- 25 -
u gezien dat ik. zelf heb gezegd dat dat nogal ambitieus is en wellicht ook niet geheel mogelijk, maar
het is niet verkeerd wanneer je toch streeft naar het onmogelijke. En wat dat betreft zullen we ons
uiterste best doen. U heeft ook allemaal kunnen zien dat in de wijkperspectiefplannen door de
bewoners van de wijken Smitsveen en de Eng zelf is aangegeven, en ik ben erbij aanwezig geweest,
dat was niet alleen dat mensen met Hollandse achtergrond dat nodig vonden, maar ook de mensen met
allochtone achtergrond het noodzakelijk vonden dat er meer ingezet wordt op taalonderwijs aan
mensen die hier al langer in Soest verblijven, zodat er beter gecommuniceerd kan worden door buren.
We hebben gisteren als college besloten om een aanvraag in te dienen bij het Rijk om voor volgend
jaar in ieder geval 80 oudkomers daar een traject mee te kunnen gaan doen. Wij hebben natuurlijk
gesproken met de Stichting Vluchtelingenhulp die actief is op dit gebied en ook met het ROC om te
kijken: wat kun je waarmaken op een redelijke manier. Wantje kan wel zeggen: er zijn er 300, en met
300 beginnen, maar als je het met 300 half doet, dan komen we ook niet zoveel verder en 80 leek de
betrokken partijen een redelijk aantal, waarvan we denken dat we daar ook mee uit de voeten kunnen.
Het is zo dat die oudkomersregeling duale contracten zijn. Daar worden dus afspraken gemaakt met de
oudkomers op basis waarvan zij beginnen aan de taalcursus. Er zal ook een stuk sociale activering
inzitten. Dus daar komen nog allerlei regelingen aan te hangen. Dat moet nog uitgewerkt worden,
maar we moeten de aanvraag indienen voor 25 oktober, dus we hebben gisteren besloten: hij moet de
deur uit, want wij willen daar zo snel mogelijk mee beginnen.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, heel kort even een vraagje over, want er komt zo meteen
waarschijnlijk geen motie meer over. Is het toch mogelijk dat er naast die trajecten waar de wethouder
het over heeft, ook gewoon veel goedkopere activiteiten zijn waar de Turkse vereniging het
bijvoorbeeld met mij over heeft gehad. Die zei van: als er een locatie kan zijn, we hebben wel iemand
die Nederlandse les kan geven, en er is een schoolbord met krijtjes, dan gaan we ook vanzelf van start.
Is de wethouder bereid om ook over dit soort initiatieven die daar zijn om daarover na te denken. Dat
is waarschijnlijk een stuk goedkoper. Ik weet niet of het effectiever is, maar dat wil ik hem toch wel
graag meegeven.
Wethouder WITTE: We moeten over alles nadenken en als dat ook een middel is voor een bepaalde
doelgroep, heel geschikt voor een bepaalde doelgroep, dan moeten we dat zeker doen. Rijksregeling is
natuurlijk wel een andere regeling, waar natuurlijk wel ook wel een stukje monitoring bijzit, waarbij
de norm bijzit van wat is de taalvaardigheid aan het begin van het traject en wat is de taalvaardigheid
aan het eind van het traject. En daarop wordt ook afgerekend, dus dat is iets anders. Maar als er ook
andere kleinschalige initiatieven zijn zoals u nu noemt, dan moeten we die zeker niet links laten
liggen.
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, mag ik even interrumperen hierop? Ik herinner me dat
bij het begin van het raadsprogramma wij er al voor gepleit hebben, en dat wil ik nu nog een keer
vragen aan wethouder Witte. Ik bespeur weer zo'n vrijblijvendheid erin. Is er niet iets van het zou
kunnen lukken, het is heel ambitieus etc., maar zou daar niet iets van een sanctie in moeten. Kun je
daar niet iets dwangmatigs in leggen?
Wethouder WITTE: Voorzitter, de regeling die het Rijk nu voorstelt voor oudkomers is een duaal
traject, zoals ik net zei. Dat betekent dat er een contract gesloten wordt met degene die zo'n traject
begint. Dat betekent ook, hoe exact zo'n contract eruit gaat zien dat weet ik niet, maar in ieder geval
moet er principieel iets inzitten dat degene die het traject doet het ook in de portemonnee voelt op het
moment dat hij het laat afweten. Dus dat het niet zo is dat je eerst eens een paar maanden gaat
proberen en dan er dan maar geen zin in hebt en dan thuisblijft, waar trouwens overigens heel vaak
goede redenen voor kunnen bestaan, maar in ieder geval is het Rijk van mening dat er een financiële
prikkel moet zijn voor degene die deelneemt. En dat is trouwens ook voor de gemeente zo. Als wij aan
het eind van het traject niet in staat blijken te zijn om voor een redelijk deel van die 80 oudkomers die
we in het traject hebben opgenomen tot prestaties te komen, dan betekent dat dat het Rijk een korting
zal uitvoeren op het bedrag dat de gemeente heeft gekregen. Dus er zit aan alle kanten een verplichting
aan om er iets van te maken. Voorzitter, ik dacht dat ik in zijn algemeenheid de punten heb gehad.
Dan is het de bedoeling dat ik de moties langsloop die op mijn portefeuille betrekking hebben.