-19- kunnen daar met elkaar over gaan. Dus kortom, voorzitter, ik zou vooruit willen kijken, en ik ben dus niet zo'n echte voorstander van dat Leefwijzeridee. Cultuurbeleid komt zo meteen aan de orde. Daar hoeven we verder niks over te vertellen. De taalcursussenvraag is opgelost. De heer Witte heeft hier een behoorlijke belofte neergelegd waar we hem aan zullen houden. En ik vind het alleen maar steengoed dat hij dat doet. En dat is dus ook integratiebeleid bij uitstek. Ik ben daar heel groot voorstander van en ik vind dat ook politieke moed om dat te zeggen. Dus respect daarvoor. Dan ben ik ondertussen bij de heer Witte beland natuurlijk. In het verband met integratie heb ik dus gepleit voor extra subsidies voor sportverenigingen die allochtonen binden. Eén van onze voetbalverenigingen die allochtonen bindt is toch wat ledenaantal betreft een beetje in problemen. Ik zou gerichte subsidie op zijn plaats vinden en dat zouden we natuurlijk een vorm moeten geven in ons hele breedtesportbeleid. En ik zou hem willen vragen om erover na te denken hoe wij dat zouden kunnen bevorderen. Bosbad. daar zullen we het zo meteen over hebben met een motie. Ik heb gevraagd om de inwoners van Soest ook gewoon op de hoogte te stellen, dat heeft ook te maken met normen en waarden en hoe gaan we met een duurzame samenleving om, van de vuilproductie en daarvoor kengetallen te produceren, en misschien kan u dat ook nog wel even toezeggen. Dan het verhaal van de heer Krol, dat was natuurlijk spekkie naar mijn bekkie. Dat was goede samenhang tussen rood en groen en een duidelijke stellingname, dat heeft mijn waardering. Ik weet nooit of ik de heer Krol of de heer Krijger moet aanspreken bij het aanbestedingsbeleid. Die vraag is niet beantwoord. Bij de beleidsonderhandelingen hebben we het gehad over het aanbestedingsbeleid en daar is verder niets over afgesproken. Ik begrijp dat er nog misverstand over is en dat zou ik toch nog willen uitleggen. Aanbestedingsbeleid is natuurlijk een punt ook dat eigenlijk na die tijd vol gewicht heeft gekregen met de discussies die we op het ogenblik hebben, daar gaat het over. Het krijgen van een goede prijs, datje als gemeente dus een goede prijs krijgt. Dan gaat het over openheid en het gaat over integriteit. Dat woord integriteit dat kwam gisteren niet zo goed door bij de CDA-fractie. Ik wil toch nog eventjes vertellen wat ik daar van vind. In Soest is het, in tegenstelling tot een heleboel andere gemeenten zo, dat de functies nog niet gescheiden zijn, laat ik het zo zeggen, tussen de uitvoerder van het beleid en iemand die het controleert. Er zijn gemeentes, ik heb daar de notities van opgevraagd van verschillende gemeentes, er zijn gemeentes die dat bijvoorbeeld opnemen. En als één ding ons uit de discussie duidelijk is geworden, dan is het dat je een ambtenaar helpt door te zeggen: jij voert het uit en aan het eind van het jaar is er die figuur die dat nakijkt. Wij doen dat als raad over het algemeen, we kunnen het waarschijnlijk wel, maar we doen het niet. En je kunt daarin voorzien. Kortom, die notitie is aan herijking toe. En dat is ook helemaal niet moeilijk. Ik heb er helemaal geen vervelende bedoeling mee. Het is alleen maar om de zaak beter te laten worden en ik denk dat dat een goede zaak zou zijn om dat te gaan doen. Misschien moeten we ook wachten tot de landelijke discussie, die waarschijnlijk ook voor de lagere overheden gevolgen heeft, maar in ieder geval wil ik het onderwerp in de raad van Soest aanbevelen. En dan nog een paar punten: OZB van mevrouw Mann vind ik inderdaad een landelijke discussie. Mevrouw Mann moet niet die wethouder vragen stellen. Wij hebben het zo meteen over onze eigen OZB en we kunnen zo meteen in januari weer de partijen kiezen die de OZB willen afschaffen of het willen aanhouden. Dus dat hebben we gewoon in eigen hand. Maar daar doen we hier niets mee. Afvalstoffenheffing, dat is natuurlijk een hele duidelijke zaak. We streven nog steeds, maar ik denk dat dat ook raadsbreed is, naar een vorm die met echte vervuiling te maken heeft, met gewicht en zo, maar dit is een tussenoplossing. En ten aanzien van het laatste punt, even terugzien op de begrotingsbehandeling, de heer Van Wuijckhuijse heeft er net iets over gezegd, ik was eigenlijk niet zo negatief over de begrotingsbehandeling. Wat vond ik eigenlijk de winst? Ik vond het nog niet helemaal gelukt, maar het is een traject dat we moeten leren gewoon met elkaar. De raad was in ieder geval met elkaar bezig. Het gaat in deze vergadering niet om details, het gaat niet zo zeer om: college wat vindt u er nou van. Het gaat erover: wat willen wij met elkaar als raad. Ik heb me ook geprobeerd op die manier op te stellen de afgelopen maanden. We zoeken naar: welke dingen zijn er belangrijk. Nou, er zijn toch een aantal belangwekkende dingen uitgekomen. Ook al betekent het alleen maar dat het zo meteen op de politieke agenda of zo verschijnt. Dus mijn overweging na afloop is: het is een redelijke benadering geweest en ik zou niet zo ver als de heer Van Wuijckhuijse willen, die vroeg aan het college om dit eventueel te overwegen. Ik denk dat die vraag eigenlijk ook in de raad thuishoort.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 336