21 december 2000
- 29 -
15. Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2001
Heer ROEST (D66): Voorzitter, geen aanvullingen op mijn opmerkingen in de commissie, maar daar
is wel notitie van gemaakt.
Het voorstel (RV 00-134) wordt zonder discussie unaniem aangenomen.
16. Wijziging bouwverordening
17. Verordening welstandscommissie Soest 2000
De voorstellen (RV 00-142 en RV 00-143) worden zonder discussie unaniem aangenomen.
18. Benoeming voorzitter welstandscommissie
VOORZITTER: Hierin wordt voorgesteld de heer Oosterwijk te benoemen. Omdat het om personen
gaat zal er gestemd worden en daarvoor zullen de stembriefjes worden uitgedeeld. Maar we hebben
ook nodig een commissie van stemopneming en ik zou daarvoor willen benoemen mevrouw Koster en
mevrouw Van Roomen.
Ik schors even de vergadering om de commissie haar werk te laten doen.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de commissie.
Mevrouw KOSTER (GL/PS): Wij zijn het volledig eens met uw voorstel zodat de heer Oosterwijk is
benoemd met 27 stemmen als voorzitter van de welstandscommissie. Wij hebben 27 keer geteld dat
het de heer Oosterwijk was.
VOORZITTER: De heer Oosterwijk kan dus met unanimiteit benoemd worden.
Het voorstel (RV 00-144) wordt na schriftelijke stemming unaniem aangenomen.
19. Vaststellen communicatienota
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, een uiteindelijk definitieve versie van de communi
catienota. Ik wil het even graag met u hebben over communicatie. Er is een uit deze raad gevormde
groep geweest, de zogenaamde klankbordgroep, die zich heeft gebogen over deze nota. Mijn fractie is
daar niet in vertegenwoordigd geweest. Maar dat heeft ook betekend, en daar wil ik het graag over
hebben, dat wij dus geheel tijdens het hele proces onthouden zijn van informatie. Uiteindelijk is er één
verslagje, zeg ik dan heel voorzichtig, nog boven water gekomen, waarin je iets kon lezen. Van de
overige bijeenkomsten is kennelijk voorzover mij bekend, geen verslaglegging geweest. Dat is raar. Ik
heb begrepen dat er met name in deze groep ook gesproken is over de burgerenquête, daar zouden ook
open vragen in gesteld zijn. Raar als je niet in die groep zit, datje daar dan niet van op de hoogte bent,
en datje kennelijk dus ook niet mee kunt doen aan het invullen van zo'n open vraag. Waarom zeg ik
dat nu? Omdat dat te maken heeft met communicatie naar de raad. Ik dacht nog altijd voorzitter dat de
raad het hoogste orgaan was in de gemeente. En ik zal u een ander punt noemen waar het ook over
communicatie gaat. De hele discussie over het onderwijs zoals die nu loopt, betekent dat er besloten
verslaglegging is.
VOORZITTER: U dreigt buiten de orde te komen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik ga niet buiten de orde, ik kom zo terug op de communicatie,
want daar hadden we het over. Conclusie is dat de raad, zelfs niet geïnformeerd wordt na sterk aan-