-3-
VOORZITTER: Wethouder Krol wil even een opmerking maken en vervolgens wil ik ook de heer
Van den Hoek uitnodigen naar voren te komen, dan kunt u inspreken.
Wethouder KROL: Voorzitter, in het kader van een goede inhoudelijke discussie vanavond wil ik
graag voorafgaand aan de beraadslaging de volgende opmerking maken. In mijn recente omgang met
de pers heb ik een wat ongelukkige formulering gebruikt. En juist in het kader van die goede
inhoudelijke discussie wil ik hier vanavond voorafgaand aan dat agendapunt uitspreken dat ik dat beter
niet had kunnen doen.
VOORZITTER: Dank u wel. Daar nemen we kennis van.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, ik zou graag een toelichting hebben, want ik weet eigenlijk
niet waar de heer Krol het nu over heeft.
Wethouder KROL: Voorzitter, er heeft op verzoek van één politieke groepering een vrij uitgebreid
artikel gestaan in de Gooi en Eemlander, waar mijn reactie op gevraagd is. En die reactie is verder
uitstekend, maar daarbij heb ik één woord gebruikt, ikzelf, waarvan ik vind dat ik dat beter niet had
kunnen doen en ik denk dat als je met elkaar over een zodanig belangrijk onderwerp inhoudelijk wenst
te discussiëren, dan moetje voorkomen dat het over mensen, over personen of over dit soort woorden
gaat. Ik denk: wat mijn kant betreft neem ik dat graag voorafgaand aan de beraadslagingen weg. En
dat is de reden voor mijn opmerking, meneer de voorzitter.
Heer VAN DEN HOEK: Voorzitter, raad, ik ben namens de Soester Vogelvrienden hier, en het
verbaast mij eigenlijk dat ik als enige inspreker hier, bij zo'n belangrijk onderwerp, iets in mag
spreken. Of allerlei zaken zijn al geregeld. Dat zou ook kunnen. Wat niet geregeld is, is de zaak van de
Soester Vogelvrienden, waarvoor ik hier sta. Er zijn weliswaar gesprekken geweest, maar vanavond
moet u hier als raad een oordeel geven over het Spoordal. Niet alleen datgene wat er moet komen,
maar ook datgene wat er weg moet. En beide hebben effecten op o.a. de organisaties van organisaties
die daar zijn, en ook op het financiële plaatje. In de kranten, en het is maar goed dat de heer Krol dat al
aanhaalt, zijn diverse stukken verschenen waar ik me toch wel wat bezorgd over maak. Waarom?
Omdat daar een aantal suggesties worden gewekt als zou de Soester Vogelvrienden het compleet eens
zijn met datgene wat is voorgesteld. Nou, ik kan u verzekeren: dat is niet zo. We hebben weliswaar
een heel goed gesprek met twee ambtenaren van de gemeente, maar ik kan me voorstellen dat als u het
heeft over het eens zijn, dan heeft u het over het complete eens zijn in een soort overeenkomst. Die is
niet gesloten. Het enige waar we het over eens zijn, en we hebben daar best pijn van in het hart, dat we
waarschijnlijk naar de Desmond Tutuschool gaan. Nou, de locatie an sich is weliswaar door de
gemeente aangegeven, maar we hebben dat in eerste instantie weer teruggegeven, omdat het ons niet
passend leek. Daar zijn ze nog over aan het discussiëren hoe dat dan wel moet. Maar wat ik veel
belangrijker vind: als wij in de kranten lezen dat er in feite geen fluitje meer aan de hand is, dat het
prima verloopt, behoudens de moskee en de sportschool, dan maak ik me toch erg bezorgd, want er is
niet gesproken over hoe de zaak wordt ingericht, er is niet gesproken over de verwerking van ons pand
aan de Parallelweg. Er is niet gesproken over de verdere ontruiming ervan, behalve dat we voor
1 januari 2005 of 2004 weg moeten zijn. Dus ik maak me zeer bezorgd over de afwikkeling en de
totstandkoming van de nieuwe plaats voor de Soester Vogelvrienden, en dat brengt natuurlijk een hele
hoop opschudding met zich mee. Ik wens u heel veel wijsheid vanavond in de raad over een zeer, zeer
moeilijk geval als het Spoordal. Ik wens u veel succes en ik hoop dat u aan de Soester Vogelvrienden,
en dat geldt overigens ook voor de EHBO, denkt. Ik dank u wel.
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Dank u wel voorzitter. Eerst één klein woordje vooraf ter inleiding.
Toen ik hier straks naar toe reed en die mooie boom zag, en ik weet ook niet of het komt omdat het zo
rond 19 december is, en ook na de beginwoorden van wethouder Krol, komt zo maar spontaan bij mij
de gedachte op, en als ik zo om me heen kijk, dan weer naar mijn verhaal toe wat ik zo meteen voor u
ga houden, van: hè het heeft eigenlijk in zo'n raad ook wel eens iets weg rond deze tijd van een preek.
En waarom zeg ik dat nu? Omdat het woord preek sommigen van u, misschien velen van u, toch wel