16 oktober 2000 Heer KRIJGER (VVD): Mag ik één vraag aan de heer Meilof stellen? Juist de nuancering het gaat heel snel, bij mij soms ook, maar één ding heeft u gezegd, en daar kwam een tussenzin achter, die ik graag uitgelegd wil zien. U had het op een gegeven moment over o.a. de VOS, toen zei u: laten we die maar betalen, toen dacht ik: hè, dat is anders dan vorig jaar van de heer Meilof en zijn fractie. Dan zijn we toch weer bij vorig jaar want als ik het goed begrepen heb van de heer Meilof dat nog steeds verwacht wordt een eigen bijdrage ook van de VOS of de SWOS. Heer Meilof (GPV/RPF/SGP): Die mag wat mij betreft minimaal zijn. VOORZITTER: De helderheid is gegeven. Ik geef het woord aan de heer Roest. Heer ROEST (D66): Voorzitter ik blijf ook zitten. Ik denk niet dat als ik ga staan dat daarmee de discussie op een hoger niveau komt, dus we doen het van deze plek. Dan kan ik iedereen goed in de ogen zien. Voorzitter, D66 is blij dat u aangeeft in uw nota van aanbieding meer te willen luisteren naar de samenleving. Als je het populair zegt wat in die moeilijke woorden is, is dat de mening van de inwoners gaat meetellen. En ik ben niet helemaal eens met de heer Meilof, inwoners zijn over een heleboel zaken tevreden, maar ze zijn ook over een heleboel zaken niet zo tevreden. Dat merken wij aan onze telefoontjes. Het zal betekenen dat er een cultuuromslag zal moeten plaatsvinden, niet alleen hier in het gemeentehuis, maar ook bij de ambtenaren en ook bij de raad. We zullen ons open moeten stellen. In het verleden hebben we gemerkt bij verkeersproblemen en bij duurzaamheidsplan dat zoiets kan werken en dat dat leidt tot duurzame besluiten. En ik denk dat dat een belangrijke weg is om in te slaan. Helaas, en dat heb ik in de algemene beschouwingen ook aangegeven, zijn we bij het onder wijs, waar ik zo meteen op terug zal komen als ik het over de CDA-bijdrage heb, de fout in gegaan. Daar hebben we dat dus niet gedaan. Daar zijn we langs een hele club mensen gelopen. En ik vind nog steeds dat dat eigenlijk een zaak is waarvoor je je zou moeten schamen en waarvoor excuses nog steeds zouden moeten worden aangeboden. Dat is nog niet goed verwerkt. Dat merk ik ook uit het veld. Een tweede punt van bestuurlijke vernieuwing wat u in uw algemene beschouwingen hebt opgeno men is dat u inwoners iets te zeggen wilt geven over hun woonomgeving. Dat gaat hen aan, daarvoor zijn ze gemotiveerd. U wilt een buurtbudget beschikbaar stellen en inwoners kunnen daarover meebe slissen. Dan zullen ze keuzes moeten maken. Iets waarmee wij elke keer weer worden geconfronteerd. Ik weet niet of mijn collega's ook gemaild zijn door een bewoner van Soest-Zuid die het bijvoorbeeld had over speelplaatsjes, een terechte vraag. Want inwoners kunnen natuurlijk ook niet alles uitmaken, want er kan ook op een gegeven moment een sfeer gaan heersen 'voor mijn deur niet'. En dan komt er nooit iets tot stand. Dus wij zullen altijd als raad op de achtergrond mee moeten spelen. Maar ik denk, en ik heb vertrouwen in de inwoners - meer dan de heer Meilof - dat ze dat kunnen en dat ze daar voor een belangrijk deel uit kunnen komen. In tegenstelling tot hem wil ik niet uitstralen dat wij het als overheid wel weten. En dat wij een bestuurlijke roeping hebben waarin wij dus vanuit al ons weten zeggen van: zo moet het, dat was hetgeen wat hij net aangaf, dat werp ik ver van me. Ik denk dat er ontzettend veel wijsheid in de samenleving is waar wij in dit gemeentehuis ons voordeel mee kunnen doen. Een derde punt, is dat ik ook vind en dat komt in de discussie die we tot nu toe hebben gehad niet echt tot uiting, dat we als raad nog eerder in het beleidsproces een rol moeten kunnen spelen. Ik denk dat in een stadium dat iets pas ontstaat van beleid, waar er nog alternatieven zijn, dat op zo'n moment een raad al mee moet kunnen praten over alternatieven. Niet aan het eind van de rit, wanneer er één voorstel uitrolt, maar zeker in het begin. Ik zou daar binnen de werkgroep bestuurlijke vernieuwing met de werkgroep nader over willen praten. Dan over de aanhalingen voorzitter. Er was één fractie die niet zo ingenomen was met het niveau van de aanhalingen. En laat het nou zo zijn dat ik het daar ook niet met de heer Meilof eens ben. Ik vond het niveau eigenlijk vrij behoorlijk, van die pittige opmerkingen, die zetten aan het denken. Vooral de opmerking over de roeispanen had mijn aandacht. Ik vond ze echt to the point. Zonder samenhang voorzitter, dat woordje is eerder vandaag gevallen, is het niet te besturen. Die roeispanen moeten iets - 14 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 269