-41 - Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): De gemeente heeft twee grote inkomstenbronnen. De eerste is het gemeentefonds, dat is veruit de grootste. Dat wordt in Den Haag bedacht en gevuld en Heer BERVOETS (PvdA): Een lesje staatsrecht. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Nee, maar de andere is de OZB. Dat is een algemeen dekkingsmiddel voor de begroting en dat hebben we dus nodig om ervoor te zorgen dat ons huishoudboekje op nul uitkomt. Nu hebben we alleen de bijzondere situatie dat ons huishoudboekje niet op nul uitkorat, maar dat het een overschot vertoont. Dat betekent dus datje eigenlijk minder OZB nodig zou hebben om tot die nullijn te komen. In die zin is er dus geen reden om te pleiten voor meer OZB-verhoging dan de inflatiecorrectie. En de inflatiecorrectie zit om en nabij de 3%. Nou, daarmee heb je voldoende ruimte in je begroting om een eventueel ietwat afwij kend percentage op dat punt af te vangen. U wilt weer wat zeggen geloof ik hè, want u zit zo te kijken van VOORZITTER: Is uw betoog gecompleteerd met deze opmerking of wilt u graag nog een laatste toevoeging doen? Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Volgens mij was het wel helder. Oh ja, u wilde weer over de rode contouren discussiëren. Dat past natuurlijk volledig om over iets roods te willen discussiëren en daar willen wij in die zin dus niet met u over discussiëren. Wij hebben al duidelijk gemaakt dat wij over die met name groene component met u van gedachten willen wisselen. Natuurlijk, jongerenhuisvesting verdient onze aandacht. Als we op een moment gelegenheid zien om hier in Soest op een creatieve manier om te gaan met datgene wat we dan nog kunnen realiseren, wat erg beperkt is en wat we aan bestaande woningvoorraad hebben, zodat we dat geschikt kunnen maken voor jongeren en starters, én ik denk dat als je ziet dat er inderdaad structureel problemen gaan ontstaan aan de kant van bijvoorbeeld bedrijven die leeg komen te staan, datje misschien daar wel creatief over moet gaan nadenken om daar dingen te gaan realiseren. VOORZITTER: U hebt antwoord gekregen op uw vragen. En dat lijkt mij voor dit moment voldoende. Ik zou het woord willen geven aan wethouder Witte voor een eerste reactie van de zijde van het college. En daarna zullen het woord voeren wethouder Krijger, wethouder Krol en ondergetekende. Wethouder WITTE: Dank u wel voorzitter. Ja, het is het college opgevallen dat in heel veel algemene beschouwingen van partijen toch wel ook wat mijn portefeuille betreft gezien kan worden als een ondersteuning van het beleid dat wij volgend jaar met deze begroting zouden willen inzetten. Soms krijgt het een verschillende naam, maar integratie is toch wel een woord dat ik uit vele monden ook weer vanavond heb gehoord. Het is natuurlijk ook een onderwerp dat zeker sinds 16 maart nog meer op de agenda in de politiek terecht is gekomen dan dat het al stond. Want we moeten natuurlijk ook niet doen in Soest alsof we nu pas gaan beginnen met integratie. We doen al een aantal jaren bijvoorbeeld met de peuterspeelzalen de peuterspeelzalen-plus, waar kinderen tweetalig onderwijs krijgen. Daar zijn we echt één van de voorlopers in Nederland, om dat op poten te zetten. Daar worden cursussen voor gegeven. Dat loopt goed, dat heeft een warme belangstelling. Dat zorgt er in ieder geval voor dat we bij de jongere groepen al beginnen met een stukje integratie, zodat later als ze ouder zijn die integratie gerealiseerd is. We doen dat met de peuterspeelzalen, maar we doen dat ook met het onderwijskansenplan, waar we het laatst in de commissie over hebben gehad, waar aanzienlijke bedragen worden besteed aan projecten als opstapje, waar je ook weer ziet dat, en dat is dan een project dat onderzocht is door universiteiten waaruit blijkt dat dat projecten zijn die echt heel veel integratie voor elkaar krijgen doordat ouders geïnteresseerd en betrokken raken bij onderwijs, waardoor je ook weer een off-spin hebt dat ouders óók naar het ROC toe gaan en waaruit achteraf blijkt uit metingen dat kinderen die dat soort projecten hebben gedaan daar absoluut een beter taalniveau hebben bereikt dan de kinderen die dat niet hebben gedaan. Er is hier ook gesproken over het Breed Educatief Centrum. Er worden nuances ingebracht. Maar ook het Breed Educatief Centrum is natuurlijk, het gaat niet alleen om een mooi gebouw, ik ben blij dat dat zo enthousiast ontvangen is, het voorlopig ontwerp, en dat is ook niet onbelangrijk dat het mooi is. Want een mooie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 300