10 - Raadsvergadering 17 januari 2002 -li
nde van. zullen we, omdat daar geen grote kunstwerken in staan, zeker de mogelijkheid van adoptie serieus
gen meewegen. Maar uiteindelijk is dat een detail. Want als we wat voor minder kunnen doen, zullen we
dat altijd voor minder doen. Maar waar het om gaat is, als het gaat over de kwaliteit van buitenruimte
zullen we in Soest de komende jaren vreselijk veel meer geld uit moeten geven. En als u oprecht wilt
zijn in de richting van de samenleving, dan zegt u tegen de samenleving: mooier Soest, kost wat meer
geld. En alle cijfers waar wij als gemeente Soest ons geld aan uitgeven geven aan dat wij erg zuinig
zijn in de kwaliteit van onze buitenruimte. Dat zie je, en daar moeten we vanaf. Dank u wel voorzitter.
r-
Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter, we zijn niet zo heel erg onder de indruk van het pleidooi van
de wethouder. Het is wel zo dat Soest er heel erg mooi uit moet zien. daar ben ik het volkomen mee
eens. Daarom heb ik al heel vaak vreselijke aanvechtingen als ik op zondagmorgen door de Van Wee-
st. destraat ga en zie hoe we met z'n allen, al die burgers die het allemaal zo belangrijk vinden, een enor-
r: me puinhoop hebben in zo'n winkelstraat. En dan denk ik: ach dat plein, als ik daar met mijn auto
langsrijd, dat stoort mij honderd keer minder dan al die eenvoudige dingen die gebeuren in die winkel-
rs: centra en waar een enorme troep blijft liggen. Ik weet, dat is een heel ander onderdeel. Dan moeten we
ld, bij een andere wethouder zijn. Maar die verkeerspleinen mogen wat ons betreft dus nog wel eventjes
aar een beetje scharrig. Tussen die andere scharrigheid valt het eigenlijk helemaal niet zo erg op.
ve Heer ROEST (D66): Voorzitter, ik hoorde bijna ook een fractievoorzitter op weg naar de verkiezingen
in plaats van een wethouder, maar daar wil ik er niet veel aandacht aan besteden. De wethouder heeft
mijn vraag niet beantwoord. Ik vind dat het moet gebeuren. Want ik ben met hem eens dat de kwaliteit
r van de openbare ruimte belangrijk is. Hij weet van mij dat ik graag zou willen dat er een beeldkwali
teitsplan komt van openbare ruimte. Dat heb ik bij de welstandscommissie aangegeven, en daarvoor
n gepleit. Het is in Soest nodig om daaraan te werken. Maar ik heb het punt ingebracht dat de overheid
liet niet alleen verantwoordelijk is voor de openbare ruimte, van harte eens, maar de overheid is er ook
;n, verantwoordelijk voor dat afspraken die ze hebben gemaakt, dat die worden nagekomen. En mijn ar-
or gument is geweest, en ik kan het bijna woordelijk navertellen, dat destijds die gele grit, ik zie het nog
voor me, dat zou perfect zijn. En wat mij betreft is een aannemer, ik geloof dat het rechtstatelijk ook
zo is, maar dat weet een jurist beter, dat je een aannemer gewoon 8 jaar na dato nog steeds kunt
berichten van: het is niet voor elkaar gekomen, u zorgt maar dat het opgeknapt wordt.
Heer MEILOF (CU/SGP): Voorzitter, ik vind het best een beetje lastig besluit, want op zich zelf is het
best goed om op het moment datje meer geld hebt, de rommeligheid van je gemeente aan te pakken.
En dan ontstaat direct dat punt wat mevrouw Mann benoemt als een zaak van: ja, daar lopen veel meer
burgers tegenaan in zo'n winkelstraat, als je daar na de zaterdag komt. En zo zal een ander weer een
5 ander aspect kunnen benoemen. En dat was de reden dat de vorige keer door mevrouw Stekelenburg is
i- genoemd van: ga daar nou eens even gewoon wat plannen over maken van hoe je dan, als je meer geld
lat gaat besteden op dit niveau, hoe je dat dan gaat doen. En welke punten je aanwijst. Dan kunnen wij
ook nog kiezen, dan kunnen wij ook nog meedenken over het feit van: nou, dan is dat misschien wel
belangrijker, dan gaan we dat eerst eens even doen. Dat vond ik wel realistisch. En dit betekent sim-
d pelweg datje één puntje aanpakt, wat misschien best wel aardig is, maar helemaal niet zo belangrijk,
en waar je dan nu een besluit over gaat nemen op het moment dat het zelfs niet eens uitgekristalliseerd
is. Het is heel irreëel. De wethouder heeft heel erg duidelijk gemaakt dat we nu niet ervoor moeten
e zijn, want hij is niet eens met zijn ambtenaren uit de discussie hoe het aangepakt zou kunnen worden.
Dus in die zin is het gewoon een overduidelijke zaak dat we dit wegschuiven. Dank u.
n Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, de wethouder heeft inderdaad op zijn eigen wijze
gepoogd ons mee te krijgen en dat is hem niet gelukt. Misschien gaat het hem lukken in het kader van
de verkiezingen, want ik hoorde hier ook inderdaad de eerste speech. Als hij het nu zo belangrijk had
gevonden, nü, in januari, waarom - vraag ik mij af - was het bij de begroting voor u niet zo belangrijk.
Waarom heeft u toen niet gewoon gezegd: wij vinden dat dermate belangrijk, wij hebben een krappe
begroting, maar ik zal me tot op het bot bij de wethouder financiën er sterk voor maken dat dit voor
elkaar komt. En dat bevreemdt mij dus. En in die zin denk ik: je zult een totaalplan moeten maken.
Een totaalvisie om af te komen van die lelijkheid waar u het over heeft, en niet op A-locaties, zoals het
hier genoemd wordt, komen met een perkje rozen. Ik denk dat het contrast dat mevrouw Mann noemt,