21 december 2000 - 34 commissie ROVW heeft gewoon gesproken over een nota die kan worden behandeld als elke andere nota. En dat lijkt mij nog steeds een gepaste werkwijze. Die kunnen we bevestigen. Of als een meer derheid vindt dat wij naast die discussiegroepen toch ook constant verslagen moeten maken, ja dan moet men dat maar zeggen. Wij voelen daar niet voor. VOORZITTER: Anderen in eerste termijn? Soms krijg ik de indruk dat er in de twee commissieverga deringen nog niet alles gezegd is en dat blijkbaar hier nodig is om er toch over te delibereren. Maar wethouder Krol heeft me beloofd beknopt te antwoorden, want daar ligt de portefeuille, en niet in de commissie ABZ, dus ik geef hem graag het woord. Wethouder KROL: Waarvoor dank, voorzitter. Er is geen onderwerp waar wij zoveel over praten in dit huis als over communicatie. We doen er vreselijk ons best voor en geweldig gaat het niet altijd. Maar de goede intenties van ons allen, dat is raad, college en ambtelijke organisaties zijn er volop. En dan moetje er niet te lang over praten. Want de voorzitter van dit college zegt altijd: als je er te lang over praat, maak je iets goeds minder mooi, minder goed. VOORZITTER: Nou, zo zeg ik het niet. Nee, zelfs van het leukste onderwerp gaat de glans af als je er te lang over spreekt. Graag het volledig citaat en niet zomaar een beetje selectief. Wethouder KROL: Ik wilde er een mooie parafrase van maken, maar die kans krijg ik natuurlijk niet. Als het erover gaat hoe deze communicatienota tot stand gekomen is, want daar is het natuurlijk voornamelijk over gegaan, dan zeg ik er maar heel weinig over. Je maakt geen stuk over communicatie datje hier neerlegt in twee commissievergaderingen, maar je zegt tegen de raad: raad praat mee, schaaf, maak het beter, want iedereen heeft er een mening over. Vervolgens breng je het twee keer hier, waar het hoort, mevrouw Stekelenburg heeft gelijk, waar het hoort. Eén keer in de commissie, nog een keer in de commissie en nog een keer in de raad. Drie keer in het openbaar, op die plek waar het hoort. En communicatie in dit huis heb ik ervaren als open, de burgers ervaren die als open. Ik voel niks voor een communicatiemodel waarbij één wethouder of één voorlichter communicatie doet. Dat doen wij hier allemaal. En de manier hoe we er vanavond over praten is ook communicatie. En daarom voorzitter, nota vaststellen, dertien voorstellen uitvoeren, aan het werk. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik heb een paar opmerkingen gemaakt en ik zou toch graag zien dat misschien dan in dit geval maar de burgemeester zelf, er toch nog even op reageert. Mevrouw Mann deed de suggestie: zouden wij in ABZ eens kunnen praten over moeten we iets maken waarin we duidelijk hebben hoe het dan gaat werken. Dat vind ik een prima voorstel en ik hoop dat u bereid bent om dat te honoreren. Als ik kijk naar de agenda van januari denk ik: tijd genoeg, kan makkelijk. Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter ik vind dit een heel interessant onderdeel. Ik zou het zelfs van mij part bij de bestuurlijke vernieuwing willen behandelen. Daar gaat het altijd over: hoe kunnen we met z'n allen meedenken en praten. Het feit dat wij ontevreden zijn toch over de communicatie over dit geheel, zou ik zeggen: best een mooi onderwerp. VOORZITTER: Oké. U doet een suggestie begrijp ik. Heer ROEST (D66): Voorzitter ik heb een paar suggesties in de richting van de wethouder gezonden, maar niet terugontvangen. VOORZITTER: We geven hem nog een kans. Ik kijk even in tweede termijn, anderen van de raad? Dan gaan we tot een afronding over. Wethouder KROL: Voorzitter ik heb de signalen van de heer Roest opgeslagen. Dank u wel. H< ga ge be on lar he da pe on u. He ric vir M< hel oP' gel

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 427