Raadsvergadering 17 oktober 2001 -6- nog verkiezingstijd en zitten we ook nog met een ander onderzoek. Dus, we weten allemaal als je hierover begint, dat het praktisch gezien helemaal niet mogelijk is, want dat moet je dan wel echt heel goed doen. En wij hebben onze handen al vol aan een heel eenvoudig onderwerp en dat zijn politiesurveillanten. De vind het eigenüjk geen zin hebben om daar erg lang over door te praten. Het is voor de rest natuurlijk een droevig dossier, dat begrijp ik. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, mag ik een vraag aan mevrouw Mann stellen? Zij zegt: praktisch is het niet mogelijk. Maar ik zou van haar willen weten, als het praktisch wel mogelijk was, zou u het dan willen? Mevrouw MANN (GL/PS): Als-verhalen vind ik altijd een beetje moeilijk. Heer ROEST (D66): Vorig jaar heeft mevrouw Mann dat in ieder geval wel gezegd. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Precies, maar wil ze dat nu nog? Mevrouw MANN (GLVPS): Ja, in principe wil ik dat. Dit is onze voorkeur geweest voor het onderzoek. Toen is de keuze gevallen van de meerderheid van de raad om het onderwerp politiesurveillanten te nemen. Wij hebben toen al gekozen voor onderzoek van C-drie. Maar ja, ik vind het nu te laat. Heer KRIJGER (VVD): Ja, ik denk dat wij een antwoord zijn verschuldigd aan de heer Roest. Mijn fractie, in welke samenstelling dan ook, zal loyaal meewerken aan elk onderzoek dat door de meerderheid wordt besloten. Ik benadruk: als door de meerderheid wordt besloten, dat er een evaluatiecommissie komt over welk onderwerp dan ook. zal mijn fractie, hoewel die misschien hier en daar een andere voorkeur heeft, loyaal meewerken. Dat vinden wij een vereiste aan elke fractie in deze raad. Of, nou reageer ik op mevrouw Mann. het haalbaar is om nu een ingewikkeld onderwerp te gaan doen, dan zeg ik: nou, als iedereen al zijn werk laat liggen, is het nog haalbaar ook. Wil je dat wel of wil je dat niet? Ik wil dat nu niet. Dat komt door de politieke lading die eraan gekoppeld wordt. Ik geef aan: als men zegt het moet nu gebeuren voordat mensen weg zijn, is het niet meer een commissie ter lering van de raad, in zijn totaliteit op de valreep van anders functioneren, dan wordt het een politiek instrument om iemand te beschadigen. En aan die werkwijze, wie het ook betreft, doet mijn fractie dus niet mee. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, mijn vraag is veel bescheidener dan die beleidsevaluatiecommissie. Kan de wethouder al iets aangeven over de horeca/bowling? Mevrouw GERRITSE (CDA): In mijn fractie leeft nog een ander argument om hem op dit moment in ieder geval niet te doen, zo'n beleidsevaluatie, wantje hebt je gegevens nodig van de mensen van C-drie en de bibliotheek. En die zijn juist nu zo ontzettend hard bezig met het nieuwe plan op poten te zetten, dus ik vind dat je die dan extra mee belast. Daarom vooral nu in deze periode niet. Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, de horeca/bowling. Het bestuur van C-drie heeft een procedure ingezet om te komen tot het uitplaatsen van de horeca/bowling. Dat is gebeurd met een derde, een onafhankelijke derde. Ze zijn daar nu mee bezig en ik heb daar nog niet van het bestuur een reactie op gekregen of daar al een beslissing in is genomen, maar ik heb u toegezegd en dat wil ik ook graag in de raad doen. dat zodra ik daar informatie over binnenkrijg, dat ik dat in ieder geval de commissie zal laten weten en natuurlijk ook de reactie van het college daarop. VOORZITTER: Een nadere reactie ten aanzien van de overige zaken hebt u in voldoende mate gekregen. Dan zijn er twee zaken aan de orde. De motie en het voorstel. De motie, daarover is van de zijde van het college een reactie gegeven. Het is aan de raad daarover een uitspraak te doen. Dat kunt u doen met in achtname van de opvatting die van onze zijde is geformuleerd. Ik kijk even naar de indiener van de motie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 229