21 september 2000
tijdstip zoals is voorgesteld, ook bij de commissiebehandeling. En als de praktijk tot een ander tijdstip
noopt, dan zullen we niet aarzelen u daarvoor voorstellen te doen. Laat dat even mijn reactie zijn op
uw eerste bemerkingen.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Voorzitter ik ben blij dat u het deze tweede keer iets flexibeler
formuleert. Iets ruimer en iets opener. Ik denk dat dit inderdaad betekent dat het in theorie zo zou
kunnen zijn dat de ander met de wet in de hand er misschien toch onderuit kan. Maar als wij het
voldoende helder formuleren dat de zondag een bijzondere dag is, waarin gemiddeld het arbeidsproces
in Nederland stilstaat, dat er een redelijke groep in de samenleving is die het op prijs stelt dat deze dag
een bijzondere invulling heeft, ook ten aanzien van de arbeid, dat dat een bepaalde sfeer in een
dorpsklimaat oplevert enz., dan zou het mij niet verwonderen dat dat dus op deze wijze te benoemen is
als een zaak waarin wij graag een uitzondering wensen op de verdere mogelijkheden. En in die zin stel
ik voor dat wij het toch bij amendement dit maar gewoon gaan uitproberen tot er iemand zover komt
dat hij dit zou kunnen ondergraven. Wij doen daar nooit kwaad mee, dunkt ons.
Heer KONING (CDA): Ik kan mij daar wel bij aansluiten voorzitter. Ik denk dat het goed is om het zo
op die manier aan te passen. Mocht het inderdaad niet houdbaar zijn richting de rechter, dan zien we
dat vanzelf. Je kunt ook bij openbare orde op de zondagmiddag stellen dat waarschijnlijk het toezicht
wat minder zal zijn en dat daarom al een reden aanwezig is om op de zondag te gaan sluiten. Dus wat
dat betreft, ik weet niet of het in de vorm van een amendement moet of iets dergelijks, maar wij zijn er
wel een voorstander van om dit aan te passen.
Heer ROEST (D66): Wij zijn ook voor dat amendement.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter het uitgangspunt is altijd geweest dat de situatie zoals
die bestond, dat we daarmee zouden moeten leven. Dat is ons ook nadrukkelijk voor ogen gehouden.
Dat is uitgangspunt geweest bij het formuleren van beleid. Op het moment dat u niet bevestigt dat u
inderdaad gebruik maakt van dat tweede lid met betrekking tot de mogelijkheden die u hebt in het
vergunningsvoorschrift om de openingstijden gelijk te laten zijn met de op dit moment gehanteerde
openingstijden, dan denken wij inderdaad dat wij het risico maar gewoon nemen dat er ingegrepen
wordt op de verordening zoals we die vaststellen als het niet houdbaar blijkt te zijn en steunen wij het
amendement.
VOORZITTER: Maar ik denk dat de raad daarmee breed aangeeft dat u weliswaar kennis neemt van
de overwegingen die er zijn om te komen tot die tijdsaanduiding tussen 1 en 11 uur. En als u dat
anders wenst, ja dan krijgt u het anders, want dat is de vrucht van de democratie. Dus als u aangeeft:
wij willen die tijd beperken, en dat betekent in feite de tijdsaanduiding op de zondag komt niet in de
APV voor, dan zullen wij dat onderdeel eruit halen. En dan hoeven we dat niet helemaal procedureel
tot de indiening te laten komen, maar is het signaal van de zijde van de raad daarvoor wat mij betreft
duidelijk genoeg.
Zullen we het dan zo doen? Dan kan de conclusie zijn dat u unaniem instemt met het voorstel met in
achtname van de kanttekening dat de regelgeving zo aangepast zal worden dat die tijdsaanduiding
zondag van 1 tot 11 uur geen onderdeel zal zijn van de regelgeving. En dan kan het dus zijn, maar dat
is dus een bewuste keuze, dat we op enig moment op die dag en op tijdstippen van die dag daar nader
op terugkomen, maar daar brengt de tijd dan wel helderheid in.
Het voorstel (RV 00-96) wordt unaniem aangenomen met de kanttekening dat de regelgeving zo
aangepast zal worden dat de tijdsaanduiding zondag van 1 tot 11 uur geen onderdeel zal zijn de
regelgeving.
- 17 -