8
9
Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, na de verkiezingen is in twee weken tijd een
raadsprogramma tot stand gekomen waaraan alle acht gekozen partijen hun inbreng hebben gehad.
Door de voorzitter van het proces is aan alle fracties gevraagd: geef aan in een tiental hoofdstukken
welke elementen uit jullie verkiezingsprogramma's jullie belangrijk vinden, want dan zullen we
daarover spreken en dat onderbrengen in het raadsprogramma. Dat heeft er bij geholpen dat niet alleen
enkele speerpunten in het raadsprogramma terecht zijn gekomen, maar dat alle punten, die door alle
acht partijen zijn ingebracht, aan de orde zijn geweest en uitgemond in een vijftigtal punten. Nu kun je
in twee weken tijd die 50 punten niet zodanig dichttimmeren dat je daar een werkprogramma voor de
komende 4 jaar hebt. Je hebt alleen alle elementen naar voren gebracht die de komende 4 jaar volledig
uitgesproken en uitgewerkt moeten worden. Dat heeft ertoe geleid dat wij hebben gezegd: de punten
die wij naar voren hebben gebracht, daar zal in de komende 4 jaar best nog wel stevig over
gediscussieerd moeten worden. En er zal best stevig met elkaar van mening verschild worden. Maar
onze inzet is daarin niet zodanig geblokkeerd dat we daarin onze kiezers teleur zouden kunnen stellen.
Wij hebben dus besloten om dit programma te ondertekenen. De omschrijving van die 50 punten is
ook in die zin, de heer Witte noemde dat al Kammiaans, Paulinisch was meer mijn term, dat wil
zeggen dat het uitvoerig, met veel bijzinnen omschreven is, om te proberen zo compleet mogelijk te
zijn. Dat is niet gelukt. Je zou dus zeggen: eigenlijk zou elk punt moeten eindigen met een komma. Er
is maar één punt waar we allemaal heel duidelijk over zijn, dat is het eerste punt: de betrokkenheid van
de burger. En als u het stuk voor u heeft, dan ziet u ook dat het eindigt met punt, punt. Zo is het
gewoon: heel duidelijk. Daarin wil ik ook even ingaan op wat de heer Van der Burg ons voorgehouden
heeft, die betrokkenheid van de burger is voor ons haast art. 1 van de Grondwet. Dat is iets wat we in
een zeer brede vorm willen gaan doen. En ik zou haast zeggen, zonder u voor het hoofd te willen
stoten, dan gaat het niet aan dat een werkgroep zichzelf dan maar als vaste vertegenwoordigers
aanbiedt, en als dat dan niet lukt, zich dan maar bokkig terugtrekt. Ik denk dat u ons de kans moet
geven om u, maar ook vele anderen, afhankelijk van het onderwerp, daarbij te betrekken. En ik ga met
heel veel vertrouwen de komende 4 jaar tegemoet.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, een historisch moment eigenlijk voor de raad, want college en raad
gaan ontvlechten. De wethouders komen los te staan van de raad. Dat is een cultuurverandering en
vandaag heb ik bijvoorbeeld bij GGS bespeurd dat zij dat meteen bij de eerste vergadering hebben
ingevoerd. Ze hebben de fractievoorzitter het woord laten voeren en niet zoals de heer Krol, wat ik
toch wel moeilijk uit zijn mond vond komen, uit een goed betoog van: dat we als raad het college
kritisch moesten volgen. Dat vond ik toch wel heel leuk om dat uit uw mond te horen. Formeel bent u
natuurlijk helemaal juist, meneer Krol.
aat Heer KROL (CDA): Ik vond het ook erg leuk om het een keer te mogen doen.
Heer ROEST (D66): Goed, alle begin is moeilijk. Hier zien we de start, en die had anders kunnen zijn.
jjg Voorzitter, in het dualistisch stelsel dient de kaderstellende rol van de raad meer benadrukt te worden.
En mijn mening is dat het beleidsprogramma het startpunt is van die kaderstellende rol. En ik heb me
dus de afgelopen tijd afgevraagd: was er een duidelijk verschil met 4 jaar geleden, en geeft het
beleidsprogramma duidelijke doelstellingen voor het college aan? En mijn antwoord is: niet echt. En
jat natuurlijk is het dilemma datje kiest voor dichttimmeren, of ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en
[t debat. En ik houd wel van debat, maar mijn slotsom is dat dit programma teveel een wijde zak is. Net
al gezegd, Paulinische teksten enzo. Wij hadden het graag concreter gehad. Bijvoorbeeld: de
onderwijstekst, ik zal het niet allemaal doornemen, aanbestedingsbeleid had hier gewoon in kunnen
,t staan. Het gekke is, dames en heren, dat dus het programma op één punt zo concreet mogelijk is als
het maar kan zijn. Met datum en al. Dat is art. 14. Zo'n wijde zak, maar art. 14 is glashelder, in de
richting van de heer Middelkoop. De actualisatie van de hoofdwegenstructuur vóór 1 april 2003. Voor
ons, D66, was zeer opvallend dat de richting van de gekozen oplossing al in de eerste
onderhandelingsronde op tafel kwam via GGS. Dus, onderzoek, plus mogelijke oplossing richting
jn buitenbrink, oplossingsrichting van D66 kwam er niet in voor, plus referendum. En vanaf dat moment
was het duidelijk hoe de hazen liepen. Dit was de oplossingsrichting voor voortzetting van het vorige
college. Voorzitter, D66 is niet toe aan deze oplossingsrichting, nog niet. Wij hebben in ons
verkiezingsprogramma gezet: geen bebouwing of nieuwe infrastructuur buiten de contouren. En daar
is