18 oktober 2000 Wethouder WITTE: Nee, ik heb het heel goed begrepen, want de VVD heeft dit heel duidelijk naar voren gebracht, die prioritering. Mevrouw KOSTER (GL/PS): Voorzitter mag ik via u even naar wethouder Witte? Er lopen dus nu twee moties door elkaar, die alle twee over het ouderenbeleid gaan, en ze zijn alle twee genummerd ais nummer 4. Er is één gecombineerde motie waarbij een opmerking van de VVD bijstaat en de ander niet. Enige helderheid is wel gewenst. Heer KRIJGER (VVD): Die helderheid kan ik wel geven denk ik. VOORZITTER: Ik kan dat van de zijde van het college doen. Nummer 4 die uitgereikt is, tijdens de vergadering, is de motie die aan de orde is, wat betreft de indieners. En de nummer 4 die in de set zit, moet u er eigenlijk uithalen en deze ervoor in de plaats doen. Mocht het nodig zijn over de inhoud in een volgende termijn nog even van gedachten te wisselen, want er zijn wat nuanceverschillen, daarom ook deze versie, dan is het goed dat te doen voordat het misverstand ontstaat. Heer KONING (CDA): Dan blijft mijn vraag meneer de voorzitter, of de wethouder gereageerd heeft op de verkeerde vier of op de juiste vier. En u reageerde wat onze fractie betreft op de juiste vier en dat is de motie over 75.000,-. Wethouder WITTE: Ik heb gereageerd voorzitter op de motie zoals die hier is uitgedeeld, waaraan toegevoegd is: verhogen met 75.000,— structureel. Daarop heb ik gereageerd. Heer ROEST (D66): Voorzitter, het is misschien toch goed dat er ook een inhoudelijk antwoord komt. Ik denk niet dat het zo moet zijn datje alleen de neuzen telt, de reactie van het college zou bijvoor beeld kunnen zijn, nou dat idee van die ontmoetingscentra van de SWOS dat spreekt ons erg aan. Dat is ook heel erg belangrijk als signaal aan de SWOS. Ik denk dat tellen eigenlijk niemand verder helpt. Geeft u daar eens inhoudelijk een oordeel over en dan kunnen wij zo meteen als raad dit wegen of niet. Wethouder WITTE: Voorzitter dat wil ik graag doen. Het college is van mening dat door die prijscom pensatie het mogelijk moet zijn dat welzijnsinstellingen zelf gaan nadenken over hoe ze met hun budgetten omgaan. En het college vindt de zaken als die beroepskracht voor de dienstencentra en dat deel voor de VOS uitermate sympathiek. Maar wij willen daarbij ook inderdaad budgetcontracten wat dat betreft op een andere manier afsluiten. Maar wij vragen ook aan die welzijnsinstellingen om zelf in hun eigen boekhouding ook te kijken waar ze prioriteiten moeten stellen. VVD heeft dat net ook heel duidelijk naar voren gebracht en het college denkt er idem dito over. Heer KONING (CDA): Voorzitter ik vind het toch een onjuiste benadering. De prijscompensatie is inderdaad om de prijs te compenseren. Ik heb in feite al het zelfde gezegd tegen de heer Krijger en datzelfde zeg ik tegen u. Het gaat hier om aanvullend beleid en een stukje nieuw beleid en dat is heel iets anders dan prijscompensatie. Wethouder WITTE: Dat neemt niet weg dat, formeel heeft de heer Koning natuurlijk gelijk, dat hij zegt: prijscompensatie wordt normaliter gegeven om de prijsverhogingen te compenseren, maar wij hebben in dit geval te maken met een aantal instellingen die gewoon vier jaar lang geen prijscompen satie hebben gehad en die nu wel krijgen, waardoor zij gewoon meer financiële mogelijkheden hebben en wel degelijk nieuwe dingen kunnen gaan doen. VOORZITTER: Dit is de tweede termijn van het college. Ik wil u dus even vragen uw interruptie te beperken tot noodzakelijke verduidelijking. En als het om de standpuntbepaling gaat komt het zo dadelijk aan de orde als we de respectievelijke moties aan de orde stellen. En als dan debat nodig is, dan is dat de plek voor het debat. Dus ik zou wethouder Witte willen vragen zijn betoog te vervolgen. - 43 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 346