p 21 september 2000 26 gebruikt wordt. Dat heen en weer in de commissie ABZ, wat zij nu een indruk van wekt, dat zie ik niet, alsjeblieft niet, dan zouden we veel dingen verkeerd gedaan hebben. Maar als er aanleiding is voor onderzoek dan gaan we erover beginnen en als dat elke week is, dan krijg je het steeds weer terug bij ABZ. Maar is het niet voldoende dat men belangrijke zaken onderzocht wil zien, men gaat zeggen: wij gaan als commissie die benoemd is een aantal zaken formuleren en iemand moet dat namens de raad toetsen of dat inderdaad de lijn is die men heeft bedoeld, en wij hebben daar geen moeite mee dat ABZ dat doet. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, als die commissie haar werk onafhankelijk moet doen, dat is toch wat de werkgroep schrijft aan de raad, dat staat midden in de inleiding: van belang is dat genoemde commissie haar werk onafhankelijk doet. En als bij de overwegingen staat dat het instrument, met dat instrument neem ik aan dat dan bedoeld wordt wat hier nu is voorgelegd, uitste kend geschikt is om de controlefunctie van de gemeenteraad te verdiepen en dieper inzicht te krijgen in het beleidsproces en de beleidsresultaten, dan vindt mijn fractie dat toch moeilijk te rijmen met dat je elke keer terug moet naar een deel van die raad of je het wel op een bepaalde manier mag doen, dat onderzoek, hoe je dat precies vorm moet geven, waar het begint en waar het eindigt. Dat is niet meer onafhankelijk. Dat is niet transparanter maken en als deze raad werkelijk wil dat er eens een keer gekeken wordt naar de effectiviteit van beleid zoals dat hier uiteindelijk geformuleerd is, dan moet de raad aanvaarden dat zo'n onderzoek wel eens iets anders zou kunnen gaan dan zij had gedacht op het moment dat ze het idee kreeg van: hier zou wel eens een onderzoek kunnen gaan ontstaan. En ook goed beseffen dat de uitkomst wel eens zoiets zou kunnen zijn waar je nog wat van kunt leren. Nou, als dat voorop staat, en dat staat voor mijn fractie voorop, dan zouden wij ervoor willen pleiten, ik heb er ook nog een andere reden voor die ik onder uw aandacht zou willen brengen, om een vaste beleids evaluatiecommissie in te stellen. Op het moment datje bij een onderwerp leden voor de beleidsevalua tiecommissie gaat zoeken, omdat die verstand van zaken hebben, dan zijn dat dus degenen geweest die in de raad bezig zijn geweest met het formuleren van het beleid op dat punt. Dat ligt het meest voor de hand, want die zijn ingevoerd op dat onderwerp, in ieder geval verder ingevoerd dan de rest van de fracties. Dat moge ik in ieder geval aannemen, en in ieder geval bij ons gaat dat ongeveer zo. Op het moment datje die dan weer naar dat beleid gaat laten kijken, en de effectiviteit daarvan gaat laten beoordelen, gaan ze dus feitelijk over hun eigen beleid een effectiviteitsoordeel vellen. Dat is toch een spagaat die in ieder geval, en laat ik het dan maar helemaal op mij persoonlijk betrekken, wat moeilijk te maken zal zijn. Zou het niet veel beter zijn om te zeggen van: we moeten proberen een beleidsevalu atiecommissie samen te stellen van een aantal leden van deze raad, waarbij we het idee hebben van: die zouden gewoon zo'n soort onderzoek op een goede manier kunnen doen. Veel meer los van het onderwerp watje dan uiteindelijk aandraagt bij zo'n commissie om geëvalueerd te worden. Mijn fractie denkt ook dat zo'n commissie op een gegeven moment in staat moet zijn om zelf een onder werp te onderzoeken en daar conclusies van te presenteren aan de raad, zonder dat daar een concrete opdracht vanuit de raad toe wordt gegeven. Dat zijn overwegingen waarom wij zeggen: wij denken dat deze verordening zoals die hier voor ligt, nog op een aantal punten aangepast moet worden. VOORZITTER: Welke punten dan met name? Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Onderwerpkeuze, samenstelling van de commissie, ja ik wil het een beetje netjes zeggen, maar eigenlijk moet die helemaal op z'n kop. VOORZITTER: Ja, maar het feit dat u zelfs in deze olympische tijd niet in staat bent tot het maken van een spagaat, geeft u nog niet, zelfs de mogelijkheid van overweging, te denken dat wij die spagaat niet aan kunnen. Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, het dunkt me niet slecht na wat er ook vanuit CDA-zijde is gezegd enz. om één ABZ eruit te halen, dat is bijvoorbeeld 5.3. Ik denk inderdaad dat hier het mechanisme wat overgewaardeerd is. Er is gesproken in deze commissie vanuit het gegeven datje

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 251