Raadsvergadering 21 november 2002 -23- uitleggen hoe dat nu zit bij u? Dus daar wilt u heel royaal aan meewerken. Want we weten allemaal dat het anders niet mogelijk is. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Dank u wel voorzitter. Ja, een schep geld erbij. Allereerst het imago: wij zijn tegen het uitgeven van geld. U zei het zelf, de manier waarop geld uitgegeven wordt. Dus u spreekt daarmee een waardeoordeel uit alsof dit niet een goede manier zou zijn om voor de jongeren geld uit te geven. Nou, wij denken daar gewoon anders over, we hebben daar een ander waardeoordeel over. En kost het een schep geld? Als wij straks de afrekening krijgen van de Boerenstreek, en we zien hoe vele, vele, vele miljoenen daarvan overgebleven zijn die wij in alle mogelijke voorzieningen hebben kunnen stoppen om daar andere belangrijke dingen mee te doen, dan zeg ik: als je die overschotten van de Boerenstreek niet calculeert op de aankoop van de grond of het gebruik van de gemeentegrond, dan denk ik datje gewoon een stuk goedkopere huisvesting kunt doen. Bovendien wil ik nog even in herinnering brengen wat ik de vorige vergadering heb gezegd: het betekent niet datje dus 100 of 200 appartementen of huizen die het moeten worden voor niks hoeft weg te geven. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Voorzitter, ik zou graag een vraag aan de heer Middelkoop willen stellen. Als u dan al dat geld stopt in de jongerenhuis vesting, hebben die jongeren dan ook nog voorzieningen in Soest waar ze van kunnen recreëren of zit dat allemaal in de woningen? Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Ik begrijp de vraag niet voorzitter. Misschien kan die wat toegelicht worden. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Ik kan hem toelichten. U refereert eraan dat wij geld uitgeven aan andere projecten in Soest. Dus die projecten zijn ook ter ondersteuning van de jongeren dat ze hier kunnen verblijven, dat hier recreatiemogelijkheden zijn, dat er sportvoorzieningen zijn, dat er zwembaden zijn, dat er bibliotheken zijn etc. Daar zal toch ook geld naar toe moeten, en niet alleen in de woningen gezet worden. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Ik denk dat ik niet duidelijk genoeg geweest ben, want ik heb proberen aan te geven die vele, vele miljoenen die in de Boerenstreek overgebleven zijn, als je die niet als een soort kostenopslag of als een winst hoeft te hebben op de jongerenwoningbouw, datje dan al beduidend goedkoper kunt bouwen. Dus ik heb niet gezegd dat we dus geld ergens anders vandaan moeten halen. Dan tot slot nog een opmerking. Het verheugde mij in het lange betoog van de heer Krol te horen dat de mensen in Soest hun grond niet verkopen in de verwachting dat die alleen maar duurder werd. Toen moest ik even denken aan de opmerking van de andere wethouder die er is, wethouder Krijger, die zei: wij dachten we moeten het nu maar voor minder verkopen, want hij zou best eens niet duurder kunnen worden. Dat was mijn slot. Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter dank u. Ja, naar de discussie luisterend, we hebben tijdens het opstellen van het raadsprogramma denk ik toch wel wat wrevel gevoeld toen door de Partij van de Arbeid de term rafelranden werd ingevoerd, want dat was nou niet wat we echt wilden benutten. Nu bevreemdt het mij dat de VVD dezelfde term introduceert. En mijn angst is datje dan de rode contour gaat gebruiken als een soort stadsmuur en tot op de muur moeten we het maar proberen vol te bouwen, die term benutten. Het doet mij er trouwens een beetje aan denken, maar dat is misschien flauw, dat vroeger Jericho zo'n stadsmuur had, en daar hadden ze een rondweg omheen, en daar liepen ze met tromgeroffel en trompetgeschal omheen en toen kreeg je me toch een uitklapgebied. Ik zou die rode contouren toch, zoals ze in deze nota genoemd zijn, willen handhaven. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Voorzitter, ik wil graag even interrumperen op deze fantastische uitspraak, want bij dat verhaal hoort dus ook meen ik dat de muren wel vielen, maar dat ze ook door het water konden gaan. Of was dat een andere bijbeltekst?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 414