Raadsvergadering 17 mei 2001
- 11 -
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dat valt nog te bezien meneer Van Wuijckhuijse. Dat is uw
interpretatie.
Wethouder WITTE: Voorzitter, ik zei net: er is een meerderheid om een voorbereidingskrediet te ge
ven. Ik zou toch een poging willen doen om de fracties die tegen zijn te bewegen om toch ook mee te
stemmen. Dat heeft te maken met dat verkeerde signaal. Het lijkt het college toch echt onmogelijk dat
we, ik zei net één jaar, maar het is al anderhalfjaar met elkaar pratend en visie ontwikkelend over
waar het met het zwembad naar toe moet. En over het ontbinden van de relatie met de huidige exploi
tant, waar we echt zó uitgebreid met elkaar hebben gesproken en waar ook deze partijen voortdurend
bij aanwezig waren en ook geen enkel ander argument naar voren hebben gebracht dan de andere par
tijen. Echt unaniemer dan dat er het laatste anderhalfjaar over het zwembad is gesproken kan ik me
niet herinneren en zal volgens mij in de geschiedenis van deze gemeente ook nooit zijn voorgekomen.
En dan is het toch wel buitengewoon triest om te moeten constateren dat op dit moment door een paar
partijen, ik kan niet helemaal inzien vanuit welke redenen, men nu zich gaat afzonderen van de rest
van de fracties.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dan heeft u niet goed geluisterd. Het gaat om de tijd, om de
planning, om de procedure. De volgorde is een onjuiste procedure, want ik ben begonnen te zeggen
toen u dit voorstel maakte, gingen wij er hier allemaal vanuit, na het juridisch advies dat we hadden
ingewonnen, dat wij het zouden winnen. We hebben het hartstikke verloren. En dat betekent dus datje
nu de goede volgorde moet gebruiken.
VOORZITTER: Even wethouder Witte gelegenheid geven om die termijn af te ronden en dan gaan we
gewoon kijken hoe we tegen het voorstel aankijken.
Wethouder WITTE: Voorzitter, de heer Van Wuijckhuijse gaf net een aantal heel verstandige opmer
kingen, zoals hij dat wel vaker doet, het gaat namelijk verder niet om een wijziging van de visie, ik
kan me dat niet voorstellen dat de raad nu opeens heel iets anders zou beslissen. De opmerking dat we
verloren hebben, inderdaad dat is teleurstellend, maar het is natuurlijk ook heel onnozel om te denken
wanneer je naar de rechter gaat datje van tevoren zeker weet datje het wint. We hebben dus ook altijd
met elkaar geweten dat we het risico liepen, dat als we een juridische procedure ingingen, datje kunt
winnen, en daar waren we van overtuigd dat we dat zouden doen, maar er is altijd een kans datje het
verliest. En dat mag geen reden zijn om nu te zeggen van: nu gooien we onze visie maar aan de kant
en dan gaan we, ik zal het maar even plat zeggen, zoals mevrouw Stekelenburg suggereerde, vanwege
de centen een heel andere koers inslaan, terwijl het toch moet gaan om een maatschappelijk fenomeen
als het zwembad om dat zo goed mogelijk in te zetten voor de maatschappij in Soest.
Voorzitter, ik wou het hierbij laten. Ik heb een poging gedaan, ik vrees dat het niet heeft geholpen.
VOORZITTER: Dan hebben we nu eigenlijk twee termijnen gehad.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ja, maar ik vind dit zo'n zwaar onderwerp, mag ik u vragen om
een derde termijn?
VOORZITTER: Ja, maar voegt het veel toe aan dat wat uitgewisseld is?
Heer ROEST (D66): Voorzitter, de woorden worden in de mond gelegd die je niet hebt gezegd. Ik heb
bijvoorbeeld, er wordt nu gezegd
VOORZITTER: Ik geef u een derde termijn, maar dan zou ik u willen vragen, dat geldt voor de hele
raad natuurlijk, een derde termijn, om het kort te houden.
Heer ROEST (D66): Heel kort. De wethouder zegt nog weer dat ik een heel andere visie heb, hij doet
mij onrecht. Ik heb heel erg duidelijk aangegeven dat er wat mij betreft niet iets anders aan de hand is,
maar dat ik een formele gang van zaken wil hebben. Ik zou hem alle plezier willen doen om om te