Raadsvergadering 19 april 2001 -9- uit de begroting werden niet gehaald of niet tot een einde gebracht, zonder enige verklaring. Alleen bij het voorstel van de sport stond een zin over de reden. En daarom is de CDA-fractie verheugd dat de kritiek van vorig jaar dit jaar omgebogen kan worden in een compliment. Het bestuurlijk verslag is zelfs uitvoeriger dan wij toen gewenst hadden. De bespreking van de jaarrekening was in vorige jaren vaak een zaak van een paar raadsleden. De andere raadsleden toonden nauwelijks enige interesse. Niet achterom kijken naar de uitgegeven miljoenen was het devies. Alleen de toekomst, dus de begroting, soms een voorjaarsnota was van belang. Daarom heeft de CDA-fractie een goed gevoel gekregen bij de behandeling van de jaarrekening dit jaar in de uitgebreide commissie. De jaarrekening krijgt nu de aandacht die het verdient. Ook een compliment naar de ambtenaren is hier op zijn plaats. Het is wel teleurstellend dat Unia en de RMN niet op tijd zijn met hun cijfers. Hoe denkt het college dat volgend jaar te voorkomen? Namens de raad zitten er bestuursleden in, in het algemeen bestuur van de RMN. Wij vragen ook aan hen extra aandacht hiervoor. Dank u. Heer ROEST (D66): Voorzitter, wij hebben niets toe te voegen aan het gezegde tijdens de uitgebreide commissievergadering. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter dank u wel. Ik zal mijn opmerkingen beperken tot datgene wat nog resteert na de behandeling in de commissievergadering. Mijn fractie heeft een aantal opmerkingen gemaakt over de management letter, met name ten aanzien van de functiescheiding, zo als die daar door de accountants wordt bepleit. Blijkt ons uit de reactie van het college dat u deze ma terie serieus neemt, dat u hierover serieus overleg voert al geruime tijd met de accountant en dat sterkt ons in het vertrouwen dat wij volgend jaar niet meer met deze opmerkingen geconfronteerd zullen worden door de accountants. Met betrekking tot het door ons gevraagde inzicht in de personeelslasten en dan met name de vergelijking tussen 1999 en 2000, is ons toegezegd door het college dat we hier in de aanloop naar de begroting op terug zullen komen. Daarvoor willen wij u hartelijk danken en dan resteert nog het voorbereidingskrediet één-loket. VOORZITTER: We hebben het nu over het jaarverslag. Ik begrijp best dat u popelt om dat onderwerp in behandeling te nemen. Dat geldt voor mij ook, meneer Van Wuijckhuijse. Dat moet het hoogtepunt van de avond worden. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Ik begrijp dat u het één-loket niet nog een keer met terugwer kende kracht in 2000 geopend wilt hebben, dus VOORZITTER: Het liefst wel, maar ik ben al blij vandaag met 2001Dus wij houden dit punt even aan. Mevrouw DUIJM (GL/PS): Ja, wij sluiten ons geheel aan bij hetgeen de heer Van Wuijckhuijse net heeft gezegd over de functiescheiding, want zeker wanneer je moet gaan bezuinigen is het gewoon heel erg belangrijk datje inzichtelijke boekhouding hebt, datje precies weet wat hoe verlopen is, om- datje bezuinigingen ook moet verkopen straks aan de burgers. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Wilt u gaan bezuinigen? Mevrouw DUIJM (GL/PS): Nee, maar ik bedoel als er tekorten komen, dat bedoel ik, als dingen te genvallen. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Vroeger maakte ik dat soort opmerkingen. VOORZITTER: Ja meneer Van Wuijckhuijse, maar de verhoudingen zijn ook helemaal op zijn kop gezet. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Ja, maar dat Groen Links mij hierin opvolgt, dat verbaast mij toch wel hoor.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 48