16 oktober 2000 Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, ik denk het wel. Want we hebben een raadslid dat daar pas 9 jaar om vraagt, dus ik begrijp dat ik dat niet uit het onderzoek kan houden. En ik denk ook niet dat dat zinnig is, want het gaat uiteindelijk natuurlijk over die apparaatskosten. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik denk dat het op zich interessant is wat de wethouder meldt. Ik denk dat het dan meteen een punt is wat in de beleidsevaluatiecommissie gestreept kan worden want het wordt dus al een beetje voor ons gedaan en ik denk dat er dus een ander punt naar voren gehaald kan worden. Wethouder BLOMMERS: Dat laat ik graag aan de burgemeester over. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, voordat de raad die conclusie trekt, zou ik de raad nog in overweging willen geven om eerst even te kijken wat nou precies de inhoud is van de bench- markt, want de wethouder zei net dat ze dacht dat ook naar de apparaatskostenontwikkeling werd gekeken. Wethouder BLOMMERS: Ik denk het niet alleen, ik weet het zeker. Ik denk dat het o.a. kan voor het punt dat mevrouw Stekelenburg aanhaalt van moet het al dan niet in de beleidsevaluatiecommissie aan de orde komen, dat dat niet op dit moment aan mij is om daarop te reageren. Heer KONING (CDA): Meneer de voorzitter, begreep ik dat u de keuze voor het onderwerp voor de beleidsevaluatiecommissie aan de burgemeester overlaat? Begreep ik dat? Wethouder BLOMMERS: Ik dacht niet dat dat aan de individuele wethouders was. Heer KONING (CDA): Maar volgens mij moet het aan de raad overgelaten worden, niet aan het college en zeker niet aan de burgemeester. VOORZITTER: Nee, want stel je voor meneer Koning. U moet zich het meest verschrikkelijke niet indenken hè. Nee, maar over de beleidsevaluatiecommissie hebben we in de commissie in voldoende mate gesproken, er zijn verschillende kandidaat-onderwerpen genoemd en toegezegd is dat het college met een voorstel zal komen naar aanleiding van de beraadslagingen in de commissie. Dus laten we het bij die conclusie laten vanavond op dit punt. Wethouder BLOMMERS: Naar aanleiding van de opmerkingen van GPV/RPF/SGP over de CWI. Er zijn op het ogenblik landelijke ontwikkelingen die weer eigenlijk hoop geven dat we toch zelf hier meer kunnen houden als CWI dan we een paar weken geleden nog dachten en eigenlijk zou ik dus de opmerkingen die gemaakt zijn door u, wilt u die ruimte dan op een andere manier inzetten om de burger van dienst te zijn, even willen parkeren. Ik zou graag willen afwachten wat de ontwikkelingen op rijksniveau met name voor het CWI in Soest betekenen. U weet ze staan in het wetsontwerp met naam genoemd, dus het zou kunnen zijn dat er toch nog mogelijkheden zijn omdat dan de inzet die we de afgelopen jaren hebben gepleegd toch gehonoreerd zou kunnen worden, nou dat wil ik toch graag afwachten, maar zo niet, dan denk ik dat u volkomen gelijk heeft dat we die ruimte moeten bewaren voor andere voorzieningen ten behoeve van publiekzaken. Dan is door PvdA een voorstel ingediend om ouders in de bijstand of met een vergelijkbaar inkomen met kinderen in het voortgezet onderwijs een generieke uitkering te geven van 750.-. Het college is geen voorstander van een dergelijke bijdrage. Ten eerste zijn er voorliggende voorzieningen, niet in alle gevallen. En een extra situatie, een bijzondere situatie waar dit inderdaad tot een groot knelpunt zou kunnen leiden denken wij toch dat de bijzondere bijstand de aangewezen voorziening is. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter mag ik daar even een vraag over stellen? - 22 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 277