Raadsvergadering 15 oktober 2001
vonden wij. Je kunt wel spreken over een aantal A-viertjes, waar dan wat beleid op vermeld staat,
maar ik denk dat het ook goed is om daar samenhang in aan te brengen. Ik denk dat het minimaal
mogelijk moet zijn om bepaalde randvoorwaarden voor vrijwilligersorganisaties te formuleren. Niet
om ze de les voor te schrijven, maar toch om te kijken wat ons beleid op dat gebied zou kunnen zijn.
Ik denk aan het al of niet verzekerd zijn en zo zou je nog een aantal onderwerpen kunnen noemen. In
feite al die A-viertjes die u heeft, die u al beschikbaar hebt. Ik wil niet pleiten voor een nietje
erdoorheen, dat is mij wat al te makkelijk, ik zie u al knikken. Maar wellicht is daar ook nog een soort
manteltje omheen te maken met wat algemene contouren rond vrijwilligerswerk en dan hebt u wellicht
uw fantastische vrijwilligersnota, alhoewel wij niet direct zitten te wachten op een nota. Het gaat ons
meer om het beleid. Dus ik denk dat het toch goed is om daar de komende periode voor de
verkiezingen nog goed de aandacht aan te besteden.
Het betoog van de voorzitter over Molendael. Zijn houding ten opzichte van Molendael en aanpak en
invulling ondersteunen wij van harte. Die lijn kunnen wij onderschrijven, en probeer te houden aan de
Dalweg wat er is.
Dan brengt mevrouw Mann mij haast in verleiding zou ik zeggen, om iets te zeggen over
buitengebied in relatie tot een droom die wij hadden en hebben met betrekking een rondweg. Wij
hebben drie jaar geleden in een collegeprogramma afgesproken dat we daar niet over zouden spreken,
en eigenlijk wil ik me aan die afspraak houden. Het blijft dus voorlopig even bij een droom, en wie
weet komen we daar later op terug.
Dan de afvalinzameling, gedifferentieerde tarieven. Wij kunnen ons vinden in de lijn zoals de VVD
dat aangegeven heeft zojuist, alleen wij wilden dat onderzoek toch wat uitbreiden. Er zijn momenteel
hele mooie ICT-toepassingen op de markt om precies aan te geven en te meten de hoeveelheid afval,
te kijken wat het verschil is tussen GFT-afval en restafval. Kortom echt proberen te realiseren dat de
vervuiler betaalt. Dan weet ik wel: dat kost geld. Maar aan de andere kant blijkt ook uit evaluaties dat
daardoor, door het goed te meten, de hoeveelheid afval zeker afneemt en een stuk bewustwording
optreedt. Dat aspect zou ik graag willen koppelen aan het onderzoek dat de VVD heeft voorgesteld.
Dus ik zou het onderzoek wat willen verbreden.
Heer KRIJGER (VVD): Dan lijkt het mij goed om van tevoren een paar uitgangspunten vast te stellen,
dat wil zeggen dat herinzameling niet duurder mag gaan worden. Want als je aan de ene kant gaat
zeggen: ik kan goedkoper iets ophalen, maar een duur systeem maakt het geheel weer duurder, dat is
het paard achter de vuilniswagen spannen.
Heer KONING (CDA): Dat ben ik helemaal met u eens. Als de hoeveelheid afval daardoor vermindert
of dat er een stuk bewustwording optreedt, dan heb je automatisch ook lagere kosten en wellicht ook
lagere tarieven.
Heer KRIJGER (VVD): Maar de ervaring leert ons dat we dan de gemeten hoeveelheid vuil ziet
afnemen, maar niet de hoeveelheid vuil.
Heer KONING (CDA): Laten we dat maar eens onderzoeken. Dat is een goede aanzet tot een wat
diepgaandere discussie denk ik.
Dan wil ik nog even reageren op de heer Witte als het gaat over de normdiscussie. De NOC/NSF-
normen met betrekking tot de bouwplannen van VVZ '49. In dit zelfde kader wil ik natuurlijk ook SO
Soest noemen, dat zijn twee verenigingen die volop bezig zijn met bouwplannen. We moeten ook
proberen, heb ik al in mijn vijf-minutenpraatje gezegd, eruit te komen deze dagen. Het moet niet al te
lang blijven slepen. Maar toch even naar die normen. Normen zijn natuurlijk heilig, zeker voor het
CDA, en zeker ook de waarden. Maar als je spreekt over een norm van 3,46 terwijl je 3,5 nodig hebt,
dan praat ik over de velden, dan ga je toch wel heel scherp die norm hanteren. Zeker als er ook bij
vermeld wordt datje die norm dan driejaar achtereen zou moeten weten te bereiken, en dan heb je
hem wel gehaald. Maar je praat over vierhonderdste. Ik vond dat een wat moeilijke en krampachtige
discussie. En ik denk dat het college wat dat betreft wat ruimhartiger zou kunnen en ook zou moeten
zijn.
-55 -