Raadsvergadering 4 juli 2002 -20- vervolgens rekening mee heeft te houden, en dat we daar gewoon een behandeling over moeten hebben. Dat kan in commissie. Ik heb hier geen motietekst bij de hand, maar ik zou het een punt vinden om het in een motie neer te leggen. Dat kan ik natuurlijk altijd bij de begroting doen, maar ik ga nu even voor in deze ronde zitten. Misschien kunt u toch eventjes aangeven of u bereid bent op korte termijn om na te denken over de rol van de raad in deze zaak. Mevrouw MANN (GL): Voorzitter, ik vind het jammer dat heer Roest teleurgesteld is. Ik heb namelijk zelf uit dit hele stuk de indruk gekregen dat het de bedoeling is dat vier jaar lang een interactief proces aan de gang zou komen, vandaar dat ik ook erg geïnteresseerd ben hoe vaak het hier ter sprake zou komen, bijvoorbeeld drie a vier keer per jaar. Dan is de raad uitstekend in staat om deel te nemen, interactief, om samen met bestuur en directies steeds mee te denken. Dus zou de raad nu al beginnen met visies neer te leggen, dan denk ik dat de raad met oppervlakkige visies komt, want die visies zullen in de komende drie, vier jaar gewoon moeten ontstaan. En daarom denk ik dat we gewoon met elkaar, interactief, moeten bezig blijven. Dus denk ik dat ik in dit geval, meneer Roest, u een beetje ongeduldig vind. Heer ROEST (D66): Voorzitter, mag ik mevrouw Mann met een tekst confronteren van de raad van openbaar bestuur over interactief besturen. Interactief besturen is een moderne manier, ik citeer, om controversieel beleid te ontwikkelen. Er wordt voorafgaand aan de besluitvorming in de vergadering intensief gesproken met burgers en sleutelfiguren in de samenleving, waarna een voorstel wordt geformuleerd dat op een groot draagvlak kan rekenen. Daar hebben we in Soest ervaring mee. Het gevolg is echter een kleurloze politiek, omdat er geen ruimte meer is voor politieke profilering. Het zou beter zijn wanneer volksvertegenwoordigers en politici voorafgaand aan interactieve consultatie hun standpunten en manoeuvreerruimte kenbaar maken. Politiek en bestuur dienen vooraf heldere kaders te stellen, aldus de raad van openbaar bestuur. En omdat ik dus niet in de raad van Soest een grijze muis wil zijn, neem ik gewoon stelling. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, ik ben niet zo pessimistisch als de heer Roest als het gaat om wat anderen in de raad, niet wat het college denkt, maar wat de raad denkt over mogelijkheden om zelf toch kaders te stellen. Ik heb in ieder geval in de commissie best wat positieve geluiden daarover gehoord. Dus ik denk dat het mogelijk moet zijn om eens wat scherper te krijgen wat de rol van de raad in dit geheel is. Wij zijn natuurlijk voor interactief beleid. Maar dan geldt het ook dat daar de raad één van de actoren van dat proces is, niet alleen de wethouder. Maar ik denk dat ook de raad een rol moet gaan vervullen. En als de wethouder straks in zijn verweer zegt dat een kader bijna gelijkgesteld wordt met dwingend iets opleggen, ik heb het hier in de eerste termijn eigenlijk niet gehoord, dat laatste. En ik zou dat ook niet een synoniem willen laten zijn met een kader stellen. Dat hoeft echt niet te betekenen datje iets dwingend gaat opleggen. Het verhoudt zich heel goed met interactief naar een goed beleid komen. En wij vinden het onderwijsbeleid zo belangrijk dat daar de raad een eigen rol in heeft en ik zou in ieder geval datgene wat de heer Roest zegt, dat de raad zelf de kaders moet gaan stellen, heel sterk ondersteunen. Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, het klinkt inderdaad best kordaat als wij zeggen dat wij als raad de kaders moeten gaan vaststellen, maar het is altijd de vraag: hoe doe je dat. Wat geef je dan aan zonder datje daar zelf ook in algemeenheden vervalt. Dus ik moet zeggen: wat dat betreft zie ik het best als een uitdaging, meedenken is denk ik heel goed. Anderzijds wordt het heel vaak ervaren dat als wij kaders gaan stellen dat er wordt gezegd: ja kijk, zij hebben hun mening al klaar en wat zullen wij dan nog in het interactieve proces gaan doen? Dus het is altijd een beetje het kip of het ei-verhaal. Ik denk datje daar samen, dus in die zin zou het goed zijn als de raad bij dat interactief proces wat meer betrokken zou zijn, datje daar samen dus wel uit zou kunnen komen, en dan denk ik dat de nota die er nu ligt een vertrekpunt kan zijn en dat we wachten op de concrete uitwerking en dat de raad bij de concrete uitwerking daar gewoon een rol in speelt. Dus dat kan al vanaf nu. Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, met name reagerend op de oproep van de heer Roest van D66 om met name te kijken naar kaderstellingen vanuit de gemeenteraad in de richting van dit lokaal onderwijsplan. Uiteindelijk moet er natuurlijk een echt lokaal onderwijsplan komen, waar we ook

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 177