Raadsvergadering 17 mei 2001 Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Ja, mijn reactie is in dezelfde zin. Ik denk dat het logisch is dat de uitspraak van de rechtbank gevolg heeft voor de termijn, het traject waarin dit wordt uitgezet, maar het is niet zo dat het gevoelen van de raad is misschien een beetje ongelukkig, maar het besluit van de raad om tot een nieuwe exploitant te komen, daar een voorbereidingskrediet voor nodig is en wij staan dus achter dit voorstel. Wethouder WITTE: Ja voorzitter, ik hoor een meerderheid in deze raad die evenals het college van mening is dat ondanks dat er een teleurstellende uitspraak is voor de gemeente, dat we toch door wil len gaan met het proces om tot een nieuwe exploitant te komen. Dat is niet van vandaag of gisteren. Ik denk dat de raad raadsbreed zou ik willen zeggen al een jaar het idee heeft dat we niet met deze exploitant verder moeten gaan. En ik denk ook, sommigen hebben dat gememoreerd, dat het een ver keerd signaal zou zijn als we op dit moment zouden zeggen: de voorbereiding om tot een andere ex ploitant te komen, die gaan we nu maar stopzetten. Dat de termijnen gewijzigd zijn, dat is helder, maar ik denk dat de visie die wij hebben en de wens om een nieuwe exploitant te vinden, die daar iets ge weldigs van gaat maken voor Soest, dat we daar nog steeds achter staan. Ik zie een meerderheid voor het voorstel en ik denk dat we dat moeten gaan uitvoeren. Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter, ik had het toch wel gelukkiger gevonden als zoiets gebeurt, en het is nogal een indrukwekkende gebeurtenis geworden hè, we zijn er allemaal blijkbaar diep van on der de indruk, niemand had het verwacht dat dit zou gaan gebeuren, nu had ik toch eigenlijk wel graag eerst andere informatie willen krijgen, gewoon waarop is al die hoop gevestigd bijvoorbeeld, dat zou ik best willen weten, waarom men in hoger beroep denkt dat het dan wel tot een goed einde kan ko men. En waarom zou je dan met dit voorstel zo'n haast moeten hebben. Doe het een maandje later en ga eerst correct met de raad praten en ons wat meer daarbij betrekken. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, er is toch na afloop van deze vergadering een specia le bijeenkomst van de commissie financiën geagendeerd? De stukken zijn verspreid en datgene wat niet verspreid is ligt ter inzage. Ik bedoel, dat allemaal op een termijn van een week. Mevrouw MANN (GL/PS): Ik wou zeggen: dat is na afloop van deze vergadering. Het was dan lo gisch geweest om het vóór deze vergadering te doen, dan had u deze discussie met mij niet hoeven te voeren. Heer ROEST (D66): Ik wil mijn tegenstem nog even nader verklaren dan en tegelijkertijd een signaal richting overkant afgeven. Ik heb het trouwens in de eerste termijn al gedaan. Ik denk niet dat de be sluitvorming van mijn fractie veel anders zal zijn. Er is een duidelijke lijn van de raad, alleen ik vind het formeel niet juist. Als de raad niet heeft vergaderd, het standpunt heeft gehad over de ontwikkelin gen die er zijn geweest, om dan toch tot zo'n besluit te komen. Dus, er is niet een breuklijn, het is een zuiver formele denkwijze. Dat wil ik hier duidelijk maken. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ik denk inderdaad dat wij gaan straks praten, nu moeten wij dit beslissen. Dus de volgorde is sowieso verkeerd. U had ons voor deze raad ook bij el kaar kunnen roepen. Ik heb zelfs begrepen dat er gisterenavond hierover gesproken is. Misschien had het daar aansluitend aan moeten gebeuren, dan was ik er ook geweest. Wat dat betreft vind ik dus de volgorde verkeerd, maar ik zeg er één ding bij: wij hadden een visie. Maar het moet natuurlijk ook niet zo zijn dat wij ongelimiteerd, zonder dat wij weten waar we op aan gaan koersen, ook in financiële zin, zeggen van: het moet dan maar doorgaan omdat we dat in het verleden vonden. Het zou heel goed kunnen zijn als wij goed geïnformeerd worden door u, ook juridisch, dat wij tot de conclusie moeten komen: misschien zitten we wel aan elkaar gebakken. Dat kan dan wel niet de wens zijn, maar het zou wel eens de realiteit kunnen zijn. En ik denk dat we moeten voorkomen dat wij nu een voorschotje nemen op een besloten vergadering, want ik zou daar best dingen over willen zeggen, maar dat kan niet, dat lijkt me in het kader van de onderhandelingen niet verstandig, dus u maakt het ons nu buiten gewoon lastig als u ons dit wel vraagt, zonder dat wij het voorschotje dat wij dan straks in besloten heid zouden willen zeggen hier op tafel kunnen leggen. Ik denk dat het absoluut formeel niet netjes is om dit aan de raad te vragen. Ik denk bovendien dat het de zaak ook geen goed doet, want het is heel -9-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 70