Raadsvergadering 21 juni 2001
-12-
commissie daar uw advies over te geven aan de wethouder. Dus, ik denk dat we wat dat betreft hele
maal op lijn zitten.
Dan de PvdA. Ja, de antwoorden in de commissie waren, zegt mevrouw Stekelenburg na lezing van
het verslag, onvoldoende. Ik heb niet gehoord op welke punten dat was, dus ja, daar kan ik op dit mo
ment niet erg veel mee. Er zijn tig vragen gesteld en om nou precies te weten welke vragen er niet
goed beantwoord zijn op deze manier, dat is een beetje moeilijk voor me. Wel een vraag over de be-
stuursformatie, bovenschoolse directeur. Nou, we zijn, dat hebben we u ook eerder meegedeeld, bezig
met een behoorlijke inhaalslag binnen het openbaar onderwijs om te kijken van hoe gaan we die be-
stuursformatie, hoe gaan we die organisatiestructuur opzetten. Het is duidelijk dat de situatie die we
tot nu toe hadden met een bovenschoolse directeur en daaronder allemaal locatiedirecteuren, dat dat
een peperdure oplossing is waar je met de middelen die er normaal voor staan niet uit komt. Dus u zult
begrijpen dat wij niet van plan zijn om dit systeem verder door te voeren. Er wordt op dit moment
naarstig overlegd van op welke manier we een zodanige organisatiestructuur kunnen neerzetten dat
zowel het onderwijs op een goede manier kan worden neergezet, alsook de kosten in de hand worden
gehouden. En ik kan u vertellen dat dat naar mijn idee met een week of drie toch wel duidelijk moet
zijn hoe dat gaat uitpakken. Er wordt op dit moment druk overleg over gepleegd. Voorzichtig zijn met
uitgeven heb ik gehoord. Daar verwijst u naar het Tussentijds bericht. Natuurlijk moeten we voorzich
tig zijn met uitgeven, dat vindt ook deze wethouder, maar aan de andere kant: we hebben in maart een
besluit genomen om een brede school te gaan opzetten en daar moeten gewoon een aantal zaken voor
gebeuren zoals het opzetten van hoe ga je het doen en wat moet het precies worden? En ja, dan denkt
het college toch dat een inhoudelijke zaak om die brede school op een goede manier neer te zetten, dat
dat in ieder geval betekent dat daar voor betaald moet worden. Maar absoluut op een voorzichtige
manier en uitkijken met wat we uitgeven. U heeft het over de kwaliteitsimpuls. U doet alsof die nu
misbruikt zou worden doordat we daar een deel uit wegnemen om de brede school te kunnen opzetten.
Ik vind dat echt onbegrijpelijk dat u dat zegt, want de brede school is toch met name bedoeld om een
behoorlijke kwaliteitsimpuls te geven aan het openbaar onderwijs in Soest. En het lijkt me dan ook
heel normaal dat we een deel, ik zeg uitdrukkelijk: een deel van de kwaliteitsimpuls daarvoor beste
den. Waarom we externe mensen nemen, dat heb ik net al beantwoord. De externen hebben ervaring in
het opzetten van dit soort scholen en die kennis kunnen wij heel goed gebruiken. Ja, dat u het heeft
over het gemak waarmee gemeenschapsgeld uitgegeven wordt, daar kan ik u ook niet in volgen. Dat
heb ik u net eigenlijk al duidelijk gemaakt. Er wordt echt geld uitgegeven omdat het noodzakelijk is
om de zaken goed op de rails te krijgen.
Ja, over de overschrijdingsregeling. Wat betreft de tijdsimpuls waren er afspraken met het bijzon-
der-onderwijs in Soest. Ook dit valt in een verbetering. Nog sterker: u zult zich herinneren dat een jaar
geleden nog voorgesteld werd om drie locaties van het openbaar onderwijs te sluiten om tot een inte
gratie te komen binnen het, samen met het bijzonder onderwijs, in de verhouding van 30-70. U heeft
ook kunnen zien dat we daar onderzoek naar hebben laten doen door Unia en dat daaruit kwam dat het
bijzonder onderwijs door allerlei redenen zich niet toe in staat achtte. Dan kan het natuurlijk niet zo
zijn dat op het moment dat wij met elkaar tot de conclusie komen dat we dus binnen het openbaar
onderwijs moeten oplossen, dat het zo zou zijn dat dan de kosten die daarmee gemoeid zijn, ook nog
eens een keertje in een overschrijdingsregeling, dus nog eens een keertje drie keer uitgekeerd gaan
worden aan scholen die dat op dit moment niet nodig hebben, omdat ze niet zo'n traject lopen. Dus dat
gevaar acht ik ondenkbaar.
Ik zit nog even te kijken of ik daarmee recht heb gedaan aan de beantwoording van de vragen die ge
steld zijn. Ja voorzitter, voorzover ik zie heb ik hiermee antwoorden gegeven op de vragen die uit de
raad zijn gesteld.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, voordat u naar de tweede instantie gaat. Niet al mijn
vragen zijn beantwoord. Ik wil de wethouder wel even herinneren. Ik had hem nog gevraagd over het
verschil tussen de wethouder en de directeur ten aanzien van het tijdstip van sluiting, 2002 - 2004 en
ik had nog ook gevraagd over het leerlingenaantal. De prognose, of de realiteit van nu van het leerlin
genaantal van de twee locaties.
Wethouder WITTE: Voorzitter, verschil van opvatting tussen de directeur en de wethouder komt wel
vaker voor. Daar praten we dan over, en dan komen we er uiteindelijk wel uit. Ik heb als wethouder