-51 - geven ons te denken en wij willen toch eigenlijk de motie om die reden, dat er dus toch wel wat mogelijkheden zijn, wel steunen. Dus voor. Heer ROEST (D66): Wij vinden dit van deze jonge sympathieke drummer een hele sympathieke motie. We zouden vooral in de overwegingen willen betrekken dat een standaardpunt van beter benutten van accommodaties aan de orde komt. Ik denk: Artishock bindt al een heleboel, maar er is veel ruimte nog te halen. Sympathieke motie, wij ondersteunen hem van harte. VOORZITTER: Oké. Anderen? De heer Middelkoop ook steun? De heer Van Vuuren? Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Ik aarzel weer. Ik ben een twijfelaar. Waar het hem in zit dat is, ik ben het er van harte mee eens dat de jeugd bandjes heeft. Ik ben het er van harte mee eens dat ze oefenen, en liefst ook nog gaan optreden. Maar we hebben een heleboel koren, groepen, die hun eigen oefenruimte zoeken. Ik vraag me af waarom voor deze groep nou speciaal bij de gemeente een taak ligt om oefenruimte te zoeken. Maar ik ben het er van harte mee eens dat ze het doen. VOORZITTER: En dan kan de afweging zijn dat u instemt met de motie, begrijp ik uw stemverklaring. De conclusie kan zijn dat de raad unaniem instemt met het voorstel van de Partij van de Arbeid ten aanzien van oefenruimte bandjes. Akkoord. Motie nr. 22, startnotitie integratiebeleid. Meneer Roest, wenst u als indiener nog een toelichting te geven? Heer ROEST (D66): Graag. Ik heb van het college gehoord dat het college geen facetbeleid wil. Ik wil toch even beklemtonen dat ik graag van de fracties hun oordeel verneem, omdat ik denk dat dit een zo serieus onderwerp is, integratiebeleid, met zoveel kansen, ik heb al aangegeven: wonen, cultuur, etc., ik zal het niet allemaal overdoen, dat ik zelf zou vinden dat voor dit onderwerp één wethouder deze hele kar zou moeten trekken. Zo belangrijk vind ik het. Om dus echt een beleid te krijgen dat meer is dan de som der delen. VOORZITTER: Maar het betekent dat u gelet op de beraadslagingen tot nu toe de motie dus intrekt. Absoluut niet? U handhaaft hem. Oké, dan is het aan de raad. Wie van u? Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, ik was juist zo blij dat het college eigenlijk zei wat wij hadden ingebracht. Toen wij onze twee punten op uw uitnodiging die we als belangrijkste wilden aanmerken naar voren hebben gebracht, hebben we ook een reactie gegeven op uw standpunt dat er een integratiebeleid zou moeten komen. Wij willen ook geen facetbeleid en wij zien het als een dimensie op verschillende beleidsterreinen. Nu voegt u daar nog wat nieuws aan toe en dat is dat er een soort coördinerend wethouder integratiebeleid moet komen? U blijft wel amenderen hè? Heer ROEST (D66): Nee nee, ik amendeer niet. Ik wil gewoon met kracht van argument zeggen hoe belangrijk ik dit vind. En dat zou een volgende stap kunnen zijn, volgend jaar misschien. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Nou ja, ik vind dat het college maar zijn werkzaamheden zelf moet organiseren. Heer KONING (CDA): Wij steunen deze motie niet, omdat het college ons van een duidelijke reactie voorzien heeft. Dus wat dat betreft zijn wij tegen. Als het gaat om een speciale wethouder hiervoor, och er ligt ook nog altijd een wens van het CDA om een wethouder voor het gezin te benoemen, dus wat dat betreft komt die dan eerst. VOORZITTER: Voor de duidelijkheid: integratie is heel expliciet in één van de portefeuilles ondergebracht. Het is ook als aanduiding en naamgeving, voor de helderheid. Wie van u? Mevrouw MANN (GL): In de fractie hebben we het er even over gehad dat we toch altijd wat moeite hebben met de ene zin die erin staat: daarmee ook een bijdrage wordt geleverd aan het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 368