Raadsvergadering 21 juni 2001 -4- ving. Daar bedoel ik mee, dat het een verzuilde organisatie is. En ik vind het toch heel jammer, wantje ziet toch heel vaak dat dit soort dingen toch doorwerken in de samenleving. Ik vind het toch heel jammer als we zo heel makkelijk hierover heen stappen. Want een seniorenraad zou eigenlijk veel meer een raad zijn die bij deze tijd past, bij deze samenleving die eigenlijk niet meer zo verzuild op trekt. Dus voor een effectieve advisering zouden we het eigenlijk zelfs fijn vinden als u als bestuur van de gemeente zegt aan de ene kant: natuurlijk de initiatieven moeten uit de samenleving komen, maar dat u zelf als het ware ook een beetje in die richting zou neigen. Dat het dus in hele vruchtbare aarde zou vallen. Dat had ik er eigenlijk over willen zeggen. Heer KRIJGER (VVD): Als we besluiten nemen, al is er vaak over gesproken, dan wordt ook van de politiek gevraagd datje een besluit toelicht en motiveert. Nu hadden wij, gezien het aantal discussies hierover, dit als hamerstuk kunnen doen. Maar dat doet geen recht denk ik aan de inspanningen van een aantal mensen die hebben gewerkt aan deze commissie en doet misschien ook ten onrechte ver moeden dat wij geen belang hechten aan advisering op breed terrein in het belang van ouderen, en dan zegje tegenwoordig zo mooi: senioren. En ik wil graag aansluiten bij mevrouw Mann. Het COB is eigenlijk een soort COSBO-orgaan. Het zijn de bonden die mensen aanwijzen in die commissie. Maar een seniorenbeleid, om het zo maar mooi te noemen, gaat verder dan een belangenbehartiging die je zou kunnen zien in de bonden. Die hebben het volste recht, daar gaat het niet om, maar als wij willen praten over een volwaardig seniorenbeleid, is dat meer. En wil dus zeggen dat de senioren in Soest hun mogelijkheden naast elkaar kunnen leggen, je zou haast kunnen zeggen: botje bij botje, om te komen tot een zeer gedegen orgaan dat heel legitiem kan spreken namens de senioren. En dan heb ik een beetje maling, om het zo te zeggen, aan het 'de SWOSS zou uitvoerend zijn', dat zal zo zijn. Maar als je kijkt naar de structuur van een SWOSS, dan komen die mensen met al hun raden, cliëntenraden, met hun vrijwilligers in de keuken bij de mensen waar het om draait en als ze een structuur gebruiken, kijken ze mee in de keuken van de gemeente. Zo'n orgaan van de mensen waar het om gaat en waar wij wat voor moeten doen, als dat in staat is de krachten te bundelen, denk ik dat wij, als wij adviezen krijgen van senioren, van een seniorenraad of welke naam ook bedacht wordt, dat wij die adviezen niet naast ons neer kunnen leggen. Dus ik zou willen beklemtonen dat al diegenen die zeggen namens de ouderen te spreken, dat waar te maken en te zorgen dat zij hun structuur optimaal maken, om ons te overtuigen van op veel terreinen het beleid te verbeteren. Heer KONING (CDA): Voorzitter, wij hebben inderdaad de laatste maanden nogal veelvuldig gespro ken over de COB, over het ouderenbeleid in het algemeen en ik denk dat het goed is om ook vanavond daar nog enkele woorden aan te besteden. In het voorstel van het college staat heel duidelijk dat vanuit het particulier initiatief initiatieven zouden moeten komen om de advisering, om de inspraak vanuit de ouderen gestalte te geven. Nou, daar hecht de CDA-fractie zeer aan. Dat er inderdaad vanuit het parti culiere initiatief komt, in welke vorm, dat laten we ook graag over aan het particulier initiatief en ik ben ervan overtuigd, als dat goed opgezet wordt, als dat goed ingevuld wordt, dat de politiek daar niet aan voorbij kan gaan. Wat dat betreft ligt de bal helemaal bij de ouderen, of dat nou COSBO is, of de ANBO, PCOB, KBO, het maakt wat ons betreft eigenlijk niet uit. Allemaal vormen van particulier initiatief. Vanuit die kringen zal best iets moois geboren kunnen worden. Ik wil ook nogmaals beklem tonen, en dat is ook al gebeurd in één van de commissievergaderingen van SOW/M, dat de nota oude renbeleid, één van de laatste producten van de COB, goed bij ons is gevallen. Dat was een goede nota en daar staat ook een beleid in voor de komende jaren. Dus wat dat betreft kunnen we op basis van de vruchten van de COB nog heel wat jaren vooruit om het ouderenbeleid in te vullen. Dank u wel. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, bij het opheffen van de commissie Ouderenbeleid zouden wij in ieder geval de commissieleden van al die jaren voor ons gewerkt hebben daarvoor in ieder geval heel hartelijk willen bedanken. Zij hebben niet altijd zo, ja hoe moet ik het zeggen, van onze kant uit in ieder geval het idee gekregen dat we hen serieus namen, maar ik denk toch dat als we terugkijken, dat er heel veel, zeker in de beginperiode, overgenomen is van datgene waar zij voor ge zorgd hebben. Alleen de tijd achterhaalt soms bepaalde vastgestelde commissies en nu moeten we toe naar een wat modernere wijze waar meer deskundigheid, in ieder geval vanuit een brede perspectief ingebracht kan worden. En wij hopen in ieder geval ook dat door het opheffen van de commissie Ou-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 83