21 december 2000
- 33 -
communicatie is. Als er een paar mensen uit de raad aan een discussie deelnemen, dan denk ik datje
een duidelijke agenda moet hebben, datje een duidelijk verslag moet hebben, dat dat verslag in de
leeskamer moet liggen, dat dat verslag eventueel in een commissievergadering weer even aan de orde
komt. Dan denk ik: dan nemen we communicatie over communicatie heel serieus. En het lijkt me best
interessant om een keer binnen de commissie ABZ te kijken hoe: hoe ga je om met dit soort klank
bordgroepen waarin vertegenwoordigers uit de raad zitten. En dat lijkt me toch voor een goede
werking wel belangrijk.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, ik stel vast dat D66 niet in deze klankbordgroep heeft meegedaan.
Waar we tot nu toe in vrijwel elke club hebben meegedaan. Maar de tijden waren wat ongelukkig. Ik
heb gewoon gevraagd van communicatie: kan ik op de hoogte blijven. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik
niet voluit ook mijn tijd eraan heb kunnen geven. De heer Posthuma is onze communicatiedeskundige,
hij heeft er scholing in gekregen, hij zou het volgen maar het viel buiten zijn werktijden, om te
reageren. Die kans is er dus gewoon geweest. Dat is een kwestie van even vragen en kan ik ook wat
horen. Ik vraag me af of het niet toch een grote plicht voor ook grotere politieke partijen moet zijn, die
niet met één man in de raad zitten, om zoveel mogelijk in allerlei groepen te functioneren. In dit
verband verwijs ik ook, ik hoop althans dat in de beleidsevaluatiegroep, ook alle partijen dus hun deel
zullen hebben, zodat we niet achteraf ter verantwoording worden geroepen. En ik weet niet hoe dat nu
vorm heeft gekregen, maar ik roep in ieder geval alle partijen op, in dit geval ben ik er weer bij in mijn
eentje, om daar in ieder geval aan mee te doen. Want het moet natuurlijk zo zijn dat we allemaal
betrokken zijn bij een begroting, dat is zo'n club geweest, bij een A&I-nota, is zo'n club geweest. Die
mogelijkheden zijn er gewoon. En in dit geval wil ik dus even duidelijk stellen dat ik achter het
college sta. Dat betekent niet dat ik dit een geweldige nota vind, voorzitter. Hij krijgt geen schoon
heidsprijs. Wel mooi qua uitvoering, maar hij kan beter. En Posthuma heeft het in de commissie ook
aangegeven, het belangrijkste van communicatie is eigenlijk, heeft hij gezegd, dat er contact moet
worden gemaakt. Er is een zender en een ontvanger, maar het gaat om het contact. En eigenlijk zou je
moeten zeggen: als er een publieke tribune vol is, dan vinden wij dat over het algemeen heel erg leuk,
maar dan zou het zo kunnen zijn dat ons contact niet helemaal goed tot stand is gekomen. Ik verwijs
naar het onderwijs de afgelopen zomer, ik verwijs naar het Spoordal, de moskee, de EHBO, de mensen
die kwamen, waar toch echt geen contact mee is gemaakt, althans niet goed contact. Er is wel een
ambtenaar geweest, maar het heeft dus niet geholpen. Er waren misverstanden, dat bleek ons duidelijk.
Ik verwijs naar bestemmingsplan Klein Engendaal. Dat is een onderdeel dat in deze nota misschien
verder zou kunnen worden uitgewerkt en misschien moet dat in een volgende nota staan. Wij missen
ook als fractie een actieprogramma, zodat we de voortgang kunnen vaststellen, van: hoe gaan we
verder, kostenplaatje, hoe meten we effecten, hoe wilt u dat vorm geven, hoe kunnen we de zaak
monitoren? Dat soort zaken missen we eigenlijk in het verslag en dat zijn dus dingen die misschien
beter kunnen en hopelijk kan dat een volgende keer dan worden meegenomen.
Heer KRIJGER (WD): Voorzitter, niet op de inhoud van de nota, maar naar aanleiding van mevrouw
Mann en mevrouw Stekelenburg zou ik graag willen vragen of u kunt toelichten, heel kort, wat de
werkwijze geweest is. Zoals wij het ons voorstellen, en dat kan ook vaker gebeuren, datje een andere
werkwijze kiest in deze gemeente. Meestal is het zo dat één of meer ambtenaren een stuk maken, ze
leggen het voor, worden teruggewezen misschien, gecorrigeerd, tot het product klaar is om voor te
leggen aan B&W of aan een commissie en dan aan de gemeenteraad. Nu is het een heel boeiend
onderwerp: communicatie. Iedereen heeft er wel een mening over. En u gaat een stapje verder. Er
komt een klankbordgroep, die gaat brainstormen, schoppen tegen een concept-plan, tot men vindt dat
het gereed is voor becommentariëring in de commissie. Ik zou het onzinnig veel werk vinden als al die
discussiegroepen die wij ons voorstellen er constant over het product praten, en naast het product
aanpassen ook nog constant verslagen moeten maken. Dat is een inschatting. En ik kan me goed
voorstellen dat we als ABZ praten over die werkwijze die wij kunnen gaan toepassen, want als je én én
gaat doen, dan gaat het soms meer om het verslag dan om de discussie. Want het is in wezen niet
anders, als je een product klaar hebt, dan mag de commissie, en dat is ook gebeurd met deze nota, de