Raadsvergadering 19 april 2001 -12- ge. Daar wil ik het college graag aan houden. Qua kosten zou je het minimale moeten doen en dan gaat het om een periode van vijfjaar vooruitkijken. Het is moeilijk om inderdaad verder vooruit te kijken, maar vijfjaar is toch wel wat kort. Verder wil ik opmerken dat het hier gaat om een voorberei dingskrediet. En niet meer dan dat. En dat krediet is nodig om de kosten te onderbouwen en plannen uit te werken. Als blijkt, zegt het college, dat het geheel te hoog gegrepen is, en ik citeer weer de voor zitter in de commissie ABZ, dus als het te duur gaat worden, dan gaat het boek dicht. Daar houden wij het college aan. En duurder betekent in dit geval meer dan 500.000,=. Dat is de limiet. Dus wij heb ben nog onze twijfels, zoals u kunt bemerken, maar wij gunnen het college het voordeel van de twijfel. Wij gaan akkoord met het voorbereidingskrediet. Het resultaat van de voorbereiding en van de onder bouwing zullen we natuurlijk zeer kritisch volgen, en natuurlijk, want dat is ook een open deur, dat geldt denk ik voor iedereen, we behouden ons het recht voor om uiteindelijk niet akkoord te gaan met de realisatie, maar we gaan akkoord met het voorbereidingskrediet. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter dank u wel. Het gaat over het voorbereidingskrediet één-loket. De digitalisering neemt in dit gemeentehuis een enorme vlucht. Daardoor zijn er ontwikke lingen mogelijk waar we misschien een paar jaar geleden nog niet eens bij stil hadden gestaan. Zo zal ook de digitalisering van de gegevens waar we het hier over hebben, van enorme invloed zijn op de werkprocessen hier in huis en de manier waarop dat soort informatie ontsloten kan worden voor bur gers. Die digitalisering heeft naar het idee van onze fractie niet alleen invloed op de manier waarop de burger die hier in huis, in dit gemeentehuis, zal kunnen verkrijgen. Dat betekent dat wij er dus ook nog niet op voorhand van overtuigd zijn dat het noodzakelijk zal zijn voor de fysieke dienstverlening een belangrijk deel van de afdeling P. en B. naar beneden te verplaatsen om daarmee het loket te beman nen om deze informatie daar te verstrekken. Wij denken dat als gevolg van de digitalisering van de betreffende gegevens de werkprocessen van de afdeling ook dusdanig ingericht zullen kunnen worden dat de klantcontacten, de omgang met de vragen van de burgers die hier in het gemeentehuis verschij nen om een toelichting te krijgen, en datgene wat er achter een bureau uitgezocht en verwerkt moet worden, dat dat anders zal gaan. Dat betekent dat in ieder geval naar ons idee het op dit moment niet zo is, dat we uit moeten gaan van een volledige plaats van acht man naar beneden, en dat uit de inrich ting van het proces zou moeten blijken om hoeveel het dan wel gaat. U schept in uw nadere toelichting nogmaals het beeld alsof het gemeentehuis vol is met dolende burgers. En nou is het misschien wel zo dat mensen hier wel eens rondlopen en de blik ten hemel heffen, maar dat zou ook te maken kunnen hebben met de informatie die ze hier hebben gekregen en niet zo zeer met het feit dat ze de weg kwijt zijn. In ieder geval, als wij hier rondlopen, hebben we niet het idee dat er een hele hoop mensen de weg kwijt zijn. En we vinden het ook niet prettig dat u die indruk dan nog een keer bevestigt. Wij vin den ook een beetje dat u in uw argumentatie eerder de kwantiteit dan de kwaliteit op dat punt hebt gezocht. U doet een zwaar beroep op ons om u het voordeel van de twijfel te gunnen. Die twijfel gun den wij u al, en voor wat betreft het voordeel wat wij u vanavond ook zullen gunnen, willen we na drukkelijk opmerken dat dat voordeel zich beperkt tot het voorbereidingskrediet. Wij verwachten van u dat u de commissie goed op de hoogte zult houden van de voortgang met betrekking tot dit voorbe reidingskrediet en dat er expliciete besluitvorming zal plaatsvinden omtrent het vervolg. Daarbij wil len wij aantekenen dat wij in die voorbereiding een nadere onderbouwing van het hele plan zullen vinden met betrekking tot de fysieke locatie van het ene loket hier in de hal, en dat we er sowieso van uitgaan dat u niet met een voorstel zult komen dat het toch al grote bedrag dat u hier noemt, een be drag van een half miljoen, te boven zal gaan. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ook wij hadden in de commissievergadering al onze opmer kingen gemaakt ten aanzien van het één-loket. De brief heeft bij ons in ieder geval bijgedragen aan het feit dat het wat meer helderheid heeft gegeven, maar voor ons is ook heel duidelijk: het voorberei dingskrediet akkoord, maar een voortgangsrapportage die moet u ons ook doen toekomen en ook toe zeggen, zodat wij dat proces kunnen volgen en al dan niet verder kunnen gaan als nu voorgesteld, in ieder geval door mijn fractie. Voorzitter, in de commissievergadering hebben wij heel nadrukkelijk gevraagd van: hoe gaan wij nu verder met de ijsbaan Soesterberg? Dat was één van de weinige punten bij de voorjaarsnota. Het antwoord dat wij daarop gekregen hebben kan ik helaas niet terugvinden in het verslag. Het zou dus wel prettig zijn als dat antwoord vanavond, maar dan veel helderder dan in de commissievergadering aan ons overgebracht zou kunnen worden. Ik heb een motie klaar, dus ik hoop

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 51