Raadsvergadering 15 oktober 2001
-41 -
die moeilijke groepen die we hier in Soest hebben, Tamboerijn, Weegbreestraat, dat er een
jongerenwerkster bezig is die nog niet zo lang in dienst is bij stichting Balans, maar waar ik een paar
keer bij aanwezig ben geweest en heb gezien dat zij van wanten weet en op een hele duidelijke manier
met jongeren weet te communiceren, zonder dat het nou schoolmeesterachtig is. Dus daar zijn we mee
bezig. Dat zijn problemen die we niet van de ene op de andere dag kunnen oplossen, maar er wordt
hard aan gewerkt, en we hopen in ieder geval dat we volgend jaar een stuk minder problemen zullen
hebben dan dat we de afgelopen zomer hebben gehad.
Dan de sport. Ja, ik lees toch in een aantal beschouwingen over handreikingen aan
voetbalverenigingen die nieuwbouw moeten gaan plegen. Ik wilde er toch nog maar eens op wijzen
dat het college al ongeveer een jaar worstelt met zowel de nieuwbouw van SO Soest alsdan wat korter
met de uitbreidingsplannen van VVZ. Er wordt door het CDA gesuggereerd dat we moeten ophouden
om te praten over de normen, terwijl het college denkt: ja, die normen en die verordening hebben we
nou juist ingesteld om te zorgen dat we zaken met elkaar kunnen vergelijken en datje gewoon alle
verenigingen op een zelfde manier benadert. En als het college daaraan vast, en u als raad daaraan vast
wilt houden, betekent dat gewoon dat SO Soest zijn bouwplan zal moeten aanpassen op die manier dat
dat voor die 3,1 miljoen gemeentebijdrage kan, en dat het dus wellicht kleiner zal moeten worden. En
dat voor VVZ ook geldt dat zij een bedrag krijgen waar volgens de verordening recht op is en niet
meer. Maar goed, we hebben nog geen duaal stelsel en de raad is nog steeds het hoogste orgaan. Dus
wanneer daar duidelijkheid over komt, van die partijen, dan zal het college dat tot zich nemen.
Sport. We hebben ook gelezen dat er een meerderheid in deze raad is die vindt dat het fonds kleine
sportvoorzieningen moet worden gehandhaafd. Gezien de financiële situatie die sinds de eerste
presentatie van de begroting toch wel iets beter is geworden, is het college van mening, en ook gelet
op de meerderheid dat het fonds kleine sportvoorzieningen dus weer wordt gehandhaafd. Het was een
experiment, geloof ik, door het CDA ooit bedacht, als ik het goed heb. En we doen het nu weer een
jaar. Ik weet niet of u van mening bent dat dat structureel wordt. Dan hoor ik dat graag. In ieder geval
hebben we nu voorzien dat het in 2002 in ieder geval door kan gaan.
We horen ook meerdere partijen over: ja, nu hebben we allemaal van die mooie accommodaties in
Soest, dat betekent wel dat er ook meer samengewerkt zal moeten worden met het welzijn en het
onderwijs en zullen de accommodaties ook meer gebruikt moeten worden dan tot op heden. Ja, ik denk
dat dat altijd het streven is geweest. En ik denk dat als zo meteen blijkt dat de breedtesportimpuls door
het Rijk wordt gehonoreerd, en we een sportcoördinator en een bewegingsconsulente krijgen, en we
ook een sportplatform kunnen installeren, wellicht al in januari, dan moet het volgens mij toch wel
allemaal kunnen lukken. Vooral als je ook ziet dat in het onderwijs dezelfde verlangens bestaan en in
het welzijn ook dezelfde verlangens bestaan.
Dan zijn er meerdere partijen die het over de vrijwilligers hebben. Er wordt gevraagd: wanneer wordt
nou de ondersteuning van de vrijwilligers structureel? Die is op dit moment al structureel. We hebben
dit jaar dan extra die maandelijkse nominatie van de vrijwilliger van de maand per sector. En aan het
eind van het jaar dan dé vrijwilliger van het jaar. Maar ook het scholingsbudget hebben we natuurlijk
verdubbeld het afgelopen jaar en we hebben inmiddels ook bij het Rijk een subsidie aangevraagd, pro
forma, omdat we daar nog niet een uitgewerkt plan voor konden overleggen. Dat moeten we voor juli
2002 wel doen en op de afdeling heb ik begrepen dat dat ook ruim voor die tijd klaar zal zijn. Dus de
structurele aandacht voor de vrijwilligers zal ook na dit 'jaar van de vrijwilliger' worden gehanteerd.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, mag ik even wat vragen aan de heer Witte. Maar bedoelt hij nou, er is
een structureel, er is een fonds, er is een bedrag, maar bedoelt hij nou te zeggen dat er vooruitlopend
op die nadere invulling, die er sowieso moet zijn omdat we dus op het ogenblik geen beleid hebben,
dat hij nu echt beleid wil vaststellen. Dus een notitie, een vrijwilligersnotitie. Heb ik dat goed gehoord,
dan ben ik heel tevreden.
Wethouder WITTE: Nou, ik weet niet of het een notitie moet worden, want onze ervaringen, ik denk
dat ik best in meervoud mag spreken, onze ervaring met een notitie vrijwilligersbeleid kan ik nou niet
tot een van de grote vreugdes van dit gremium benoemen.
Heer ROEST (D66): Maar voorzitter, dan herinner ik weer aan punt 43 van, ja ik moet dat niet doen,
die andere partijen moeten dat doen, maar wat is zijn oordeel daarover.