21 september 2000 VOORZITTER: Meneer Van Geet, misschien kunt u de vragen die gesteld zijn van een reactie voorzien? Heer VAN GEET (VVD): Dank u voorzitter. Zeker ten aanzien van de vraag van de heer Van Wuijckhuijse waarom geen rekenkamer, waarom is er gekozen voor een beleidsevaluatiecommissie? Het woord mevrouw Gerritse vloeit er zo uit, dat hoort u en dat went ook wel. De rekenkamer zoals het rapport Elzinga aangeeft, want er wordt ook heel duidelijk gesproken zoals u waarschijnlijk weet over een instellen van een rekenkamer of instellen van een beleidsevaluatiecommissie. Instellen van een rekenkamer zoals het rapport Elzinga zegt, daarbij kijkt men, en dat heeft u ook terecht opgemerkt, naar onafhankelijke lieden buiten de raad. En de overweging van deze werkgroep is geweest om dit voorlopig niet te doen, maar leden van de raad in te zetten in een beleidsevaluatiecommissie. Aan vankelijk was ook de bedoeling dat in deze beleidsevaluatiecommissie afgevaardigden zouden zijn van alle fracties, en daar is toen ook over gediscussieerd en daar is een voorstel ingediend door te zeggen: dat doen wij niet. Constant maar weer met onze zeven fracties zeven leden in deze beleidsevaluatie commissie, laten we dit beperken tot vier. Dat is eigenlijk de overweging geweest waarom we gekozen hebben voor een beleidsevaluatiecommissie in plaats van een rekenkamer, los van deze vier. Nog maals, wij wilden vooralsnog geen lieden van buiten de raad, maar alleen lieden vanuit de raad. Dat is de reden daarvoor. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Sorry dat ik u onderbreek. Dat begrijp ik, want dat stelt u voor. Maar waarom stelt u dat dan voor? En u stelt ook voor overigens dat die uit tenminste vier leden bestaat, niet uit maximaal vier leden? Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, mag ik deze laatste opmerking ondersteunen? Er staat inderdaad tenminste vier, met andere woorden: in een aantal gevallen bij een onderzoek wat alle partijen van een zwaarte vinden dat ze zeggen: hier willen wij persé bij zijn, dan kan dat, maar het is ook denkbaar dat we vrij lichte onderzoeken gaan doen, een klein deelaspect, waarvan de kleinere partijen zullen zeggen van: nou, wij hebben op dit moment geen mensen die hier tijd voor hebben of die hier ook de inzichten hebben om er mee te werken. Op dat moment zijn wij tevreden als het van vier partijen een vertegenwoordiging is die dit gaat uitvoeren. Dus dit is simpelweg met goeddunken van alle zeven partijen, kunnen het er vier worden. Dus het is niet zo dat er ooit drie uitgesloten zullen worden. Het is simpelweg bij keuze van alle partijen datje soms kunt zeggen: wij hebben geen behoefte om hierin mee te doen. Heer VAN GEET (VVD): Als de indruk gewekt zou zijn dat de opzet was om een aantal fracties uit te sluiten, dan is dat natuurlijk onjuist. Ik heb ook aangegeven dat het niet altijd noodzakelijk is datje zeven lieden in de beleidsevaluatiecommissie hebt. Waarom er voor gekozen, dat heb ik ook aangege ven, omdat men vooralsnog wil, althans dat was ook het standpunt van alle zeven fracties, om voorlo pig alleen maar te werken met personen vanuit de raad, in plaats van mensen extern aan te trekken voor het instellen van een rekenkamer. Ten aanzien van het alles bij elkaar houden bij ABZ, ja dat had toch een bepaalde reden. Want de voorzitter van de raad is ook voorzitter van deze commissie en waarom zou je dat dan gaan differentiëren. Laat dat bij ABZ. Mevrouw Gerritse hoeft zich absoluut geen zorgen te maken dat er een machtsblok ontstaat, dat is zeker niet de bedoeling. Mevrouw GERRITSE (CDA): Dat heb ik niet bedoeld, ik had het over vertraging, veel teveel tijd kost het. Heer VAN GEET (VVD): Ja, maar wat ook aangegeven is in een eerder stadium is het zeer wel mogelijk datje een aantal punten tegelijkertijd in die ABZ-commissie aftimmert. Dat is zeer wel mogelijk. Het is helemaal niet nodig datje een bepaalde vertraging gaat opbouwen, als er bepaalde onderwerpen zijn, zoals aangegeven in het raadsvoorstel, dan zullen deze voorstellen die eventueel zouden moeten leiden tot een onderzoek door de beleidsevaluatiecommissie aan de orde komen. Die - 23 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 248