk handelen ver onder de maat was. De drie o's die ik heb genoemd kunnen we vertalen naar drie dikke o's van onvoldoende op het tussenrapport van het college. Ik heb de vraag aan het college of het niet tijd wordt dat het college in het openbaar zijn excuses aanbiedt aan alle betrokkenen in het openbaar onderwijs. Waar het nu vooral om gaat is het vertrouwen terugwinnen. En dat zal niet gemakkelijk zijn. En vooral ook perspectief bieden. Wat gaan we doen en wat zijn we bereid om daarvoor te investeren? En dan moeten we uw voorstel en de offerte van Unia daaraan toetsen. Het vertrouwen is bij ons nog niet echt doorgebroken, want het voorstel spreekt nog steeds als eerste over de sluiting van drie locaties. En daarna gaat het over alternatieven. Het uitgangspunt is een "gezonde exploitatiebasis", zoals de heer Koning net heeft aangegeven en niet vooral een bevordering van de kwaliteit van het onderwijs. De opzet van het onderzoek, het staat er letterlijk boven volgens de offerte: "het verminderen van grote concentraties allochtone leerlingen binnen het openbaar onderwijs en de rol die de overige onderwijs- richtingen daarin willen spelen". Dat is te schraal voorzitter. Uitgangspunt moet zijn: het vergroten van kansen van kinderen, niet alleen allochtonen, door kwalitatief goed onderwijs. Kansen van kinderen in een multiculturele samenleving worden vergroot als ze al op school leren kennismaken met kinderen uit diverse culturen. Maar kansen van kinderen worden misschien nog wel meer vergroot door het bestrijden van taalachterstanden. Erkenning van die uitgangspunten is niet alleen voor het hele onderwijsveld van belang, maar ook voor ouders. Daarmee wordt niet alleen het belang van taalonderwijs in de voorschoolse periode en de eerste jaren van het basisonderwijs beklemtoond, maar ook, en daar moet u ook duidelijk in zijn, van het thuis meer Nederlands spreken. Het openbaar onderwijs heeft daarbij een schat aan ervaring, die ook voor het bijzonder onderwijs van groot belang is. Ik vraag het college als bestuurder van het openbaar onderwijs die beschadigde startpositie van het openbaar onderwijs te herstellen en te verstevigen. Voorzitter, ik kom weer terug op die duurzame besluiten. Besluiten met een draagvlak kunnen alleen maar tot stand komen in overleg met betrokkenen. Wij denken dat de periode die u daarvoor nu neemt te kort wordt ingeschat. Wij sluiten ook niet uit dat het krediet dat nu beschikbaar wordt gesteld te laag zal blijken te zijn. Wij stellen het op prijs, en dat is ook in de commissie aan de orde gekomen, dat op - 3 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 228